100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
HC 10 Mededingingsrecht uitgebreid €2,99   In winkelwagen

College aantekeningen

HC 10 Mededingingsrecht uitgebreid

 22 keer bekeken  0 keer verkocht

Hele uitgebreide en duidelijke aantekeningen van HC 10 van het vak Mededingingsrecht. Niets gemist, want met opname teruggekeken.

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • 10 maart 2020
  • 6
  • 2019/2020
  • College aantekeningen
  • Onbekend
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (38)
avatar-seller
no1234
Verder HC 9: concentratietoezicht
Horizontale concentraties waarbij we aan het eind van deze reeks ook nog zullen ingaan op de
innovation spaces; dat je zou kunnen zeggen dat 1 van de schadetheorieën die ik heb bij horizontale
concentratie het verdwijnen van die druk op innovatie is. 2 laboratoria die niet meer concurreren en 1
lab worden. Dat is dan een monopolist en die hoeft niet meer slimmer en beter te zijn. Daarom heeft
de commissie voorwaarden verbonden aan de overname van Monsanto door Bayer.

Inhoudelijke toets – V Horizontale concentraties
› Gecoördineerde effecten /oligopolistische interdependentie
• Airtours/First Choice, 3 voorwaarden voor oligopolistische interdependentie:
• Transparantie
• Disciplinering
• Ontbreken van concurrentiedruk
• Voor coördinerende FFJVs à tevens toets aan kartelverbod (art. 2(4) CoVo / 37(3)
Mw.)
› Countervailing buyer power (Bolletje)
› Toetredingsbarrières

We gaan het nu hebben over die fusies waarbij het wat te gezellig wordt. Airtours/First Choice: dit
is een 4 naar 3 concentratie. Volgens de Commissie zou de markt met 3 ondernemingen te gezellig
worden. De gefuseerde onderneming zou kunnen gaan fungeren als prijseider, en de rest hobbelt
erachteraan. De commissie verbood deze fusie. Er ontstaat hier in economische termen
oligopolistische interdependentie, in juridische termen een collectieve machtspositie. De markt wordt
zo gezellig dat deze ondernemingen hun gedrag onderling gaan concurreren. Alternatief voor treaten is
een prijsoorlog op je afroepen. De ondernemingen ontkenden dit; de commissie kent onze markt niet.
Het gaat hier om pakketreizen. Ze zeggen dat ze geen mogelijkheid hebben voor een spontaan kartel.
Je moet hiervoor transparantie hebben, maar dat is deze markt niet omdat het ene hotel het andere
niet is, en de ene vlucht de andere niet is. Elke reis is bijna anders, dus er is geen transparantie.
Daarnaast is er nodig dat de prijsleider de anderen kan bestraffen/disciplineren als de anderen niet
volgen. Wat moet je doen als touroperator als je erachter komt dat 1 van de jongens jouw
prijsverhoging niet volgt? De prijs verlagen van de pakketreizen. Des te korter de boekingstermijn, des
te goedkoper de reis. Alle touroperators boeken ver van tevoren de vliegtuigstoeltjes/hotels al. In deze
markt is het niet makkelijk om zomaar extra capaciteit te creëren, want de vliegtuigstoeltjes zijn heel
duur en er zit een max. aan het aantal hotelplekken/vliegplekken. 3e voorwaarde voor oligopolistische
interdependentie: ontbreken van concurrentiedruk van concurrenten/consumenten. Wat als de
hele industrie alles 10% verhoogt? Blijft u stug op vakantie gaan? Nee, veel mensen doen dan wat
anderen omdat dit een luxeproduct is. De Commissie heeft deze zaak verloren op het feitelijk bewijs.

Als je dit behandelt als een 101-casus, aan welke kant van het woord ‘of’ zit je dan? Gevolg-kant. In
wezen is elke concentratie een operatie waarbij je een volledig gevolgenonderzoek moet
doen. Dus als je analogie wil maken tussen concentratiecontrole en 101 VWEU, dan moet je elke
concentratie behandelen als een samenwerking die er niet toe strekt de mededinging te beperken,
maar wel deze merkbare gevolgen kan hebben. En dat moet je commissie aantonen. Je kan geen
aannames doen maar moet precies weten hoe het in die markt functioneert. Dan kan je die fusie
eventueel verbieden. Behandel een concentratie alsof het een samenwerking is met eventuele
mededingingsbeperkende gevolgen.

Bij coördinerende FFJVs zet je een gemeenschappelijke dochteronderneming op. Behalve deze
dochter blijven wij als moeders ook actief op de benedenstroomse markt. Deze dochter kunnen we
gebruiken om ons benedenstrooms gedrag te coördineren. Stel; je hebt 2 laptopfabrikanten en de ene
is goed in toetsenborden en de ander in schermen. Logisch dat deze structureel willen samenwerken à
full function joint venture; een dochter oprichten die namens ons samen een nieuwe laptop gaat
maken/verkopen. Als je dan zelf stopt met het verkopen van laptops, is dit geen probleem want je hebt
gewoon 1 bedrijf dat deze laptops gaan verkopen (met schaalvoordelen etc.). Maar als je zelf beide
laptops blijft verkopen, dan kan je in de gaten houden wat de andere moeders productiecapaciteit is.
En dan kan je via die joint venture ons gedrag kan coördineren. Commissie: dit betekent wel dat in het
kader van de CoVo er dan ook een 101-toets bij komt. Deze komt in wezen op hetzelfde neer als de
significante beperking van de mededinging-toets. Namelijk; ik verbied de fusie pas als er
daadwerkelijk mededingingsbeperkende gevolgen zijn en deze ga ik combineren met de efficiënties die
in 101 lid 3 zitten. Dit is een extra toets in het kader van de CoVo.



