Verder HC 8
Bijzondere leveringsweigering – II
Maatstaf (voor netwerk en IE-gerelateerde EF’s) neergelegd in Bronner, IMS Health
Toegang tot EF is absoluut onmisbaar voor toegang tot naburige markt (r.o. 45) met nieuw
product
N.b. de enkele onrentabiliteit voor de toetreder is niet voldoende (Bronner, r.o. 43 –
46)
Er is daadwerkelijke consumentenvraag naar dit nieuwe product op deze markt (r.o. 49)
Maar Microsoft I, r.o. 647 à technische ontwikkeling
De leveringsweigering is niet objectief gerechtvaardigd (r.o. 51)
EF is dus een breekijzer waarmee je kan zeggen; jij hebt iets moois, en ik wil dat jij mij dat mooie ding
gaat leveren. Ik wil toegang tot dat ding, bijv. een IE recht. Je wil dat iemand je toegangsdiensten geeft.
De lat is hoog; het hele idee achter een marktwerking is dat zo’n monopolie ook de beloning is voor het
harde werken. Zonder beloning spant niemand zich meer in. De lat voor toepasbaarheid ligt dus hoog
voor toepasbaarheid van het breekijzer (de EF-doctrine). Toegang tot EF moet absoluut
onmisbaar zijn voor toegang tot naburige markt (r.o. 45) met nieuw product. Je dwingt
dus de beschermende onderneming om een nieuw product te creëren. De hamvraag is; is die toegang
absoluut onmisbaar? Is er werkelijk geen alternatief? Bijv. in Bronner: het is heel duur om een
landelijk distributienetwerk op te zetten voor Bronner. Dat kost zo 30 miljoen. Het enkele feit dat je
het niet terug kan verdienen is onvoldoende. Alternatief in Bronner? Kiosken. Niet huis aan huis
bladen verspreiden. Daarnaast moet er daadwerkelijke consumentenvraag zijn naar dit
nieuwe product op deze markt. Je moet aantonen dat dat wat jij doet niet een kopie gaat zijn van
dat wat er al is maar dat jij wat nieuws gaat toevoegen. Dat is een ingewikkelde vraag. Hoe ga je dit
bewijzen in de praktijk?
Ierse zaak Magill: IE-gerelateerde EF’s. Je had alleen maar een TV-gids met de programma’s voor 1
specifieke zender. Onderneming Magill wil dit veranderen. Dit was een nieuw product waarnaar
daadwerkelijk consumentenvraag was aan te tonen. IMS Health: systeem voor farmaceutische
verkoopdata. Wat artsen waar voorschrijven etc. Twee ondernemingen wilden dit systeem ook in
licentie. Dit was onmogelijk om zelf te reproduceren omdat er een geldig IE-recht op zat. Toegang was
dus absoluut onmisbaar. Maar ze gaan hetzelfde maken; een marketing analyse tool voor
farmaceutische verkoopdata. Maar is dit een nieuw product? En waar daadwerkelijke
consumentenvraag naar is? Moeilijk aan te tonen. Je moet innovatie aantonen en dat is het moeilijke
aan deze doctrine. Als je kijkt naar de manier waarop het Hof hiermee omgaat vanuit het SCP-
paradigma, zie je dat het Hof constateert dat de markt slecht is. Het gedrag wordt geskipt. We gaan
door naar de P. De P is sub-optimaal. Kan de onderneming die toegang wil aantonen dat de
monopolist van de EF er een potje van maakt? Misschien wel. Maar de beste methode om aan te tonen
dat hij er een potje van maakt is, is laten zien dat er te weinig innovatie is. Het feit dat er weinig
innovatie is, is de reden dat ik moet toetreden tot de markt want ik ga innoveren.
à Deze EF-doctrine stimuleert innovatie. Misschien wel ten koste van allocatieve en
productieve efficiëntie. Want wat gebeurt er al je dit breekijzer succesvol kan gebruiken? Microsoft:
inbakken door Microsoft van de Windows-mediaplayer en internet Explorer in de Windows
besturingssystemen. Het Windowsbesturingssysteem is de wereldstandaard voor besturingssystemen.
Is dit te reproduceren? Kan wel, maar is heel erg ingewikkeld. Nieuw product? Mwah. Je wil gewoon
jouw mediaplayer inbakken. Resultaat van de toezegging van de Commissie is dat de consument een
keuze kon maken uit een rijtje browsers bij het installeren van Windows. Als je een browser hebt, kom
je in dat rijtje te staan zodat nieuwe Windows-gebruiker, maar niet bovenaan. Zodra je een EF-
doctrine van toepassing verklaard zal je als mededingingsautoriteit moeten nadenken over de details.
Bronner: Mediaprint kan zodanig hoog distributiebedrag vragen aan Bronner, dat Bronner niet met
mij kan concurreren (Margin Squeeze). Dus je zal als mededingingsautoriteit de prijs voortdurend
moeten reguleren. Dit kost veel tijd. Microsoft: kwamen vervelende discussies. Hoeveel browsers
moeten erin staan? Je wil niet te veel; er moet nog overzicht zijn voor de gebruiker. 99% van de
mensen klikt op 1 van de 3 links bovenaan. Wie mogen daar staan? Hoe bepaal je de volgorde? Dit kan
je doen met een veiling door Microsoft of door de Commissie. Wie bepaalt? Microsoft? Wie krijgt de
inkomsten? Dit zijn allemaal details die je moet regelen als je een breekijzer toepast.
