Soevereiniteit = ieder land staat vrij zijn wetgeving te regelen, welke bevoegdheden aan het bestuur en de rechterlijke
macht toekomen.
Recht van nationale oorsprong = recht om soeverein te regeren.
Kortheidshalve internationaal recht = recht van internationale oorsprong.
Volkenrecht = het deel van internationaal recht dat rechtsregels bevat over het verkeer tussen staten onderling en tussen
staten en volkenrechtelijke organisaties. Bestaat voornamelijk uit verdragen, besluiten van volkenrechtelijke organisaties en
regels van gewoonterecht.
Verdrag = schriftelijke, bindende regel tussen staten onderling of tussen staten en volkenrechtelijke organisaties.
Monitisch systeem (monisme) = rechtsregels uit een verdrag kunnen deel uitmaken van het nationale recht zonder dat er
eerst omzetting nodig is. (Vrijwillige inperking van zijn soevereiniteit)
Macht = een bevoegdheid die aan een orgaan is toegekend.
Machtenscheiding Trias Politica regels:
1. 3 machten: wetgevend, uitvoerend en rechtsprekend.
2. Worden alle 3 door afzonderlijke organen uitgevoerd.
3. Elk orgaan wordt enkel belast met zijn eigen taak of functie.
Checks = houden van toezicht van het ene orgaan op het andere.
Balances = gelijk machtsevenwicht tussen de staatsorganen. Geen hiërarchie binnen rechterlijke macht.
Legisme (Montesqieu) = het gehele positieve recht wordt door de wetgever geschapen.
Wetgevende macht = in NL door de Staten-Generaal (parlement), vertegenwoordigen het gehele volk en bestaan uit Eerste
en Tweede kamer.
Regering + Staten-Generaal = bevoegd tot maken van wetten en wetgeving. Staten-Generaal heeft controlerende rol net als
ministers afzonderlijk, zij zijn zelfstandig tot wetgeving bevoegd.
Uitvoerende macht (bestuur) = regering (Koning + ministers), ministerraad neemt besluiten over regeringsbeleid.
Kabinet = ministers + staatssecretarissen.
Koninklijk besluit = besluit genomen door de regering.
Beschikking = een rechtsvaststelling ten aanzien van een individuele persoon, regering gebruikt zijn bestuurlijke
bevoegdheid. Oordeel van de rechter over iets dat niets te maken heeft met een geschil. Moet worden vastgesteld in
overeenstemming met toepasselijke wettelijke voorschriften.
Algemene maatregel van bestuur = bevoegdheid regering verleend om binnen het kader van een wet zelfstandig nadere
regels te maken. (Algemeen verbindend voorschrift)
Decentralisatie = spreiding van de macht, tussen centrale en lagere overheden, afkomstig van regering en SG.
Territoriale decentralisatie = grondgebied
Functionele decentralisatie = doelstelling.
Autonomie = gemeenten en provincies hebben bevoegdheid om zelfstandig bepaalde aangelegenheden te regelen en
besturen.
Medebewind = gemeenten en provincies moeten meewerken aan de verwerkelijking van wat op centraal niveau al is
besloten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisa8. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,89. Je zit daarna nergens aan vast.