Hoorcolleges Staats- en bestuursrecht
Hoorcollege 1: Inleiding staatsrecht
Aan te raden mee te nemen bij tentamen: statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden,
Grondwet en Algemene Wet Bestuursrecht
Kenmerken van het Nederlandse Staatsrecht
Wat houdt het staatsrecht in?
- Onderscheid privaatrecht-publiekrecht
Privaatrecht is het recht tussen burgers onderling (koop, verkoop,
eigendomsoverdracht, onrechtmatige daad, etc.), publiekrecht is het recht tussen
overheid en burger en de relaties binnen de overheid.
Privaatrecht en publiekrecht is in Nederland zeer sterk met elkaar verworven, er is
sprake van wederzijdse vervlechting. Het onderscheid is in algemene zin correct, maar
als je er dieper naar kijkt is het onderscheid ingewikkelder. VB: als de universiteit Leiden
een stoel koopt, is hierop van toepassing niet het publiekrecht maar privaatrecht, dus ook
de overheid maakt gebruik van privaatrecht. Als de overheid handelingen verricht die ook
een gewone burger kan doen is hierop dus van toepassing het privaatrecht.
- Staatsrecht versus bestuursrecht
Staatsrecht gaat over de onderlinge relaties binnen de overheid, bestuursrecht gaat
over de relatie overheid burger.
Het bestuursrecht is grotendeels neergelegd in de AWB, het staatsrecht heeft in
Nederland een veel politieker karakter. Staatsrecht is veel minder systematisch dan het
bestuursrecht, dat is de reden dat het staatsrecht anders is.
Als de overheid gebruik kan maken van privaatrecht, gelden dezelfde regels als voor de burger?
Casus: Als er zich een situatie voordoet waarin een overheid zowel privaatrechtelijk als
publiekrechtelijk mag handelen, heeft de overheid dan een vrije keuze? De Rolling Stones zijn
van plan op het Malieveld een concert te geven. De burgemeester van Den Haag wil dit niet.
Stel: het Malieveld is eigendom van de gemeente Den Haag. De burgemeester van Den Haag
zegt tegen zijn personeel, probeer te voorkomen dat de Rolling Stones hier gaan spelen. Welke
instrumenten heeft de gemeente dan? Twee typen. Eén: privaatrechtelijk instrument. Als
gemeente Den Haag eigenaar is van Malieveld, dan kunnen zij als privaatrechtelijke eigenaar dit
voorkomen. Zij hebben als eigenaar het recht de grond niet te verhuren. Twee:
publiekrechtelijk instrument, als de Rolling Stones willen komen spelen hebben zij allerlei
vergunningen nodig. Deze vergunningen kunnen worden geweigerd. Gemeente geeft de
voorkeur aan de privaatrechtelijke weg, omdat dit makkelijker is om te voorkomen dat de Rolling
Stones hier gaan spelen.
Tweewegenleer: als de overheid twee wegen heeft, privaatrechtelijk en publiekrechtelijk, dan
heeft de overheid hierin de vrije keuze. Hierin is toegevoegd een beperking: windmill arrest. Dit
geeft aan dat de vrije keuze alleen onder bepaalde omstandigheden mogelijk is. Overheid mag
enkel gebruik maken van het privaatrechtelijk instrument als dit geen doorkruising is van het
publiekrechtelijke recht. De overheid moet daarbij ook aan meerdere criteria voldoen als zij
gebruik maakt van het privaatrecht.
,Nederland kent een toetsingsverbod (artikel 120 Grondwet). Voor de Nederlandse rechter is het
verboden de wet te toetsen aan de Grondwet. Daarnaast hebben we ook geen constitutioneel
hof. In België en Duitsland is er wél een constitutioneel hof en een constitutionele toets. In zowel
België als Duitsland is er een speciaal hof die mag toetsen of de wet al dan niet in strijd is met
de Grondwet. Het toetsingsverbod (artikel 120) geldt alleen voor wetten in formele zin. Dit
betekent dat lagere wetgeving (Verordeningen, etc.) wel aan de Grondwet getoetst mogen
worden. Omdat we een toetsingsverbod hebben, hebben we ook geen constitutioneel hof.
Gevolg van het ontbreken van een constitutionele toets: in Nederland bestaat een bestuurlijke
lus, hierbij geeft de rechter aan hoe een fout gecorrigeerd kan worden (rechter geeft advies aan
het bestuur). In België is het systeem van de bestuurlijke lus letterlijk overgenomen in de
wetgeving. Dit bestaat nu niet meer, omdat het in strijd is met de machtenscheiding. In
Nederland kan de bestuurlijke lus bestaan door het ontbreken van de constitutionele toets. In
Nederland kunnen veel wetten dus in stand gebracht worden die haaks op de grondwet staan,
maar een rechter mag dit niet constateren.
Het toetsingsverbod hebben we in Nederland nog steeds en dit heeft invloed op het staatsrecht.