De laatste voorwaarde is dat de leveringsweigering niet objectief gerechtvaardigd moet zijn. Dit is een
ontsnappingsclausule. Op het moment dat Mediaprint kan zeggen dat zijn distributiesysteem gericht is
op een ochtendkrant en die wil dat niet aanpassen voor Bronner, is dat een objectieve rechtvaardiging.
1
, Bijzondere leveringsweigering - III
Vragen:
Hoe ‘nieuw’ moet het product zijn?
Hoe de toegang en prijs te regelen?
Normaliter wordt hier gespecialiseerd recht gebruikt (IE-recht à licenties; Liberalisatierecht
à TPA)
Maar ook dat blijkt soms onvoldoende à Deutsche Telekom en TeliaSonera
Art. 102 VWEU als liberaliseringsinstrument?
Grote vragen: Hoe ‘nieuw’ moet het product zijn? Heb je graden van innovativiteit voor nieuwheid?
Hoe de toegang en prijs te regelen? Wie gaat dit regelen? Welke voorwaarden? Dit zijn allemaal vragen
die openstaan als je 102 VWEU op deze manier gaat toepassen. Normaliter gebruiken we hier
gespecialiseerd recht voor; IE-recht. We hebben daar een compleet stelsel voor. We hebben ook een
distributienetwerk voor elektriciteit en voor gas. Bovenstrooms (van de Gasunie) en benedenstrooms
(Enexis). Dit is een ingewikkeld recht. Een gespecialiseerde toezichthouder kan hier toezicht op
houden, niet een algemene mededingingsautoriteit. Als die regulering tekortschiet, dan kan je nog
ingrijpen met je algemene mededingingsrecht. Dat zie je in Deutsche Telekom: Je hebt een regulator
voor dit soort marktliberaliseringstoezicht en een algemene mededingingsautoriteit voor algemene
markttoezicht. De regulator schoot hier tekort. Die had een (loop)tarief niet goed geregeld. Hof: je kan
dan nog wel achteraf de ergste excessen corrigeren met 102 VWEU. Maar dit is eigenlijk het beste
stelsel; een gespecialiseerde toezichthouder voor moeilijke markten met die natuurlijke monopolies,
naast de algemene.
Nieuwe vormen van misbruik in digitale markten
Digitale markten draaien op netwerkeffecten
Dus winner takes all/most
Google Shopping – deranking van derden ~ discriminatie
Google Android – koppelverkoop, exclusiviteitsbetalingen en anti-forking ~
portofoliomisbruik
BKartA Facebook – teveel data verzamelen ~ onbillijke privacy
Dit kan je ook aan het denken zetten over de rol van art. 102 VWEU in de moderne digitale economie.
Een paar grote dominante jongens reguleren het internet; Apple/Google bijv. Misschien is het wel juist
de beloning die Google verdient voor het maken van een goede zoekmachine. En dat Apple bijv.
misschien commissie krijgt over elke aankoop die je doet in de Appstore. Misschien is dit wel de
beloning die Apple verdient. Kan je hier 102 VWEU dan gebruiken en zeggen; jij verdient te veel? Je
moet het delen met anderen? Kan je 102 VWEU gebruiken als liberaliserings-instrument? Google
Shopping: alleen bepaalde dingen die voor Google goed zijn staan op pagina 1. Commissie heeft
gezegd; wij branden onze vingers er niet aan. Je hebt misbruik gemaakt in een vorm van discriminatie
en je mag dit zelf op gaan lossen. Zorg er maar voor dat er op 1 of andere manier gelijke behandeling
ontstaat tussen jou Shopping-zoekresultaten en andermans shopping-zoekresultaten. Hoe moet je zelf
uitzoeken. Luie oplossing van de Commissie. Je doet iets fout volgens de Commissie, maar de
Commissie gaat niet vertellen hoe je het wel moet doen.
Dit is wel 1 van de problemen die we krijgen als je kijkt naar de vormen van misbruik in de digitale
markt. Digitale markten draaien op netwerkeffecten; Google is zo groot vanwege de positieve
netwerkexternaliteiten die erin zitten. Google geeft relevante zoekresultaten omdat zij miljoenen
investeren in hun zoekresultaten/algoritme. En daardoor maken meer mensen er gebruik van, en dan
wordt het nog relevanter. Hoe betalen we dit? Google is aantrekkelijk als advertentie-doorgeefluik.
Zodra erop geklikt wordt, krijgt Google zijn geld. De netwerkexternaliteiten zitten aan onze kant; de
consumentenkant; wij profiteren ervan dat het zoekalgoritme beter wordt. Maar de advertentiekant
van de markt profiteert er ook van. Hierdoor kan Google dit beter verkopen.
Mag ik als Google onderscheid maken tussen mijn eigen shopping-site en een anders shoppingssite?
Kunnen we een onderneming dwingen zijn eigen dochter gelijk te behandelen met een willekeurige
derde-onderneming? Als onderneming moet je duurzaam winstgevend zijn. Kan je een onderneming
dwingen tot deze gelijkheid?
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper no1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.