HO1 Aantekeningen
Hoorcollege 1
Doel: Eerste stap op weg naar professioneel historicus
- Het gaat niet langer over het consumeren van kennis, maar over het produceren van
kennis.
- Om onderzoek te doen moet je zelf vragen stellen.
- Uiteindelijk een bachelorscriptie, als test of je onderzoek kan doen
Geschiedenis: Een academische discipline gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek
- Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, met eigen handboeken, tijdschriften en
leerstoelen(oude geschiedenis, eigentijdse geschiedenis enz)
Het aanleren van onderzoeksvaardigheden:
- In de hoorcolleges worden de centrale begrippen van de HO colleges uitgelegd. Het zijn
begrippen die je je hele studie nodig hebt.
- In de werkcolleges ga je met deze begrippen oefenen aan de hand van opdrachten
- Je moet naar de hoorcolleges en werkcollege komen anders kan je het vak niet volgen,
er is geen boek.
Toetsing: Inhoud hoorcolleges en powerpoints.
- Opdrachten voor werkcollege volgens pass/fail
- Tentamen 25 oktober voor een cijfer: Hoorcollege Stof: open vragen. Analyse van één
artikel (engels) volgens het model dat in de colleges wordt behandeld
- Om deel te nemen moet je ervoor zorgen dat je alle opdrachten gehaald hebt
Geschiedenis: 2 definities
- History 1: Geschiedenis als reeks van gebeurtenissen, als proces: Dat wat in het
verleden gebeurt is
- History 2: Geschiedenis als geschiedschrijving: de wijze waarop we het verleden
representeren, voorstellen
In deze cursus gaat het over history 2, het analyseren van teksten over het verleden met als
doel kennismaking met historisch onderzoek. In de andere vakken in dit semester doe je history
1, je leert de feiten in die vakken en dingen die al geweest zijn.
Model om teksten te analyseren:
1. Elementen: Hoe zit zit historisch denken in elkaar → logische vormen
(elementen)
2. Normen: Hoe bepalen we de kwaliteit van historisch denken →
evaluatiecriteria
3. Intellectuele deugden van de historici: Wat zijn de competenties van historici →
intellectuele deugden
Het kompas en de 8 elementen: Hoe analyseer je teksten?
Historici denken vanuit een bepaald perspectief, stellen doelen, die leiden tot vragen die ze
proberen te beantwoorden met interpretaties die ze baseren op informatie waarbij ze gebruik
,maken van begrippen en uitgaan van aannames met het oog op mogelijke implicaties van
hun werk.
1. Perspectief
Synoniemen: Standplaats, referentiekader, frame, invalshoek, gezichtspunt, wereldbeeld.
Definitie: Een houding die men aaneemt ten aanzien van een bepaalde zaak
2 mogelijkheden: historisch-wetenschappelijk (altijd) en ideologisch, dus politiek of
maatschappelijk ‘standplaatsgebondenheid’. Iemand schrijft met een bepaalde achtergrond
Voorbeelden historisch wetenschappelijk: Politieke geschiedenis, economische
geschiedenis, cultuurgeschiedenis, regionaal perspectief en vrouwengeschiedenis.
Pas op: Maak onderscheid tussen politieke standplaatsgebondenheid en historische
wetenschappelijke politiek.
2. Doel
Synoniemen: Doelstelling, streven, doeleinden en oogmerk
Definitie: iets dat iemand van plan is om te verkrijgen of te doen (hangt af van het publiek dat je
hebt)
Historici hebben doelen:
- Vanuit een politiek perspectief: Subalterne groepen een stem geven, nationale identiteit
vormgeven en politieke ontwikkelingen duiden
- Vanuit een wetenschappelijk perspectief: een bijdrage leveren aan het wetenschappelijk
debat en het populariseren van de resultaten van historisch onderzoek
3. Vragen
Synoniemen: Probleem, kwestie of vraagstelling
Definitie: een kwestie of zaak die besproken of onderzocht kan worden, iets dat gevraagd
wordt, in de zin van een poging tot kennisverwerving.
