Dit is een samenvatting van de stof van het vak beginselen van de democratische rechtsstaat. Dit vak krijg je in blok 1 van het eerste jaar rechten in Leiden. De samenvatting is opgedeeld in de lesweken. Het bevat alle weken van het blok.
Een staat is een organisatie met voorrang boven andere organisaties; die
- Effectief gezag uitoefent; over
- Een gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied.
Denken over de staat:
1. Middeleeuwen: het gezag was een persoonlijk recht van de vorst.
2. Renaissance en de verlichting:
Machiavelli: gezag moet een symbool van de vorst zijn om orde, vrede en eenheid te
scheppen.
Locke: gezag beperkt de vrijheid van het individu.
Rousseau: alleen door het sociaal contract bestaat gezag.
3. Tegenwoordig: elke burger is gelijkwaardig en heeft een gelijke invloed op het
staatbestuur.
Geen orgaan zal toestaan dat ze opzijgeschoven wordt, maar ieder orgaan dient ook zijn
verantwoordelijkheid te nemen. Zo houden deze organen elkaar in evenwicht en ontstaat een
stabiel stelsel van ‘checks and balances’: een verzamelbegrip voor allerlei manieren om
macht en bevoegdheden zo goed mogelijk te verdelen. Het systeem van checks and balances
kent een beperking en een wederactie om de balans weer terug te brengen.
Regering voert niet alleen meer de door het parlement gemaakte wetten uit, ze beslist ook of
een bepaald verdrag moet worden gesloten en ze moet daarnaast ook zelfstandig beslissingen
nemen bestuur.
Daarnaast is de regering ook belast met de wetgevende taak, samen met het parlement.
Geen machtenscheiding maar machtsverdeling.
Democratie:
- Vrije en anonieme verkiezingen van het parlement.
- Openheid van machtswisseling.
- Het parlement dient een centrale rol te spelen in het staatsbestel.
Een staat waarvan de organisatie erop gericht is dat burgers beschermd zijn tegen
machtsmisbruik door de staat zelf, wordt een rechtsstaat genoemd:
- De staat erkent dat individuen en particuliere instellingen een staatsvrije sfeer
toekomt.
- Handelen van het bestuur dar voor de burger bezwarend is, moet berusten op een
bepaling waarin de bevoegdheid tot dit handelen is gegeven.
- Een orgaan mag niet zijn eigen bevoegdheden vaststellen.
- Onafhankelijke en onpartijdige rechters.
Grondregels van een democratische rechtsstaat:
1. Geen bevoegdheid zonder grondslag in de wet of Grondwet legaliteitsbeginsel.
2. Niemand kan een bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoording schuldig te zijn of
zonder dat op die uitoefening controle bestaat.
Politieke verantwoordingsplicht van bestuurlijke organen tegenover
vertegenwoordigende organen.
Ambtelijke ondergeschiktheid: ambtenaren zijn verantwoording schuldig aan
hun chefs.
, Bestuurlijk toezicht: een bestuursorgaan kan gecontroleerd worden door een
hoger orgaan.
Strafrechtelijke verantwoordelijkheid: een gezagsdrager kan strafrechtelijk
verantwoordelijk zijn voor zijn daden.
Beroep: de meeste besluiten van bestuursorganen zijn vatbaar voor beroep,
waarbij de besluiten kunnen worden vernietigd of vervangen.
Burgerlijke rechter: als er geen publiekrechtelijke beroepsmogelijkheid is, is
de burgerlijke rechter bevoegd ambtshandelingen te toetsen aan de
privaatrechtelijke norm onrechtmatige daad.
Rechterlijke toetsing wetgeving: de rechter is in algemene zin bevoegd om de
wetgevende macht te controleren. Het is de rechter echter verboden om te
beoordelen of een wet in formele zin in strijd is met de Grondwet.
Buitengrondwettelijk constitutioneel vind je in parlementaire wetten die grondwettelijke
voorschriften verder uitwerken. Deze wetten noemen we organieke wetten omdat ze
voortkomen uit opdrachten in de Grondwet.
Voor gewoonterecht gelden twee voorwaarden:
- Regelmatige praktijk; en
- De overtuiging dat die juridisch bindend is.
Formele constitutie: de regels in de Grondwet
Materiele constitutie: omvat alle regels.
Staat volgens het Verdrag van Montevideo:
- Een permanente bevolking
- Een afgebakend gebied
- Een overheid
- Het vermogen om betrekkingen aan te gaan met de andere staten.
Soevereiniteit betekent dat staten zelfstandig over hun eigen lot kunnen beslissen zonder
externe inmenging.
Het constitutionele recht, ook wel staatsrecht, richt zich op de organisatie van de staat en zijn
instellingen.
Staatsvormen:
1. Eenheidsstaat:
- Hoogste macht bij de centrale overheid.
- Decentralisatie kan, overheid houdt de kernbevoegdheden.
- Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat.
2. Federale staat:
- Hoogste macht gedeeld tussen centrale niveau en deelstaten.
- Bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden verdeeld tussen de federale
en deelstaatregeringen.
- Bv Duitsland en de VS
3. Confederale staat:
- Zelfstandige staten werken samen, maar behouden grotendeels hun
soevereiniteit.
- Bevoegdheden zijn strikt verdeeld tussen confederale niveau en individuele
staten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper info8955. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,46. Je zit daarna nergens aan vast.