Minor Duits
Samenva'ng lessen
Week 1 Sprechen
• Alfabet
Welke le&ers spreek je anders uit?
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ ÄÖÜ
C tse U oe Z tset
G gay V fao Ä e
J jot W vee Ö eu
O oo X iks Ü uu
Q ku Y ypsilon ß es tset
• 3 verschillende E’s
- Lang of kort
- Gespannen of niet
• Lang = dubbele klinker, klinker + h
Voorbeeld: Beet, geht
• Kort = dubbele medeklinker
Voorbeeld: Be&, denn
De R wordt alleen aangegeven aan het einde van de le&ergreep en vóór medeklinkers.
Albjd de N uitspreken!
NL: Gute morge
DU: Gutn Morgn
Schreiben
• Personalpronomen
Ich
Du
Er, sie, es
Wir
Ihr
Sie
• Schwache Verben im Präsens (zwakke werkwoorden in de tegenwoordige bjd)
NL Pers. Vnw Stam Endung FE
Ik zeg Ich sag e e
Jij zegt Du sag st st
Hij/zij/het zegt Er, sie, es sag t t
Wij zeggen Wir sag en en
Jullie zeggen Ihr sag t t
Zij zeggen Sie/ sie sag en en
= FEESTTENTEN
• Uitzonderingen
Heißen Arbeiten Öffnen Sammeln
Ich Heiße Arbeite Öffne Sammele
Du Heißt Arbeitest Öffnest Sammelst
Er, sie, es Heißt Arbeitet Öffnet Sammelt
Wir Heißen Arbeiten Öffnen Sammeln
Ihr Heißt Arbeitet Öffnet Sammelt
Sie/ sie Heißen Arbeiten Öffnen Sammeln
Stam eindigt op:
- S, ß, z
- D, t
- Nen, men
- Eln
1
,NL: Mijn broer wil piloot worden.
DU: Mein Brüder möchte Pilot werden.
Worden = werden
NL: Ik ga je een sms sturen.
DU: Ich werde dir noch ein sms schicken.
Zullen/gaan = werden
Ich gehe mit dem Bus = Ik neem de bus lopend mee.
Ich fahre mit dem Bus = goed
• Hilfsverben: (staan nooit op zichzelf)
Haben (hebben) Sein (zijn) Werden (worden)
Ich Habe Bin Werde
Du Hast Bist Wirst
Er, sie, es Hat Ist Wird
Wir Haben Sind Werden
Ihr Habt Seid Werdet
Sie/sie Haben Sind Werden
• W-Wörter:
Wanneer Wann
Waarom Warum
Hoezo Wieso
Wat Was
Waar Wo
Waar vandaan Woher
Waarheen Wohin
Welke Welche
Waarvoor Wofür
Waardoor Wodurch
Wie Wer
• Data:
3. September
Am dri&en September
Boven de 20 à am einundzwäsbgen
• Opsommingswoorden:
Am Anfang Aan het begin
Als erstes, zweites Als eerste, tweede
Zuerst Eerst
Danach Daarna
Dann Dan
Nach der Pause Na de pauze
Und jetzt En nu
Weiterhin Verder
Daraunin Daarop
Anschließend Nadien
Im Anschluss daran Daarna
Zum Schluss Aan het einde
Gegen ende Tegen het einde
• Volgorde:
Letzte Woche In der letzten Woche
Zum Schluss Am Ende
Das Thema Die Themen
Zu beginn Am Anfang, zuerst
Zuerst: Danach: Schließlich: Während:
Erst Im Anschluss daran Am Ende Solange
Zu Beginn Daraunin Zuletzt
Am Anfang Anschließend
Zunächst Später
O- und U-Laute:
Ö- und Ü-Laute:
Diphthonge (Doppelvokale):
Neu: n(oi)
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisa8. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,16. Je zit daarna nergens aan vast.