1

, Countervailing buyer power. Bolletje wilde fuseren en daarmee de grootste van NL worden.
ACM wilde dit liever niet. Maar Bolletje zei dat 90% van de beschuiten gekocht werd door 2 grote
afnemers. Dan krijg je countervailing buyer power: tegenovergestelde marktmacht. Aan de
aanbodzijde van de markt wordt de gefuseerde onderneming heel groot, maar aan de vraagkant zit ook
een machtsblok (die 2 die alles opkopen). Dat heft elkaar op, want die 2 grote inkopers zorgen ervoor
dat de gefuseerde onderneming gedisciplineerd blijven en geen monopolieprijzen vragen. Dit is ook
weer het onderzoek naar de mededingingsbeperkende gevolgen. Dit had het ACM niet gedaan.
Toetredingsbarrières: de commissie kan bij een fusie ook kijken haar het gedrag van 1 van de
fuserende partijen. Op het moment dat een fuserende partij al een keer een probleem hebben gehad
met de Commissie omdat ze misbruik hebben gemaakt van een machtspositie en dan nog eens een
keer een partijen willen overnemen, dan zit het er dik in dat de toetredingsbarrières groter worden.
Op het moment dat de fusie de toetredingsbarrieres groter maakt, kan de commissie voorwaarden aan
de fusie verbinden.

Inhoudelijke toets – VI Horizontale concentraties
› Efficiency defense
• Ov. 29 CoVo en Richtsnoeren horizontale concentraties, para. 77 e.v.
• Inherent aan de concentratie
• Voordelen voor consumenten
• Efficiency attack à kan een efficiëntieverbetering een verslechtering van de
marktstructuur compenseren?
› Failing Firm Defense (Kali & Salz, BASF ro 140-143)
Kan je een fusie die leidt tot het versterken/totstandbrengen van een machtspositie rechtvaardigen
met een beroep op efficiencies? Daar is de CoVo niet eenduidig over. Overweging 29: efficiencies
kan je inbrengen bij een machtspositie. Commissie zegt dat het mag. Dan moet je aantonen dat het
inherent is aan de concentratie en voordelen voor de consumenten met zich meebrengt; in feite
gewoon 101 lid 3 maar dan naar analogie toegepast op efficiencies. De lat ligt hier wel hoger dan bij 101
lid 3, want bij 101 lid 3 is de samenwerking in principe tijdelijk. Hier is de verandering van de
marktstructuur is duurzaam. Daarom moet je de efficiencies goed aantonen en daadwerkelijk
onderbouwen dat je die efficiencies gaat doorgeven aan de consumenten. Efficiëntieverbetering
kunnen dus een verslechtering van de marktstructuur compenseren.

Maar er is ook iets als een efficiency attack. De commissie kan een fusie ook verbieden doordat een
efficiencies te groot worden. Bijv. bij een portfolio-houder. Ik noem dit het supermarkt-effect; het feit
dat een onderneming door een fusie/overname in staat is om een nog breder scala aan producten kan
leveren. Dat kan een probleem zijn voor de mededinging maar is in feite efficiency-vergroting die
wordt gebruikt om de fusie te verbieden. Een andere reden waarom je hieraan kan twijfelen (zit geen
efficiency defense in maar een attack) is goed lezen van de inhoudelijke toets. Als je kijkt naar de CoVo
zie je dat daarin staat dat bij een daadwerkelijk beperking van de mededinging de commissie ook
rekening moet houden met economische en technologische vooruitgang, mits deze een billijk aandeel
levert voor de consumenten. Maar dan gaat de analogie met 101 lid 3 mank. De zinssnede uit 101 lid 3
dat je een economische/technologische vooruitgang kan gebruiken om een mededingingsverstoring te
compenseren, hebben we die zinssnede niet in de CoVo. Dus er zit discrepantie tussen de preambule
(ov. 29) en de inhoudelijke toets.

Op korte termijn is het gaaf om een concullega over te nemen en deze efficiënties door te geven aan
consumenten. Op de lange termijn kan niemand voorstellen of de onderneming als hij de groot wordt
nog steeds een prikkel heeft om deze efficiënties door te geven. Je hebt het hier over een structurele
verandering van de markt; het compleet verdwijnen van een onderneming van de markt. Gaat de
mededinging nu om een bepaalde marktstructuur (een hoeveelheid ondernemingen die er ten minste
moet zijn) of gaat het om de Performance op de markt (op de korte of lange termijn)? In nog geen 10%
van de gevallen worden de efficiencies ook echt bereikt bij fusies. Commissie zegt daarom: ik ben niet
snel overtuigd en dan gaan we nog aan de veilige kant zitten. Je kan dit niet terugdraaien.

Failing Firm Defense: als ik een bijna faillietgaande concullega overneem en ik kan aantonen dat
marktaandeel dat vrij zou komen door de faillietverklaring sowieso bij mij terecht zou zijn gekomen,
dan is het niet mijn overname die de mededinging beperkt, maar zijn faillissement die de mededinging
beperkt. Dan zijn mijn overname goedgekeurd worden op grond van de mededingingsregels en is het
geen probleem op grond van de CoVo.




2

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper no1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen