Dit is een samenvatting met alle stof van de lesbrief economisch beleid gemaakt door een vwo 6 leerling. Deze samenvatting betreft hoofdstuk 1, hoofdstuk 2, hoofdstuk 3, hoofdstuk 4 en de leerdoelen en begrippen van de lesbrief duidelijk genoteerd. Ook staan er duidelijke schema's in die ik gekrege...
Kunnen
* Omschrijven wat het financiële toezicht van een centrale bank inhoudt
* Uitleggen dat een centrale bank met een duaal mandaat een ruimere opdracht heeft dan een centrale bank met een enkelvoudig mandaat
* Omschrijven wat het monetaire beleid van een centrale bank inhoudt
* Drie redenen omschrijven waarom spaarders en beleggers een rentevergoeding eisen als zij geld uitlenen
* Omschrijven op welke manieren een centrale bank een bankrun probeert te voorkomen
* Uitleggen dat een economie gebaat is bij een stabiele (verwachte) inflatie
* Herkennen van bestedingsinflatie en (loon)kosteninflatie
* Loonkosten per product kunnen berekenen als loonkosten per werknemer gedeeld door arbeidsproductiviteit
* Reële waarde kunnen berekenen als nominale waarde gedeeld door prijspeil
* Uitleggen hoe een centrale bank de omvang van de maatschappelijke geldhoeveelheid kan sturen
* Herkennen van geldschepping en geldvernietiging
* Uitleggen in welke situatie een centrale bank een verruimend monetair zal voeren en hoe dat beleid de inflatie kan verhogen
* Uitleggen in welke situatie een centrale bank een verkrappend monetair beleid zal voeren en hoe dat beleid de inflatie kan verlagen
* Uitleggen hoe een centrale bank met openmarkttransacties de rente op interbancaire leningen richting het niveau van de vastgestelde
refi-rente stuurt
* Omschrijven van de rol van interbancaire leningen op de geldmarkt
* Beschrijven van het transmissieproces
* Uitleggen dat de duur van het transmissieproces een juiste timing van het monetaire beleid bemoeilijkt
* Uitleggen waarom er een effectieve ondergrens van de nominale rente bestaat
* Uitleggen dat banken in de problemen kunnen komen als ze negatieve rente aan al hun rekeninghouders gaan berekenen
,* Beschrijven hoe een centrale bank de kapitaalmarktrente omlaag kan brengen als op de geldmarkt de effectieve ondergrens van de rente
bereikt is
Directe ruil: Goederen worden direct tegen andere goederen geruild
Geld is een middel van indirecte ruil en heeft 3 functies:
1. Ruilmiddel
2. Oppotmiddel (=spaarmiddel)
3. Rekenmiddel
FINANCIËLE TOEZICHT BANK
De centrale bank houdt financiële toezicht op banken, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en andere financiële instellingen,
belangrijkste doel = vertrouwen van publiek, het geld in bewaring moet veilig zijn
→ Om te voorkomen dat het publiek dit vertrouwen verliest, houdt de centrale bank toezicht op alle financiële gegevens van een bank:
Enkelvoudig mandaat → Doel = zorgen voor prijsstabiliteit
Duaal mandaat → Doel = zorgen voor prijsstabiliteit en voor maximale werkgelegenheid (bv. Amerikaanse Fed), dus zorgen voor economische
groei
Een duaal mandaat is natuurlijk een ruimere opdracht, omdat het twee taken zijn. Dit betekent dat een duaal mandaat bredere economische
doelen heeft, terwijl een enkelvoudig mandaat vooral gefocust is op het beheersen van inflatie.
MONETAIR BELEID CENTRALE BANK
Monetair beleid is het beleid van een centrale bank om de geldhoeveelheid en de rente te beheersen, met als doel inflatie te beheersen,
werkgelegenheid te bevorderen en economische groei te ondersteunen. De centrale bank kan dit doen door bijvoorbeeld de rente te verhogen of
verlagen en door het kopen of verkopen van obligaties.
Spaarders en beleggers eisen rente om drie redenen:
1. Inflatievergoeding: Om het verlies van koopkracht door inflatie te compenseren.
2. Tijdsvoorkeur: Omdat ze liever nu geld hebben dan later.
3. Risicopremie: Om gecompenseerd te worden voor het risico dat het geld niet wordt terugbetaald.
Rentemarge: Het verschil tussen het rentepercentage dat de bank ontvangt van leners en betaalt aan spaarders
, BANKRUN
Bankrun: Bij een bankrun krijgen de spaarders een vermoeden van financiële problemen in de bank, hierdoor gaan zij hun spaargeld veilig
stellen door het massaal bij de bank op te eisen
→ Op langere termijn is dat geld vrij te maken en kan de bank het aan de spaarders teruggeven, maar op korte termijn niet
→ Faillissement van de bank
Om dit te komen treft de bank de volgende maatregelen:
1. Gemeenschappelijk toezichtsmechanisme
- In Nederland de ECB en DNB
2. Depositogarantiestelsel
- Bij bankfaillissement wordt maximaal €100.000 per bank in de EU aan de spaarder vergoed.
3. Lender in last resort (lener in laatste instantie)
- Een bank die dringend geld nodig heeft en alle andere opties heeft benut, kan geld lenen bij de Centrale Bank
● Voorwaarde is dat de bank over voldoende vermogen beschikt om aan de verplichtingen te voldoen, maar tijdelijk te weinig geld heeft
● Lening moet zo snel mogelijk worden terugbetaald
Een economie is gebaat bij een stabiele (verwachte) inflatie
Er zijn verschillende redenen waarom een beetje inflatie goed zou zijn voor de economie:
Doelstelling Europese Centrale Bank (ECB): 2% inflatie per jaar
1. Zichzelf versterkende deflatie voorkomen
- Deflatie zorgt voor uitstel van aankopen wat opnieuw voor deflatie kan zorgen
2. Inflatie wakkert bestedingen aan
- Door inflatie wordt nu geconsumeerd in plaats van morgen
3. Inflatie laat reële waarde schulden dalen
- Als de reële schuldenwaarde naar verwachting daalt, durven gezinnen en bedrijven makkelijker geld te lenen
4. Inflatie vergroot overlevingskansen van bedrijven tijdens crisis
- De reële loonkosten van bedrijven dalen
SOORTEN INFLATIE
Er zijn verschillende soorten inflatie
Kosteninflatie → Bij kosteninflatie stijgen de verkoopprijzen omdat producenten gestegen productiekosten doorberekenen in de verkoopprijzen
● Loonkosteninflatie: Inflatie die ontstaat doordat de loonkosten per product stijgen (als procentuele stijging loonkosten hoger is
dan procentuele stijging arbeidsproductiviteit), die worden doorberekend in de verkoopprijzen
Bestedingsinflatie → Bij bestedingsinflatie stijgen de prijzen omdat producenten profiteren van relatief sterk stijgende bestedingen
Geïmporteerde inflatie: Inflatie die ontstaat doordat de prijzen van geïmporteerde goederen en diensten stijgen
Winstinflatie: Inflatie die ontstaat doordat aanbieders een hogere winst willen behalen
Loonkosten per product = loonkosten per werknemer / arbeidsproductiviteit
RIC = NIC / PIC
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nenahesse. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,66. Je zit daarna nergens aan vast.