Titel: De Kroongetuige
Auteur: Maarten ’t Hart, geboren op 25 november 1944 te Maassluis
Uitgever: Uitgeverij de Arbeiderspers, Amsterdam
1e druk: januari 1983
Dit boek: uitgegeven in 1992 en 23e druk.
Samenvatting:
Thomas Kuyper is een wetenschappelijk onderzoeker die proeven doet met ratten en andere dieren,
hij is getrouwd met Leonie die onvruchtbaar is. In een week waarin Leonie bij haar moeder is om
daar een gynaecoloog te consulteren die zeer goed bekend staat, begint Thomas een “verhouding”
met Jenny Fortuyn, een meisje dat werkt in de bibliotheek. Jenny heeft iets wat mannen enorm
aantrekt, ze krijgt niet alleen Thomas zover om iets met haar te beginnen, ook Lambert, een
politieman, is onder de indruk. Tijdens die week gaat Thomas meerdere keren met Jenny uit eten en
op kroegentocht. Op hun laatste avond zijn ze ook weer van kroeg naar kroeg gegaan en die avond
eindigt in een ruzie. Na deze avond wordt Jenny vermist en wordt de politie ingeschakeld. Voor de
inspecteurs Meuldijk en Lambert is het niet moeilijk om erachter te komen dat Thomas haar als
laatste had gezien en ook nog ’s ruzie met haar had gemaakt. In verband met een verdenking op
hem, wordt hij meerdere keren ondervraagd door de beide inspecteurs.
Thomas komt in het politieonderzoek naar voren als hoofdverdachte van de moord op Jenny
Fortuyn. De inspecteurs ontwikkelen zelfs een mooie theorie die een verklaring kan geven voor het
feit dat men geen lijk kan vinden. Lambert denkt dat Thomas Jenny heeft gevoerd aan de 200 ratten
waarbij hij in het laboratorium onderzoek doet naar kannibalisme door middel van uithongering. Op
basis van deze theorie en de belastende verklaringen van “meneer sommig mens”.
In het tweede hoofdstuk mogen Leonie en Thomas alleen maar communiceren via brieven, vandaar
ook de titel “een korte briefwisseling”. Thomas zit inmiddels vast in de gevangenis en biecht in de
brieven aan Leonie op, wat er gaande was tussen hem en Jenny. Hij vertelt haar dat hij onder andere
gevallen was voor het feit dat zij al twee keer een abortus had laten plegen en ook dat hij viel op haar
uiterlijk, dat hij altijd in de schaduw door de ramen zag als hij naar de bibliotheek moest. Hij vertelt
alles aan Leonie, ook dat hij een keer mee is geweest naar de zolderkamer van Jenny boven de
bibliotheek. Daar heeft hij ook Robert ontmoet, een advocaat die ook getrouwd was. In de loop van
het verhaal ontwikkeld zich de theorie waarin bedacht wordt dat Jenny en Robert er samen vandoor
zijn gegaan.
In hoofdstuk drie gaat Leonie op onderzoek uit, zij schrijft haar bevindingen op in een dagboek, wat
weer refereert aan de titel van het hoofdstuk (“het dagboek van Leonie”). Tijdens haar onderzoek
bezoekt Leonie alle plaatsen waar Thomas en Jenny samen ook geweest zijn tijdens hun
“kortstondige relatie”. Zij doet dit met de overtuiging dat haar man onschuldig is en zij diens
onschuld wil bewijzen. Door haar onderzoek beland ze in allerlei cafés en ook in het vrouwenhuis.
Daar komt zij in contact met Arianne, de kamergenoot van Jenny. Via Arianne komt zij zeer veel
interessante achtergrondinformatie over Jenny te weten, zoals een bevestiging van het feit dat Jenny
al meerdere abortussen heeft gehad en dat zij beschrijving ‘loeder’ meer dan verwacht verdiende, ze
hoefde er eigenlijk nauwelijks moeite voor te doen om personen, ongeacht sekse, aan de haak te
slaan. Uiteindelijk bleek Robert toch degene te zijn voor wie Jenny het meest voelde, van Thomas
, maakte ze in feite alleen maar misbruik. Ze probeerde, met succes, via hem bij de drugs te komen die
in het laboratorium opgeslagen lag en ook liet ze hem, althans deed ze een poging tot, opdraaien
voor de moord op haarzelf, terwijl ze niet dood was en zelf, samen met Robert, de vrouw van Robert
had vermoord.
