Cognitieve ontwikkeling hoorcolleges
Hoorcollege 1
1 Introductie
Twee opdrachten:
- Eén voor cognitief en één voor taalontwikkeling.
- 5 punten voor elke opdracht.
Boekje belangrijk! Laatste jaar. à Flavell
ð Eerste drie hoorcolleges zijn zo opgebouwd. Leg deze bij leren naast elkaar.
Komen vragen over de verschillen!
ð Leer vanuit leerdoelen
ð Leesvraag aan begin college.
1.1 Leerdoelen cognitieve en taalontwikkeling:
• De belangrijke concepten binnen de domeinen van cognitieve ontwikkeling en
taalontwikkeling te benoemen en beschrijven.
• Het verloop van de normale cognitieve ontwikkeling en taalontwikkeling te
herkennen en beschrijven.
• De cognitieve ontwikkeling en taalontwikkeling te verklaren in termen van de
relevante theorieën.
• Kritiekpunten te benoemen bij concepten en theorieën van de normale
cognitieve ontwikkeling en taalontwikkeling.
• De relatie tussen concepten en theorieën binnen de normale cognitieve
ontwikkeling en taalontwikkeling en relevante concepten en theorieën in andere
domeinen van de normale ontwikkeling te beschrijven en onderbouwen.
1.2 Overzicht en doelen college 1:
• Wat is cognitie?
o Uitzoomen en inzoomen
• De cognitieve ontwikkelingstheorie van Jean Piaget
o Wie is Piaget?
o Hoe wordt cognitie ontwikkeld?
o Waarom is die ontwikkeling er?
o Wat ontwikkelt zich precies?
• Kritiek op Piaget
2 Wat is cognitie?
Cognitie en Motoriek:
Waar zit cognitie? Embodied cognition, cognitie en motoriek
® Embodied Cognition = Samenwerking tussen lichaam en brein (om zo hogere
cognitieve taken te kunnen vervullen). Als je kijkt wat mensen doen van nature als
ze zich groot genoeg voelen, gaan ze dat ook uiten.
,Cognitieve ontwikkeling hoorcolleges
o Macht/Kracht à open houding
o Zwakheid à gesloten houding
o Houding à ??
Cognitieve ontwikkeling: conceptualiseren.
Kennis, bewustzijn, intelligentie, denken, voorbeelden, scheppen, redeneren, plannen,
afleiden, probleem oplossen, classificeren en relateren, symvoliseren,,. fantaseren en
dromen, geheugen, …
Sociale cognitie à theory of mind.
Is maar de vraag of cognitie in ons hoofd zit.
2.1 Carney, Cuddy en Yap (2010)
• N= 42 (26 vrouwen, 16 mannen)
• Krachtige pose
o Toename van testosteron
o Afname van cortisol
o Gevoel van macht > zwakke pose
o Risicogedrag: 86%
• Zwakke pose
o Afname van testosteron
o Toename van cortisol
o Risicogedrag: 60%
o Conclusie: Fake it till you make it!
Twee poses innemen, van beide 1 minuut
Ze wisten niet wat er uiteindelijk gemeten werd, ze werden zo
neergezet.
Gevoel van macht: zelfrapportage
Risicogedrag: gokspelletje waarbij ze door het rollen van een dobbelsteen 4 euro konden
maken van hun 2 euro, of alles verliezen. 50/50 kans op 4 en op alles verliezen
Conclusie: Ook al voel je je niet sterk of krachtig, maar als je de houding aanneemt dan
verandert dit iets in je brein.
2.2 Cognitie vs intelligentie
“Het begrip ‘cognitie’ heeft vooral betrekking op het proces in het algemeen, terwijl
‘intelligentie’ in de regel gebruikt wordt om de kwaliteit van de cognitie van een persoon
te beschrijven in vergelijking met die van anderen. Maar in wezen verwijst het begrip
‘intelligentie’ net als ‘cognitie’ naar het vermogen om problemen te kunnen oplossen.
Maar over wat intelligentie nu precies inhoudt, wordt nog steeds veel gediscussieerd.”
(Eling, 2014, p110-111).
® Intelligentie = waardeoordeel over iemands cognitie. … Vaak vergeleken met
een normgroep.
,Cognitieve ontwikkeling hoorcolleges
2.3 Cognitieve ontwikkeling
Afbakening à Denkprocessen of mentale activiteiten waardoor we kennis verwerven
(Keenan, 2016)
Flavell: “It is an exciting, but also a confusing, time in which to be a student of infant
cognition.” (Flavell, 2002).
Bedoelt: Onderzoeken naar cognitie bij kinderen is zoveel inmiddels dat het lastig is hier
een overzicht in te vinden. Wat is nu de normale ontwikkeling. Veel tegenstrijdige
onderzoeken.
