Samenvatting complexe cognitie
Otsukaresama deshita
31-8-2020 werkgroep 1
Leerdoelen
1. Wat is cultuur?
2. Hoe kunnen cognitieve processen anders werken in andere culturen?
3. Wat zijn verschillen tussen culturen en hoe beïnvloeden nature en nurture dit?
4. Wat is het verschil in waarneming tussen culturen en waardoor komt dit?
5. Wat is WEIRD?
Nabespreking
Wat is cultuur?
Cultuur (culture): bepaald door kenmerken en kennis van een bepaalde groep mensen,
inclusief taal, gebruiken, gewoonten, kleding, overtuigingen en filosofie
culturele syndromen (cultural syndromes) → dimensies van culturele variatie
o patroon van gedeelde attitudes, overtuigingen, categorisaties, zelfdefinities,
normen, roldefinities en waarden onder degenen die een bepaalde taal
tijdens een specifieke historische periode en in een definieerbare
geografische regio
benauwdheid (tightness): wanneer veel normen gelden voor veel
situaties en kleine afwijkingen daarvan worden bekritiseerd en bestraft
collectivisme (collectivism): wanneer het zelf wordt gedefinieerd als
een aspect van een collectief – vb familie
individualisme (individualism): het zelf wordt gedefinieerd als
onafhankelijk en autonoom van collectieven en persoonlijke doelen
krijgen voorrang op de doelen van anderen
culturele complexiteit (cultural complexity): het aantal verschillende
culturele elementen kan groot of klein zijn
culturele universaliteit (cultural universality) → fenomeen waarvan wordt
aangenomen dat ze de mensheid gemeen hebben
o stelt de vraag hoe culturen het vormgeven
cultureel relativisme (cultural relativism) → ga er niet vanuit dat een proces / strategie
/ capaciteit in alle culturen aanwezig is
in het algemeen vormt cultuur de manier waarop mensen aandacht besteden aan
hun omgeving, waarnemen, onthouden en leren en dus oordelen en beslissingen
nemen in hun omgeving
o radicaal cultureel relativisme (radical cultural relativism): zie cultuur niet als
een optelsom van meerdere onafhankelijke factoren, maar als een soort
gestart dat niet doorbroken kan worden
1
, Hoe kunnen cognitieve processen anders werken in andere culturen?
Hieronder gaan verschillende vergelijkingen gemaakt worden tussen verschillende soorten
culturen die er zijn:
Grieken Chinezen
Gebruiken logica (logic) voor cognitieve Hebben nooit logica gevormd
operaties – geometrie
Focus op het object
probeerden zijn gedrag te verklaren
eigendommen en categorieën
waarin het hoorde
Materie is gemaakt van discrete objecten of Materie als voortdurende substanties
atomen
Stabiliteit in de wereld (Plato) Wereld verandert voortdurend
Regels zijn analytisch (analytic) Regels zijn holistisch (holistic)
focus van de aandacht was op een waar een opvallend object zich
of ander opvallend object bevond
de eigenschappen van het object verhoudingen tussen objecten en
zijn beoordeeld en het object is aan gebeurtenissen in het veld
een categorie toegewezen
met de intentie de regels te vinden
die zijn gedrag beheersten
Er zijn verschillen, omdat:
1. de chinezen zijn sociaal onderling afhankelijk van elkaar
2. de grieken zijn onafhankelijker van elkaar, vertrouwen niet zozeer op sociale relaties
Westerse zelf Oost-Aziatische zelf
Samengesteld uit vaste attributen Afhankelijk van context
Kan zonder wijzingen van de ene instelling Mensen zijn sterk met elkaar verbonden
naar de andere gaan
Uniekheid (uniqueness) Mensgericht (people oriented)
Voorbeelden: Voorbeelden:
baby’s slapen in verschillende baby slaapt bij de moeder
bedden japanse moeder die met hun
wanneer amerikaanse moeders met kinderen speelt, gaat over
hun kinderen spelen, focussen ze gevoelens en relaties
hun aandacht op objecten en proberen te onderhandelen
andere attributen
business: een contract is bindend
Cognitieve verschillen (cognitive differences) → oost-aziaten en westerlingen verschillen in
de manier waarop ze causale attributies en voorspellingen doen, in hun vertrouwen op
logica vs dialectische principes en in categorisatie van basis van regels vs gezinsgelijkenis
en categorisatie op basis van gedeelde taxonomische labels vs relaties
Attributie en Westerlingen → leg gebeurtenissen uit aan de hand van eigenschappen van object
