Basis Acute Zorg
Inhoudsopgave
Inhoud
Basis Acute Zorg ......................................................................................................................1
Studieactiviteit 7 Orgaansystemen .......................................................................................2
7.1, 7.2, 7.3 Respiratoir systeem .......................................................................................2
7.4, 7.5, 7.6, 7.7 Cardiovasculair systeem ....................................................................... 14
7.8, 7.9, 7.10, 7.11 Cardiovasculair systeem.................................................................... 53
7.12, 7.13, 7.14 Neurologisch systeem ............................................................................ 77
7.15 Nefro- urogenitaalsysteem .................................................................................... 107
7.16, 7.17, 7.18 Spijsverteringsysteem .......................................................................... 110
Studieactiviteit 8 .............................................................................................................. 119
8.1, 8.2, 8.3 Farmacologie ............................................................................................ 119
Studieactiviteit 10 ............................................................................................................ 135
10.1, 10.2, 10.3, 10.4 Respiratoir systeem ..................................................................... 135
Studieactiviteit 12 ............................................................................................................ 151
12.1, 12.2, 12.3, 12.4 Cardiovasculair systeem .............................................................. 151
Studieactiviteit 14 ............................................................................................................ 171
14.1, 14.2 Neurologisch systeem .................................................................................. 171
Studieactiviteit 16 ............................................................................................................ 187
16.1, 16.2, 16.3, 16.4 Nefro- urogenitaal systeem .......................................................... 187
Studieactiviteit 17 ............................................................................................................ 200
17.1, 17.2, 17.3, 17.4, 17.5, 17.6 Haemostatisch systeem .............................................. 200
Studieactiviteit 18 ............................................................................................................ 216
18.1, 18.2 Afweer- en endocrinologisch systeem ........................................................... 216
Studieactiviteit 19 ............................................................................................................ 231
19.1, 19.2, 19.3, 19.4 Specifieke zorgvrager ................................................................... 231
Voorbeelden toets vragen ................................................................................................. 247
,Studieactiviteit 7 Orgaansystemen
7.1, 7.2, 7.3 Respiratoir systeem
• Benoemt de anatomische structuren en positie van het respiratoire systeem: neus-
/keelholte, luchtpijp, stembanden, farynx, larynx, trachea, bronchiën, bronchiolen en
de longen;
Neusholte (cavum nasi)
De neus bestaat uit 2 helften en daartussen zit het septum nasi (neustussenshot). De neus heeft
drie conchae, dit zijn neusschelpen van kraakbeen.
De neusholte is ook verbonden met de sinus paranasales, de neusbijholten. Ook de voorhoofdsholte,
kaakbijholte (sinus maxillaris) en de neusbijholte zijn verbonden met de neusholte.
Keelholte (pharynx)
Op de grens van de neusholte en de pharynx zit de waldeyerring. Alles wat we inademen of eten
komt langs dit lymfatische weefsel vol afweercellen. De waldeyerring bestaat uit 4 verschillende
,amandelen, zoals hieronder op de afbeelding weergegeven.
Op de overgang van de farynx naar de larynx ligt de epiglottis. De epiglottis sluit de larynx af bij eten,
drinken en slikken.
Larynx (strottenhoofd)
De larynx ligt laag in de keelholte en vormt de toegangsweg tot de luchtpijp en de longen. In de larynx
zitten de stembanden. De larynx is opgebouwd uit een aantal kraakbeenderen, genaamd de thyroid
en het cricoid. Het cricoid is een gesloten kraakbeenring. Zwelling van de mucosa (slijmvlies), leidt
daarom tot obstructie.
De trachea, de luchtpijp
Stofdeeltjes plakken aan het slijmvlies en worden door de trilhaartjes naar boven in de keel
getransporteerd.
, Bronchiën
Elke bronchie gaan naar 1 long.
Bronchiolen
De longen
- De rechterlong heeft drie lobben: de bovenste, middelste en onderste kwab ( lobus superior,
lobus medius, lobus inferior);
- De linkerlong heeft twee lobben, een bovenste en een onderste longkwab.
Om de longen zit longvlies. En door de longen loopt de longslagader en de longader.
• Benoemt de belangrijkste anatomische structuren van de longen: de kwabben,
segmenten, bronchiën, bronchiolen, alveoli en pleura;
De kwabben
- De rechterlong heeft drie lobben: de bovenste, middelste en onderste kwab ( lobus superior,
lobus medius, lobus inferior);
- De linkerlong heeft twee lobben, een bovenste en een onderste longkwab (lobus superior en
lobus inferior)