ð Niet vragen welke leeftijd wat. Wel, hoe kan het nu dat in het ene onderzoek iets
anders staat bij een leeftijd dan bij een andere. Scherp op zijn.
Ø Zoek naar verbanden
Ø Creëer overzicht
3 Wie is Piaget? Jean Piaget (1896-1980)
• Hoogleraar universiteit Genève
• Zwitser
o Bioloog
o Psycholoog
o Filosoof
Alle achtergronden zie je in zijn theorie terug. Hij is begonnen met het observeren van
zijn 3 kinderen. Beschrijvende theorie: Wat gebeurt er en wat zie ik?
Begonnen bij onderzoek bij zijn kinderen. Wat zie ik gebeuren en hoe denken zij?
Leesvraag: Wat wordt er volgens Piaget precies ontwikkeld, als we het hebben over
cognitieve ontwikkeling? En welke twee mechanismen zorgen voor die ontwikkeling?
Ø Cognitieve schema’s van Piaget
Ø Accommodatie en assimilatie
Hoe komt een baby’tje tot het volwassen denken. Hoe verloopt die ontwikkeling en
ontstaat die kennis. Hoe kom je van nul kennis tot meer kennis. Epistemologie. Hij wilde
de aard van kennis begrijpen.
Aard begrijpen: hoe ontstaat kennis en zien die cognitieve structuren eruit.
• Georiënteerd op de problemen van de epistemologie, ofwel: kennisleer
• Geïnteresseerd in het ontstaan van kennis
• Hoe kom je van minder kennis naar meer kennis?
• Doel: de echte aard van kennis begrijpen door te onderzoeken waaruit en hoe die
kennis is ontstaan. Door de kwalitatieve ontwikkeling van cognitieve structuren
vast te stellen.
Voor Piaget: Behaviorisme. Wat precies gebeurt in hoofd weten we niet. à Stimulus
respons relaties.
Piaget: Kunnen wel veel zeggen.
, Cognitieve ontwikkeling hoorcolleges
Passief ziet Piaget als actief. Baby’s hebben al bepaalde reflecties waardoor baby’s
interacteren/exploreren met omgeving. Ze maken hun eigen realiteit en hun cognitieve
schema’s. Reflecties is aangeboren. Hij noemt dat een schema: een cognitieve
structuur….
3.1 Uitgangspunten Piaget
• Behavioristen (vanaf 1913)
o Stimulus Respons reacties, door middel van strapen en belonen
o Organisme is een ‘black box’
• Piaget (met name > 1960)
o SOR à Stimulus 1 Organisme 1 Respons
o Kinderen exploreren hun omgeving op een [actieve/passieve] manier
o Kinderen construeren hun realiteit
o Kinderen construeren schema’s (= cognitieve structuur)
§ Een set van acties, herinneringen en strategieën om de omgeving te
begrijpen en voorspellen
§ Bijv: Zuigschema, Grijpschema, kijkschema, luisterschema
§ Grijpschema: 1. object waarnemen, 2. motorisch sturen van de
hand (reiken) en 3. grijpen van het waargenomen object
(Verhofstadt-Denève, et al., 2003)
® Schema: cognitieve capaciteit dat onderliggend is aan bepaald georganiseerd
gedrag. Schema is hetzelfde als concept, alleen dan gedragsmatig
o Beperkt aantal schema’s is aangeboren, zuigschema en kijkschema, en
daaruit ontwikkelen zich complexere thema’s.
4 Hoe wordt cognitie ontwikkeld?
® Adaptatie = Aanpassing aan de omgeving
Piaget heeft biologische achtergrond. Organisme willen zich aanpassen aan omgeving =
adaptatie. Is cruciaal. Gebeurt door assimilatie en accommodatie.
® Assimilatie
Door de interactie met de omgeving ontwikkelen we schema’s, dit zorgt ervoor dat we
ons kunnen aanpassen aan de omgeving. à Assimileren: wat er in jouw omgeving
nieuw is voeg je toe aan je huidige kennis/ referentiekader. Je past niks aan, aan je
kennis. Omgeving past zich aan. Wat kan ik ermee?
Dat aanpassen gebeurt op twee manieren:
o Integreren van kennis (de omgeving) in bestaande cognitieve structuren
o Bestaande cognitieve structuren worden gebruikt om nieuwe kennis te
interpreteren
® Accommodatie = Het aanpassen van de oude/bestaande cognitieve structuren
aan de omgeving.
Gebruik oude schema’s om nieuwe kennis te interpreteren. à Accommodatie:
tegenovergestelde. Je ziet iets in je omgeving en je kennis moet daarom aangepast
worden. Zodra wij ons aapassen, dan zijn we aan het accommoderen.