Samenvatting biologie over erfelijkheid en DNA voor VWO 3 van de website 10voorbiologie. Bevat de volgende paragraven: 1) erfelijkheid, 2) DNA, 3) overerving, 4) puzzelen met erfelijkheid en 5) mutaties en evolutie.
Biologie H.12: erfelijkheid en DNA
12.1 erfelijkheid
Erfelijkheid: bij erfelijkheid worden veel eigenschappen van ouder op kind doorgegeven.
Erfelijkheidsleer of genetica: dit is de wetenschap die onderzoekt welke eigenschappen en op welke
manier deze worden doorgeven van ouder op kind.
Variatie: broers en zussen verschillen vaak veel van elkaar, dit komt doordat nakomelingen steeds
een andere combinatie meekrijgen van de erfelijke eigenschappen van hun ouders.
DNA: in het DNA liggen alle erfelijke eigenschappen opgeslagen.
Chromosomen: het DNA bestaat uit allemaal slierten, deze slierten noemen we chromosomen.
Chromosomen komen voor in de celkern.
Gen: chromosomen bestaan weer uit delen met elk een andere erfelijke eigenschap, deze delen zijn
de genen. Vaak komt een eigenschap naar buiten (12.2) door een combinatie van genen.
Genotype: dit zijn alle erfelijke eigenschappen samen. Dit genotype ontstaat tijdens de bevruchting,
hoe en of sommige eigenschappen naar buiten komen hangt af van de omgeving (milieu) waarin het
organisme opgroeit.
Milieu: dit is de omgeving en zijn de dingen waarmee een organisme in aanmerking komt.
Fenotype: dit zijn alle kenmerken aan de buitenkant (lichamelijk) en aan de binnenkant (geestelijk)
van een organisme. Dit fenotype hangt af van het genotype, milieu en hoe deze op elkaar reageren.
Celdeling: dit is een cel die zich deelt waardoor er nog een cel ontstaat. Er zijn 2 soorten celdelingen,
mitose en meiose.
Mitose: uit 1 cel ontstaan 2 dezelfde cellen. In elke lichaamscel zitten 46 chromosomen. Bij mitose
verdubbeld dit eerst naar 92 chromosomen, en als de cel zich dan gaat delen krijgt elke cel weer 46
chromosomen.
Meiose: bij deze celdeling ontstaan geen lichaamscellen, maar geslachtscellen. Dit vind plaats in de
eierstokken van de vrouw, en de testes van de man. Een zaadcel en eicel bestaan door meiose maar
uit 23 chromosomen zodat de bevruchte eicel weer 46 chromosomen krijgt. Het kindje wat hieruit
ontstaat, bestaat voor de helft uit erfelijke eigenschappen van de moeder, en voor de helft uit
eigenschappen van de vader.
, 12.2 DNA
Histon: dit is een eiwit waar de DNA-slierten zich omheen wikkelen.
DNA-basen: dit zijn de bouwblokjes waaruit elke trede van een DNA-sliert bestaat, elke
keer is het een combinatie van twee DNA-basen. Er zijn vier verschillende DNA-basen –
Adenine (A), cytosine (C), guanine (G) en thymine (T). Er zijn hierbij vier combinaties
mogelijk: T-A, A-T, C-G en G-C. De volgorde van de verschillende treden is de erfelijke
informatie.
RNA: soms heeft een cel een stukje informatie nodig van het DNA, moleculen zoeken
dit stukje op wat van de histonen wordt afgerold zodat er kopieereiwitten bij kunnen.
Deze maken er een tijdelijke kopie. Deze kopieën zijn het RNA.
Kernmembraan: Via kleine openingen in het kernmembraan kan het RNA de celkern
uit, het DNA kan dit niet.
Ribosomen: buiten de celkern wordt de informatie in het RNA door de ribosomen
omgezet naar een eiwit.
Expressie: de eiwit van het RNA kan binnen, of buiten de cel een taak hebben.
Hierdoor komt de informatie van het DNA naar buiten, dit noemen we expressie.
Expressie kan bijvoorbeeld je haarkleur of geslacht bepalen.
Allel: dit zijn de verschillende genen. Er zijn bijvoorbeeld hele belangrijke genen die
het organisme nodig heeft om te overleven, maar er zijn ook minder belangrijke genen
die bijvoorbeeld je oogkleur bepalen. Van de meest belangrijke genen bestaat er vaak
maar één allel, de minder belangrijke genen hebben vaak meerdere allelen, maar de
combinatie hiervan bepaalt uiteindelijk welke kleur van je ogen tot expressie (naar
buiten) komt.
Homologe chromosomen: in elke lichaamscel zitten 46 chromosomen, dit zijn 23 paar. Homologe
chromosomen zijn de 2 chromosomen die bij elkaar horen. De ene 23 chromosomen hebben
dezelfde genen als de andere 23, maar de allelen verschillen wel.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 25662. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.