Ook bezoekt Leonie “meneer sommig mens” die beweert dat hij die bewuste nacht Thomas en Jenny
het laboratorium in had zien gaan en uren later Thomas er alleen weer uit zag komen, wat achteraf
dus Robert bleek te zijn.
Zij ontdekt ook dat inspecteur Lambert en Jenny vroeger iets gehad moeten hebben, aanwijzingen
hiervoor ziet ze in de theekopjes op de kamer van Jenny, in de afwas van voordat ze verdween. Zij
krijgt van inspecteur Lambert te horen dat er kleren van Jenny zijn gevonden in een stortbak in het
lab. Dit doet haar denken aan een verhaal dat Thomas al eens verteld heeft over zijn studententijd.
Toen heeft hij een filmpje gemaakt over “Moord in het museum” samen met zijn medestudenten.
Aan de hand daarvan gaat ze op onderzoek uit en doet in het museum bij het laboratorium een zeer
lugubere ontdekking. Er bevindt zich het naakte lichaam van een vrouw in een hele grote pot met
zeekoeien op sterk water. Twee zeekoeien en een vrouw! Deze ontdekking maakt haar zo in de war,
dat ze gaat twijfelen aan de onschuld van haar man.
In het vierde hoofdstuk behandelt Maarten ’t Hart het strafproces tegen Thomas. Dit proces draait
niet alleen om de “moord” op Jenny, er wordt ook nog bekeken of hij schuldig al dan niet
medeplichtig is aan de diefstal van drugs uit het laboratorium. Hij was namelijk een van de twee
personen die een sleutel van die opslagruimte had. Hij wordt vrijgesproken wegens gebrek aan
bewijs. Dat komt onder andere omdat de advocaat van Thomas, mr. Pieterse, de getuigenis van de
“kroongetuige” (meneer sommig mens) volledig van tafel veegt. Deze overbuurman van het lab
beweerde namelijk dat hij in die bewuste nacht Thomas alleen zag wegrijden in een auto. Het
regende en was donker en dus had iedereen daar langs kunnen rijden ’s morgens zo vroeg, behalve
Thomas, want die had geen rijbewijs! Ook krijgt Thomas bijval van de hoogleraar farmacologie, die
de rattentheorie van de politie volledig tegenspreekt en beweert dat het onmogelijk is dat 200
uitgehongerde ratten een lichaam in één nacht kunnen opeten, zonder restanten achter te laten.
Deze hoogleraar is tevens de baas van Thomas en ook degene die aangifte heeft gedaan van de
diefstal van de drugs.
In hoofdstuk vijf leest men het slot van het verhaal. In dit hoofdstuk is onder andere te lezen dat
Thomas voor de kerst weer thuis is. Ook vertelt Leonie dan pas aan Thomas wat zij heeft ontdekt in
het museum. Hij gelooft haar niet en ze gaan samen kijken of haar bevindingen juist zijn. Dat zijn ze.
Op dat moment komt Lambert binnen die er nog steeds van overtuigd is dat Thomas op de een of
andere manier betrokken is geweest bij de verdwijning van zowel Jenny als de drugs. Samen komen
ze erachter dat de persoon in deze pot met zeekoeien niet Jenny is. Om deze persoon te identificeren
halen ze de oude buurvrouw van Robert erbij. Zij is er van overtuigd dat dit de vrouw van Robert is,
wat dus de conclusie geeft dat Robert en Jenny ervandoor zijn gegaan met z’n tweeën.
Leonie blijkt onvruchtbaar te zijn, maar er is nog hoop. Thomas laat haar een stukje uit de krant
lezen, dat gaat over de eerste succesvolle bevruchting en geboorte van een kind door middel van een
reageerbuis-bevruchting. Een happy end.
Thema: