Medische kennis 4
Week 47 – de algemene veroudering
Medisch college:
- Gerontologie bestudeert het ouder worden biologische gerontologie, biomedische
gerontologie, sociale gerontologie, psychogerontologie
- Geriatrie (medisch specialisme)
- Senioren (58-82 jaar)
- Bejaarden (83 jaar en ouder)
- Bij veroudering merk je lichamelijke veranderingen, psychische veranderingen en
sociale veranderingen
- Er zijn 3 fysiologische levensfasen:
Conceptie – 20 jaar: groei en ontwikkeling
20 – 29 jaar: geen verandering
> 30 jaar: afname kwaliteit van het organisme
- Gezondheidsproblemen en veroudering:
Klachten worden minder goed aangegeven, herstel vaak trager, verhoogde kans op
complicaties
- Regel voor levensverwachting:
60 jaar: 18 jaar
70 jaar: 12 jaar
80 jaar: 6 jaar
Kenmerken v/d oudere patiënt:
- Leeftijd
- Complexe patiënt
- Kwetsbaarheid
- Multimorbiditeit
- Polyfarmacie
- Hoge zorgbehoefte
- Fraility = kwetsbaarheid
- Een toestand van leeftijd-gerelateerde fysiologische kwetsbaarheid die voorkomt uit
verstoorde homeostatische reserves en een verminderd vermogen om weestand de
bieden aan belasting
- Gevolgen van kwetsbaarheid: vallen, lichamelijke achteruitgang, opnames, afname
kwaliteit leven, sterfte
- 4 domeinen van functioneren: lichamelijk, cognitief, sociaal, psychologisch
- Geriatrische syndromen: dementie, depressie, delier, duizeligheid, incontinentie,
decubitus, mobiliteit, vallen
Dementie:
- Neurodegeneratieve ziekte
- Kenmerken: cognitieve achteruitgang bij een helder bewustzijn
- Problemen met onder andere het geheugen, oriëntatie en plannen
- Belangrijkste vormen: alzheimer, vasculaire dementie, combinatie van beide
, - In de psychogeriatrie kun je denken aan mensen met: depressie, delier,
angststoornissen, persoonlijkheidsstoornissen , dementie, veranderd gedrag
Polyfarmacie
- > 2 medicijnen gebruiken (theorie)
- > medicijnen gebruiken (praktijk)
- Veroudering theorieën: biologische theorieën, ontwikkelingstheorieën, degeneratieve
theorieën, psychische theorieën, sociale theorieën
- Slijtagetheorie: essentiële weefsels raken defect, essentiële orgaanonderdelen raken
defect, de functies van de organen gaat achteruit
- Vrije zuurstofradicalentheorie: ontstaan als bijproduct v/d energievoorziening van alle
lichaamscellen beschadiging van DNA, eiwitten en vetten. Het DNA kan
gerepareerd worden, de schade aan eiwitten en vetten is cumulatief en zorgt voor
functieachteruitgang van weefsels
- DNA kan beschadigd raken door chemische en fysische processen
- Zo’n beschadiging heet een mutatie en is meestal nadelig
- Hoe langer je leeft, hoe meer mutaties je oploopt
- Mutaties in delende cellen (stamcellen) geven hun mutaties door aan de
dochtercellen
- Apoptose = een lichaamscel die niet meer deels, en na een mutatie vanzelf sterft
Gevolgen van zonnebaden:
- Collagene vezels en elastische vezels worden verzwakt
- Proteoglycanen (houden water vast) nemen ook versneld af
- Kans op huidkanker neemt toe door mutaties in delende epitheelcellen
- Uv-straling gaat niet dieper dan de huid, straling wel, ook interne organen lopen dan
gevaar
- Gevolgen kunnen in een geriatrische spiraal verlopen wat kan eindigen tot de dood
- Behandelingsmogelijkheden: behoud van zelfstandigheid, mantelzorg, behandeling in
het verpleeghuis
- Zorg aanpassen aan ouderen: gericht op kwaliteit van leven, zelfredzaamheid, tempo
aanpassen, voorlichting aanpassen, naasten betrekken, omgeving aanpassen
- De laatste levensfase: verloop laatste levensfase, palliatieve fase, euthanasie,
sterven
- Sterven: je sterft niet aan ‘’ouderdom’’
relatief zelfredzaam
wel sterfte aan kwetsbaarheid, chronische ziekte, palliatieve sedatie
Zorg voor de overledene:
- Gun de familie de tijd om afscheid te nemen
- Respect
- Geluiden (ingewanden, soms zucht)
- Ledematen en hoofd kunnen wegglijden
- Let op: een dode voelt zwaarder aan
, De gelukkige oudere:
- Wijsheid komt met de jaren, plezier in het leven
- Meeste 65 jarigen:
leven nog 15-20 jaar
lang in goede gezondheid
lang zonder ernstige beperkingen
goed ervaren gezondheid
chronische ziekte