,Inhoudsopgave
A: Reflectie.............................................................................................................................................3
Stap 1: Situatie schetsen.....................................................................................................................3
2: Betekenis geven..............................................................................................................................4
3: Onderzoeken..................................................................................................................................4
4: Alternatieven formuleren...............................................................................................................5
5: Verandering....................................................................................................................................5
B: Ethiek.................................................................................................................................................7
Inleiding..............................................................................................................................................7
Beschrijving van de morele waarden en belangen die ik in de zorg belangrijk vind.......................7
Herkenning van morele problemen (kort drie casussen)................................................................7
Beschrijving eigen casus.....................................................................................................................7
I Oriëntatie (explicitering van vertrekpunten)....................................................................................8
A. Wat was je eerste reactie toen je met het probleem geconfronteerd werd?............................8
B. Wat is de morele vraag op het eerste gezicht? Formuleer deze vraag vanuit jouw rol als
verpleegkundige.............................................................................................................................9
C. Met welke - ‘harde’ - feiten moet er bij deze morele vraag rekening worden gehouden?.........9
Dhr. heeft een out of hospital cardiac arrest gehad op basis van ventrikelfibrilleren. Dit betekent
dat dhr. een levensbedreigende ritmestoornis heeft gekregen waardoor zijn bloedsomloop stil is
gevallen. Hierdoor heeft hij een hartaanval gehad en is hij gereanimeerd....................................9
D. Wie zijn er bij het probleem direct betrokken?..........................................................................9
E. Welke handelingsmogelijkheden zijn er met betrekking tot de morele vraag? Som zoveel
mogelijk verschillende mogelijkheden op.....................................................................................10
F. Heb je voldoende informatie in verband met de morele vraag of ontbreekt er belangrijke
informatie? Geef in het laatste geval aan welke informatie ontbreekt........................................10
II Analyse (verdieping)......................................................................................................................11
A. Hoe wordt de gegeven zorg (aandacht) ontvangen? Waaruit blijkt dat?.................................11
B. Hoe beleeft de zorgvrager (en/of een naaste als hoofdbetrokkene bij het probleem) de
situatie? Wat zijn met name diens behoeften of verwachtingen met betrekking tot zorg? Ga
hierbij uit van wat waargenomen is maar wees niet bang dit te interpreteren............................11
C. De morele vraag (I.B) vraagt of een bepaald handelen juist is. Wat zijn de argumenten vóór de
juistheid van dit handelen, en wat zijn de argumenten ertégen? Anders gezegd, herhaal de
morele vraag en beantwoord deze dan in de zin van ‘ja, want …’ en ‘nee, want ...’....................12
F. Wat is nu het morele kernprobleem?.......................................................................................13
G. Wie aan de kant van de hulpverleners kan of kunnen knopen doorhakken in de situatie van
het morele probleem? Licht je antwoord kort toe, vooral als het - mede - om anderen dan
verpleegkundigen gaat.................................................................................................................13
III. Conclusie (bepaling eigen standpunt)..........................................................................................13
1
, A. Door welke waarde(n) laat jij je bij het morele probleem vooral leiden?................................13
B. Welk plan van aanpak verdient op grond van deze afweging (III.A) en van eventuele andere
punten uit het voorgaande (zoals I.F en II.A-B) de voorkeur? Geef in je antwoord dus precies aan
welke concrete stappen in welke volgorde je wilt ondernemen..................................................14
C. Welke morele kwaliteiten vereist dit plan van aanpak van jou (jullie) als zorgverlener(s)? Licht
dit zo nodig kort toe.....................................................................................................................14
D. Welk gevoel roept deze conclusie (m.n. III.B + C) bij je op? Geeft deze een goed / tevreden
gevoel? Zo niet, vraag je dan af waarom niet; dit kan leiden tot een heroverweging en
aanpassing van je casusbespreking...............................................................................................14
Wat heb ik geleerd?..........................................................................................................................15
C: Reflectie op de bijeenkomsten.........................................................................................................16
Literatuurlijst........................................................................................................................................17
Bijlagen.................................................................................................................................................18
Bijlage 1: Reflectieverslag 2..............................................................................................................18
1: Situatie schetsen.......................................................................................................................18
2: Betekenis geven........................................................................................................................18
3: Onderzoeken............................................................................................................................19
4: Alternatieven formuleren.........................................................................................................19
5: Verandering..............................................................................................................................20
Bijlage 2: Peerreview........................................................................................................................21
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jaravernooij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.