Uitgebreide samenvatting (65 blz) van Social Cognition (3th ed., Fiske & Taylor, ISBN: 308). De hoofdstukken zijn per week ingedeeld, alle begrippen worden behandeld. Schema's en tabellen zijn bijgevoegd. Ik haal hoge cijfers met mijn samenvattingen.
ECONOMIC & CONSUMER PSYCHOLOGY
Samenvatting Social Cognition
PSYCHOLOGIE 2019-2020
, INHOUD
Week I (Hoofdstuk I & 2)……………………………………………………………………………3
Week II (Deel hoofdstuk 15)……………………………………………………………………….12
Week III (Hoofdstuk 3 & 4)…………………………………………………………………………15
Week IV (Hoofdstuk 5 & 6)…………………………………………………………………………24
Week V (Hoofdstuk 7 & 8)………………………………………………………………………….36
Week VI (Hoofdstuk 9, 10 & Deel 15)……………………………………………………………..43
Week VII (Hoofdstuk 11 & 12)……………………………………………………………………...52
Week VIII (Hoofstuk 13 & 14)………………………………………………………………………60
2
, WEEK I
Hoofdstuk 1: Introduction
Sociale cognitie
De studie naar hoe mensen zichzelf en anderen begrijpen. Deze studie is nauw gerelateerd aan cognitieve
psychologie, omdat er gebruik wordt gemaakt van cognitieve modellen die bijvoorbeeld leren en denken
beschrijven. Het bevat eigenlijk twee routes:
I. Fenomenologie: systematische beschrijving van hoe gewone mensen zeggen dat zij de wereld ervaren.
II. Naïeve psychologie: alledaagse theorieën van mensen hoe zichzelf en anderen.
Solomon Asch: onderzoek naar sociale cognitie. Hij stelde dat we anderen ervaren als een psychologische
eenheid waarvan we de persoonlijke kwaliteiten in één impressie binden.
Configuraal Model
- Holistische benadering: focus ligt op het geheel van de samenkomst van delen en de relaties
daartussen.
- Mensen vormen een indruk van anderen door individuele elementen samen te voegen in een algemene
impressie. Daarbij worden dubbelzinnige en discrepante betekenissen van termen (vb IQ) aangepast.
- Cognitieve schema’s.
Algebraïsch Model
- Elementaire benadering: geheel in stukjes opdelen en die eerst analyseren voordat deze worden
samengebracht. Kleine stukjes combineren tot een groter geheel.
- Individuele trekken worden apart beoordeeld en die beoordelingen vormen samen een algemene indruk.
Voor- en nadelen van een persoon worden dus gecombineerd om tot een impressie te komen.
Britse filosofen: elementaire, mentale scheikunde
- Ideeën zijn eerst sensaties en percepties, deze worden geassocieerd met tijd en ruimte.
- Herhaling is van belang voor de vorming van een mentale verbinding. Dus als je iedere keer als je moet
niezen, zakdoekjes gebruikt. Zul je na een aantal keer, iedere keer als je niest, aan zakdoekjes denken.
- De frequentie bepaalt de sterkte van de associatie.
Wundt & Ebbinghaus
- Eerste psychologisch laboratorium.
- Introspectie: analyseren van elementen in zichzelf door te bepalen hoe deze daar zijn gekomen en hoe
deze zijn verbonden.
- Associaties en introspectie vormen het begin van de moderne experimentele psychologie.
Immanuel Kant
Mentale fenomenen zijn subjectief en de hersenen bouwen hun eigen realiteit op basis van informatie die zij
binnen krijgen.
Gestalt Psychologie (Asch, Kant & Lewin)
- Holistische benadering.
- Beschrijving van een event op basis van onmiddellijke ervaring en perceptie (fenomenologie).
- Stelt dat een beschrijving van een enkel element afhankelijk is van de context. Een C kan bijvoorbeeld in
de bladmuziek van een lied met lage tonen een hoge toon zijn, terwijl hij in een ander lied misschien
laag is.
Persoon-Situatie Veld Theorie (Kurt Lewin)
- Psychologisch veld: de sociale omgeving zoals die door een individu wordt ontvangen.
- Nadruk op fenomenologie en dus de constructie van een situatie door een individu.
- Om een persoon te begrijpen, zijn er meerdere krachten die moeten worden begrepen en niet het
individu alleen.
3
, - Het totale psychologische veld wordt bepaald door twee paren van factoren.
o De persoon in de situatie. Een persoon (met zijn attributies, behoeften en overtuigingen) heeft
invloed op de situatie waarin hij zich bevindt en andersom.
o Cognitie en motivatie. Bij cognitie gaat het vooral over de interpretatie van de wereld, wanneer
die onduidelijk of incompleet is, bestaat er verwarring. Cognities helpen bij wat iemand gaat
doen, dus de richting van gedrag. Maar dit is niet voldoende, daarvoor is motivatie nodig. Dit
bepaald óf iemand het ook gaat doen, het is dus de motor van gedrag.
Probleem van introspectie: als mijn theorie gaat over mijn introspecties en jouw theorie over de jouwe, hoe
beslissen we dan welke theorie juist is?
Verloop naar de moderne experimentele psychologie
I. Introspectie
II. Behaviorisme (Thorndike, Skinner & Watson): alleen gedrag is belangrijk, want dat is observeerbaar.
Het gaat over de observeerbare stimulus (S) die een respons (R) uitlokt. Bij onderzoek naar
discriminatie, houden behavioristen bijvoorbeeld geen rekening met cognitieve stereotypering.
III. Cognitieve psychologie terug: taalontwikkeling en taalproductie.
IV. Informatieverwerking: idee dat mentale acties kunnen worden opgebroken in sequentiële fases.
a. Vraag begrijpen - interne informatie zoeken (terughalen herinnering) - antwoord verifiëren -
antwoord geven.
b. Terug naar wat er in het hoofd gebeurt.
c. Computer als gereedschap om menselijke cognitie te simuleren.
d. Computer als metafoor van het brein: in- en output, geheugenopslag.
V. Cognitieve neurowetenschap: samenvoegen lichaam en geest.
Sociale psychologie is cognitief om drie redenen:
I. Lewin: sociaal gedrag is een functie van menselijke perceptie van de wereld. Daarbij beïnvloedt de
aanwezigheid van anderen en ons voorstellingsvermogen ons gedrag.
II. Gedachte - Gevoel - Gedrag.
III. De mens staat eigenlijk als denker tussen de oorzaak en het resultaat in. Er is dus sprake van een
SOR-theorie: stimulus - organisme - respons.
Denker Rol van motivatie Rol van cognitie Bijpassende theorie
Consistentie Verminderen van Ideeën over gedrag en Dissonantietheorie
zoeker discomfort door overtuigingen Drive-reductie model
cognitieve discrepanties Output-gericht.
Naïeve Voorspellen, controle en Rationele analyse: bij Attributietheorie: beschrijven
wetenschapper rationaliteit genoeg tijd komt een causale analyse van
individu tot een rationele, mensen over de sociale
logische conclusie. wereld.
Cognitieve Snel en adequaat begrip Shortcuts door limiet op Heuristieke besluitvorming
gierigaard (rol bijna verdwenen) capaciteit
(miser)
Gemotiveerde Denken is voor doen in Interactie doelen Duale verwerkings-modellen
tacticus een sociale context organiseren cognitieve Stereotypering
strategieën
Geactiveerde Sociaal overleven Automatisch affect en Impliciete associaties:
acteur Voorspoed gedrag context heeft onbewust
invloed op gedrag.
Basale kenmerken van sociale cognitie onderzoeken
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lindavanbeest. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.