Elk onderzoek begint met een vraag. Je kan vaak de titel gebruiken
4. Informatie
Synoniemen: bewijsmateriaal, gegevens, feiten of kennis.
Definitie: Op eigen wijze verzamelde informatie via bijvoorbeeld lezen, observatie of horen
zeggen.
Primaire bronnen: De overblijfselen uit het verleden (kranten, spullen enz)
Secundaire literatuur: Wetenschappelijke literatuur over het verleden of wetenschappelijke
tijdschriften
Je moet wel citeren
5. Interpratie
Synoniemen: Bewering, claim, conclusie, gevolgtrekking, antwoord, oplossing. Het is dus het
antwoord op de vraag die je vind. Je moet ook regelnummers noteren
Definitie: de uitleg of de act van het uitleggen op basis van de beschikbare informatie.
Omschrijving van de definitie: Een mentale stap, een
,intelectuele daad, waarbij iemand concludeert dat iets op een bepaalde manier in elkaar zit
omdat iets anders zo is of lijkt te zijn
6. Begrippen
Synoniemen: Idee, theorie, principe, wet of model
Definitie: een idee of gedachte in het bijzonder een veralgemeend idee over een verschijnsel of
meer verschijnselen
- Gewone begrippen: koningen diplomatie etc
- Historiografische begrippen: Bronstijd etc, dingen die hebben gegeven, vaak op tijd.
- Begrip uit de tijd zelf: ‘broer’
- Technische leenbegrippen: spijkerschrift, globalisering. Termen die uit andere
wetenschappelijke hoeken komen, zoals dus globalisering uit de economie.
- Essentially contested concept: Begrippen waar niet een duidelijke betekenis voor is.
7. Aannames
Synoniemen: Vooronderstelling, veronderstelling, onderliggend idee of vanzelfsprekend idee.
Definitie: Een bewering die voor waar wordt aangenomen zonder een bewijs of voorbeeld.
8. implicaties
Synoniemen: Effecten, resultaten, nasleep, gevolg.
Definitie: Een bewering of waarheid dat voorkomt uit een andere bewering of waarheid.
Dus: Als je de visie uit een boek of artikel voor waar aannemen: Wat volgt daar dan uit? Wat
moet er dan gebeuren buiten de wereld? Bijvoorbeeld in een boek gaat een rijk ten onder aan
migratie, dan moeten dus de grenzen sluiten omdat migratie slecht is. Dit is een politieke
implicatie. Er zijn ook wetenschappelijke implicaties: Wat voor nieuwe vragen roept het boek
op? Uitgangspunt voor nieuw onderzoek. Als je doordenkt, wat komt er dan uit?
, Je kan van alle kanten het kompas in en en alle 8 de elementen staan er sowieso in
Zet op het tentamen neer: Vraag is impliciet
Is er dus geen vraag dan kijken naar interpretatie en informatie
Werkcollege 1
Cold war origins A
- Perspectief is westers, want ¾ bronnen is Amerikaans. Historisch- wetenschappelijk met
als onderwerp geschiedenis van de internationale betrekkingen. Het is politiek
ideologisch.
- Doel: informeren
- De vraag is impliciet: Hoe is de koude oorlog ontstaan
- Interpretatie: De sovjets zijn agressief en de amerikanen reageren erop
- Informatie: op handboek niveau, er wordt hier en daar wat geciteerd in de tekst en dan
de regelnummers waarin dat gebeurd
- Begrippen: probeer te categoriseren.
- Aannames: Su = communisme = totalitair en dus slecht en VS = kapitalisme =
democratie.
Cold war origins B
- Doel = Zelfde
- Vraag = dezelfde
- Interpertatie
- Begrippen prima
- Aanname is dat grote conflicten altijd te verklaren zijn uit grotere conflicten
Hoorcollege 2