Het is echter steeds meer ondergraven, want de Nederlandse rechter mag wetten wel toetsen
aan het internationaal recht. Omdat de Grondwet en het internationaal recht veel overlap heeft,
bestaat er enigszins wel een toetsing aan de Grondwet.
Over grote delen van het staatsrecht zijn geen juridische uitspraken. VB: een van de belangrijke
vraagstukken van het staatsrecht is de ministeriële verantwoordelijkheid. Gaan we in Nederland
uit van een enge leer of een ruime leer? Enge leer betekent dat een minister/staatssecretaris
alleen af hoeft te treden als een fout hem zelf verweten kan worden. Ruime leer betekent dat
minister/staatssecretaris ook af kan/moet treden wanneer het gaat om fouten die hem zelf niet
verweten kunnen worden Carringtondoctrine. We hebben in Nederland geen constitutioneel
hof, dus kennen we de ruime of enge leer? De Grondwet zegt: Koning is onschendbaar, de
minister is verantwoordelijk. Dit zegt alleen dat de minister verantwoordelijk is, maar niets over
de ruime of enge leer. De vraag of we een enge of ruime leer hebben, moet in Nederland
beantwoord worden door het parlement. Je zou moeten onderstellen dat het Nederlandse
parlement antwoord geeft of we een ruime of enge leer hebben. Maar het Nederlandse
parlement past soms de ruime leer toe, en soms de enge leer.
VB van de ruime leer: Staatssecretaris Linschoten. Ging om informatie die niet aan de Kamer
was verschaft. Linschoten moest aftreden, parlement nam hierbij de ruime leer in.
Staatssecretaris viel het misschien niet te verwijten, maar moest toch aftreden. Waarom heeft
het parlement in dat geval gekozen voor de ruime leer? Ten eerste, Linschoten was een
staatssecretaris en geen minister. Ofwel: staatssecretaris kon wel geofferd worden, want het
kabinet zou niet omvallen. Ten tweede, men vond Linschoten erg arrogant. Ten derde,
Linschoten was niet bereid in het debat een nederige houding in te nemen. Zei geen sorry. Ten
vierde, zijn vrouw was terminaal ziek en hij had haar verlaten voor een andere vrouw. Om
redenen die niet echt staatsrechtelijk van aard waren is, heeft Linschoten toch af moeten treden.
Ontwikkeling staatsrecht (parlementaire praktijk): Staatsrecht is in Nederland veel politieker van
aard.
, Staatsrecht: het Koninkrijk der Nederlanden
Wat houdt Nederland in? Er kan op twee manieren over Nederland gepraat worden. Het
Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier landen (sinds 10-10-2015): Nederland, Aruba,
Curaçao en Sint-Maarten. Er zijn vier min of meer onafhankelijke landen binnen het Koninkrijk
der Nederlanden, waar Nederland er een van is.
Het land Nederland bestaat uit het Europese gedeelte van Nederland en drie eilandjes in de
Caraïben, namelijk: Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Deze drie eilandjes hebben een heel
vreemde positie, zijn gebaseerd op artikel 134 van de Grondwet. De formele positie BES-
eilanden ligt in artikel 134 Grondwet. In het nieuws worden de BES-eilanden vaak als bijzondere
gemeente gerefereerd. Maar grondwettelijk gezien zijn het geen gemeenten. Alle Nederlandse
gemeenten hebben een provincie boven zich, BES-eilanden hebben dit niet. BES-eilanden
hebben geen stemrecht voor de Eerste Kamer, omdat dit getrapt is via de provinciale staten,
maar hebben geen provincie.
Staatsrecht: Grondwet en Statuut
- Grondwet: geldt voor Nederland (maar deels ook voor het gehele Koninkrijk).
- Statuut: onderlinge relaties tussen de vier landen uit het Koninkrijk.
Geschiedenis Nederlandse Grondwet, wat is de oudste Nederlandse Grondwet? Hiervoor zijn
drie opties:
- Staatsregeling van 1798
Heet de Staatsregeling van de Bataafse Republiek. Eén van de punten van de
Staatsregeling van 1798 is fel Republikeins. Er is geen grotere belediging mogelijk aan
ons koningshuis dan de Grondwet van 1798 te beschouwen als onze eerste Grondwet.
Fel anti-oranje en -monarchie.
- Grondwet 1814
Eerste Grondwet ten tijde van de Oranjes, al snel vervangen door de Grondwet van
1815.
- Grondwet 1815
De Grondwet die momenteel nog steeds geldt.
De rechtsstaat
Waar de belangrijke kenmerken terugkomen in de Grondwet
Hoorcollege 2:
Hoofdstukken Heringa: 1 – 4
Algemene kenmerken Nederlands staatsbestel
- Nederland is een monarchie
- Nederland wordt gezien als een rechtsstaat
- Nederland is een democratie
- Voorrang voor het internationale recht
- Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat
o Komen de kenmerken ook als zodanig voor in onze Grondwet?