voorspelling (casual Oost-Aziaten → leg dezelfde gebeurtenissen uit aan de hand van interacties tussen
attribution and het object en het veld
prediction) Geval bij dieren:
chinees – zie het gedrag van de individuele vis voortgebracht door externe
factoren, namelijk de andere vis
amerikaan – zie dat het gedrag wordt veroorzaakt door interne factoren van de
individuele vis
Logica vs dialectiek Koreanen …
2
,(logic vs dialectics) … zijn gevoeliger voor ‘typischheid’ in deductie
… worden waarschijnlijk beïnvloed door de wenselijkheid van een voorstel om
te beoordelen of het logisch was, consistent met proposities waaraan het
deductief gerelateerd was
Chinezen …
… voelen zich meer op hun gemak bij hun schijnbare tegenstrijdigheden dan
dat amerikanen dit hebben
… hadden een grotere voorkeur voor spreekwoorden die een tegenstrijdigheid
bevatten
… zouden waarschijnlijk ‘middenweg’ oplossingen voorstellen
… proberen in beide de waarheid te vinden
Amerikanen hebben de ene of andere kan nodig om gelijk te hebben
Categorisatie Oost-Aziaten → classificeren objecten en gebeurtenissen op
(categorisation) basis van relaties en familie gelijkenissen
Amerikanen → classificeren op basis van regels die gebaseerd
zijn op categorielidmaatschap
Voorbeeld:
Amerikanen – zet koe en kip bij elkaar
Oost-Aziaten – breng koe en gras bij elkaar
Discussie en conclusies:
1. duidelijke verschillen in de cognitieve processen van oost-aziaten en westerlingen
a. categorisatie, causale attributie, vertrouwen op regels, gebruik van logica en
voorkeur voor dialectisch begrip van gebeurtenissen omvatten
b. komen voor een groot deel voort uit perceptuele verschillen, met name
verschillen in datgene waaraan aandacht wordt besteed
2. oost-aziaten houden zich bezig met het veld (field) → merken relaties en
veranderingen op en causale attributies
3. westerlingen besteden aandacht aan focusobjecten → categorisering en regels
4. oost-aziaten benadrukken rolverhoudingen en sociale harmonie → waarom?
a. omdat ze sinds de oudheid boeren zijn en met elkaar moeten opschieten
b. ook geïrrigeerde landbouw vereist effectieve hiërarchieën, die meer verticale
beperkingen toevoegen aan de verticale en horizontale beperkingen binnen
de familie en het dorp
5. grieken hadden bergen → hoefden niet samen te werken om te vissen en te jagen
a. zorgt voor afwezigheid van sociale zorgen en beperkingen
b. leidt tot focus op persoonlijke doelen
6. omgevingen beïnvloeden de perceptie en de daaruit voortvloeiende perceptuele
voorkeuren zetten mensen ertoe aan, verschillende omgevingen/culturen te creëren
3
, Onze cultuur geeft vorm aan hoe we aandacht besteden aan het milieu en de omgeving,
anderen waarnemen, onthouden, informatie leren en oordelen vellen
iemands eco-culturele omgeving wordt voorgesteld om onze veldafhankelijkheid
(field dependence) vorm te geven → de mate waarin de perceptie van een object
wordt beïnvloed door andere contextuele factoren
o westerlingen hebben de neiging om analytisch te denken en zich te
concentreren op de brandpunt objecten
o oost-aziaten hebben de neiging om holistisch te denken, gericht op context
o holistische denkers hebben de neiging om objecten te categoriseren op basis
van hun thematische en contextuele relaties, terwijl analytische denkers
categoriseren op basis van overeenkomsten
De oorsprong van deze verschillen in cognitie:
1. hypothese van sociale oriëntatie (social orientation hypothesis) → de sociale
oriëntatie – onderlinge afhankelijkheid vs onafhankelijkheid – kan culturele
verschillen verklaren in cognitieve stijlen
2. ondersteunend bewijs komt van bevindingen dat culturen of gemeenschappen die
verschillen in hun sociale oriëntatie hebben, ook vaak verschillen hebben in
cognitieve stijlen
3. conclusie → we moeten verder gaan dan de amerikaanse vs aziatische vergelijking,
door andere culturen en regio’s te bestrijken om volledig de relatie tussen cultuur en
cognitie te begrijpen (sociale oriëntatie speelt wel een belangrijke rol al)
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pleunreijnders. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.