Samenvatting Aard, Omvang en Schade
Aantekeningen hoorcolleges en voorgeschreven artikelen
Artikelen week 1:
racketeering: illegaal opereren op legale markten
→ bijv. overnemen van overheidstaken door misdaadorganisaties: geweldsmonopolie en
recht om belasting te heffen (dmv protectie en afpersing)
transitcriminaliteit → Nederland dient als productieland, doorvoerland of bestemmingsland,
dus geeft dit begrip een betere beschrijving van de omvang van georganiseerde criminaliteit
dan racketeering
criminele samenwerkingsverbanden in Nederland: vaak geen piramidevorm, maar iedereen
is verantwoordelijk voor een bepaalde stap in het productieproces van bijv. drugs.
sneeuwbaleffect → personen worden via sociaal netwerk betrokken bij criminele
samenwerkingsverbanden, worden gaandeweg minder afhankelijk van andermans
hulpbronnen (geld, kennis, contacten) en beginnen zelf een nieuw samenwerkingsverband,
hierin worden weer nieuwe mensen betrokken enz.
Niet etniciteit vormt de basis van criminele samenwerkingsverbanden, maar de sociale
relaties die tussen verschillende personen bestaan
handicap van de illegaliteit → er kan niet worden teruggevallen op formele mechanismen die
het wantrouwen tussen partijen kunnen beteugelen (zoals contract), noodzaak tot
geheimhouding en afscherming
Kritiek op routine activiteiten theorie wat betreft georganiseerde misdaad:
1. geschikt doelwit: bij georganiseerde criminaliteit is er vaak geen sprake van 1
bepaald doelwit, maar worden er meerdere vormen van criminaliteit gepleegd (bijv.
diefstal, identiteitsfraude, douane ondermijning, etc.)
→ het geschikt doelwit richt zich vooral op diefstal
2. gemotiveerde dader: bij georganiseerde criminaliteit is er sprake van een complex
samenwerkingsverband, vaak gaan er werken van planning en voorbereiding vooraf
aan de misdaad.
3. afwezigheid van toezicht: mensen zullen georganiseerde misdaad moeilijk
herkennen, of angst voelen om het bij de autoriteiten te melden vanwege het
afschrikwekkende karakter van een criminele organisatie (groot sociaal netwerk),
daarnaast is er bij de criminele activiteiten van georganiseerde misdaad vaak weinig
toezicht, ook kan er sprake zijn van omkoping.
Veerkracht van criminele netwerken → niemand is onvervangbaar dus schakels kunnen
verloren gaan, maar de keten is gemakkelijk te herstellen, dit biedt veel veerkracht tegen
arrestaties en inbeslagnames.
Hoorcollege 1: Georganiseerde criminaliteit
Dreigingsbeeld (1992): Maffia
,→ vanaf het moment dat de maffia justitieel werd aangepakt, ontstond er een strijd tussen
justitie en de maffia. In 1992 werden er 2 maffia rechters vermoord in Italië.
- de georganiseerde misdaad in Nederland werd geframed als maffia in Italië.
Kenmerken maffia:
1. racketeering:
- georganiseerde misdaad als alternatieve overheid
- controleren regio’s en economische sectoren
- infiltratie van onderwereld in bovenwereld en macht overnemen
2. bureaucratische organisaties / piramides
→ maffia model, er is een baas, onderbaas, daaronder soldaten
die dingen moeten uitvoeren, taakverdeling
1993: onderzoeksteam gestart in NL naar georganiseerde misdaad
- verregaande opsporingsmiddelen ingezet: infiltratie in criminele
organisaties (IRT)
- enquêtecommissie Van Traa → parlementaire enquete over de
opsporingsmiddelen die worden ingezet rondom georganiseerde
misdaad
- er werd onderzoek gedaan naar de aard, omvang en
schade van georganiseerde criminaliteit
gerelateerde problemen:
- terrorisme → poltieke doelen nastreven met geweld
- organisatiecriminaliteit → criminele activiteiten binnen een wettige organisatie
- witteboordencriminaliteit
- professionele criminaliteit
- gangs / groepscriminaliteit
→ of dit onder georganiseerde criminaliteit valt, hangt ervan af of je een brede of beperkte
betekenis hanteert.
→ voor de definitie kijk je naar de kenmerken van:
- groepen (bijv. dat er een strakke hiërarchie moet zijn)
- criminele activiteiten (bijv. groot verband tussen misdaden)
Definitie die Fijnaart et. al (1996) hanteert: groepen
- primair gericht op illegaal gewin
- die systematische misdaden plegen met ernstige gevolgen voor de samenleving
- en in staat zijn deze misdaden op betrekkelijk effectieve wijze af te schermen, in het
bijzonder door de bereidheid te tonen fysiek geweld te gebruiken of personen door
corruptie uit te schakelen.
Commissie Van Traa (1996):
- opsporingsmethoden vs fenomeen
- definitie-discussie
- conclusie: geen sprake van een octopus organisatie die alles onder controle heeft in
Nederland, maar er was wel een zorg: geen italiaanse maffia toestanden in NL, maar
in de wallen in Amsterdam was hier wel sprake van.
- gebrek aan kennis en analyse
, Belangrijkste bronnen:
1. opsporingsonderzoeken (van politie en justitie)
→ focus op bepaalde groepen, dus daar is veel over bekend, over andere groepen
minder
2. spijtoptanten / pentiti
→ mensen die bijv eerst in de criminele groep zaten, maar ervoor kiezen om de
politie te helpen aan informatie, komt veel voor in Italië.
3. daderinterviews / etnografie
→ maar is de vraag of dat wel betrouwbaar is.
Eerste rapport Monitor Georganiseerde Criminaliteit
- criminele netwerken → veel daders met elkaar verbonden, hoofdpersonen (veel geld,
kennis en contacten) en minder belangrijke personen
- facilitators → mensen die zich in veel verschillende criminele netwerken bevinden,
die bijv geldtransacties of transport mogelijk maken.
- verwevenheid met de samenleving
Logistiek:
- Siebel & Bögel (1993)
- heeft invloed op mogelijke organisatievormen
- voorbeeld synthetische drugs → kun je overal maken, niet slechts op bepaalde
plekken in de wereld
Tweede rapport Monitor Georganiseerde Criminaliteit:
- transitcriminaliteit = georganiseerde criminaliteit toegespitst op de
grensoverschrijdende smokkel en illegale handel van goederen, personen en geld
- waarom transitcriminaliteit?
- winstmarges transitcriminaliteit → hele winstgevende business, importeren en
vervolgens ook exporteren, levert veel geld op
- sociale infrastructuur → NL samenleving is goed verbonden met andere
landen, handelscontacten
- logistieke infrastructuur → haven van rotterdam, schiphol, groot stedelijk
gebied met veel vrachtwagens etc.
- condities voor racketeering relatief ongunstig → overheid vormt een sterke
centrale macht, dus weinig ruimte voor racketeeering.
Aard VS omvang:
- omvang vaak moeilijk te meten
- aard heeft ook met omvang en schade te maken
bijv.
- criminele netwerken (kun je groepen tellen?)
- transitcriminaliteit VS racketeering (sommige aspecten raken de samenleving niet
echt, zoals drugshandel. van racketeering hebben vooral plaatselijke
gemeenschappen veel last)
- facilitators en betrokkenheid bovenwereld
- infiltratie van onderwereld in bovenwereld (bijv. legale vervoersector)