Leesdossier
Nederlands
Marijn de Lange
Mevrouw Jansze-Groesbeek
L6vb
,Inhoudsopgave
1 - Karel ende Elegast 3
2 - Max Havelaar 8
3 - Sara Burgerhart 13
4 - De klucht van de Molenaar 20
5 - Turks Fruit 22
6 - Vals Licht 29
7 - Tirza 37
8 - Het hout 45
9 - Karakter 54
10 - Een goede dag voor de ezel 67
11 - De donkere kamer van Damokles 74
12 - Een nagelaten bekentenis 82
13 - Poëzie 89
Bijlage 101
Boek-boek vergelijking: Turks Fruit & Vals Licht: 101
Recensies 111
1
,1 - Karel ende Elegast
Marijn de Lange
Titel: Karel ende Elegast
Auteur: Onbekend
Pagina’s: 56
Jaar van uitgave: 1250
Genre: Middeleeuws verhaal
Samenvatting
Als Karel de Grote op zijn slot verblijft te Ingelheim aan de Rijn, waar hij de volgende dag
een hofdag zal houden, verschijnt er tijdens zijn slaap een engel. Deze geeft hem namens
God de opdracht om te gaan stelen. Karel negeert de oproep, maar de engel verschijnt voor
de tweede keer. Nu schrikt hij: dat moet een streek van de duivel zijn! Voor de derde keer
spoort de engel hem aan, en nu zeer nadrukkelijk, om Gods bevel op te volgen, anders kost
het hem zijn leven.Nu is het voor Karel duidelijk: dit is een boodschap van God! Hij besluit te
doen wat hem is opgedragen.Terwijl hij zich gereed maakt, vraagt hij zich af waarom hij, de
rijkste en machtigste man ter wereld, keizer van een immens rijk, uit stelen moet gaan. Als
hij naar buiten gaat, merkt hij tot zijn verbazing dat alle deuren openstaan en dat alle
wachters in diepe slaap liggen. Onopgemerkt verlaat hij zijn kasteel.Onderweg, op zijn paard
gezeten, smeekt hij God om bijstand op deze gevaarlijke tocht. In het maanlicht en onder
een heldere sterrenhemel rijdt hij een woud binnen. Hij overdenkt zijn eigen optreden tegen
dieven: hij vervolgt ze waar hij maar kan. Nu voelt hij wat het zeggen wil om altijd in
doodsangst te moeten leven. Hij neemt zich voor om nooit meer een dief om een kleinigheid
te laten doden. Daarbij moet hij vooral aan Elegast denken, een van zijn leenmannen,die hij
voor een onbeduidend vergrijp samen met al diens vazallen van zijn leengoed verjaagd
heeft. Sindsdien moeten zij door roven en stelen zien te overleven. Elegast berooft echter
nooit arme mensen, maar uitsluitend rijken en geestelijken. Omdat Karel hem fervent
najaagt, houdt de groep zich schuil in de bossen. Karel vraagt God of hij Elegast deze nacht
mag ontmoeten,opdat die hem kan helpen. Kort daarna nadert er een in het zwart uitgeruste
ridder. Karel ziet hem voor de duivel aan en hij slaat een kruis. De zwarte wil de kostbare
wapenrusting van de vreemdeling wel buit maken.Ze passeren elkaar zonder groeten,maar
dan wendt de zwarte ruiter zijn paard en vraagt naar naam, afkomst en reisdoel van de
ander. De koning weigert zich bekend te maken. Het draait uit op een felle vechtpartij waar
de stukken vanaf vliegen. Gelukkig slaat Karels tegenstander zijn eigen zwaard in tweeën.
Karel is een nobele ridder: hij vecht niet tegen een ongewapende vijand.Hij belooft het leven
van de zwarte te sparen als die zijn naam zegt. Die naam is: Elegast. De koning begrijpt dat
God zijn gebed heeft verhoord. Hij wil zijn werkelijke naam niet noemen en stelt zich daarom
voor als de dief Adelbrecht, die zonder onderscheid zowel arm als rijk overvalt en inbreekt in
kerken en kloosters. Ze besluiten deze nacht samen op roof uit te gaan. Adelbrecht wil gaan
inbreken in het kasteel van de koning. Elegast verzet zich hiertegen: hij wil zijn rechtmatige
heer geen schade toebrengen, ook al heeft die hem onrechtvaardig gestraft. De koning is
2
,getroffen door dit blijk van trouw. Hij neemt zich voor om, als hij weer veilig thuis is, te
zorgen dat Elegast opnieuw een eervol leven kan leiden. Elegast stelt voor om een
inbraakpoging te doen bij Eggeric van Eggermonde, een andere leenman van Karel, die
getrouwd is met diens zuster. Volgens Elegast is Eggeric een verrader, die zelfs de koning
naar het leven staat als hij de kans krijgt, hoewel hij volop diens gunst geniet.
Karel/Adelbrecht vindt dit niet zo'n gek plan, zijn zuster zal hem dan in geval van nood wel
willen beschermen.Op weg naar Eggerics burcht raapt Adelbrecht een ploegijzer op dat op
het land is achtergebleven, om het als inbrekersgereedschap te gebruiken. Bij de burcht
aangekomen, vraagt Elegast aan zijn maat hoe ze de klus het best kunnen klaren. Hij wil
niet verantwoordelijk zijn voor een mislukking. Adelbrecht beweert in het kasteel de weg niet
te weten en wil dat Elegast naar binnen gaat. Elegast pakt een breekijzer om een gat in de
muur te maken en Adelbrecht zijn ploegmes. Als Elegast hem met dat instrument ziet
klungelen lacht hij hem uit. Dief Adelbrecht beweert zijn eigen breekijzer te zijn kwijtgeraakt
tijdens een achtervolging.Als het gat groot genoeg is, kruipt Elegast er door. Adelbrecht blijft
buiten staan. Elegast heeft een takje kruid in zijn mond gestoken, waardoor hij dieren kan
verstaan. In de hof hoort hij de haan tegen de hond zeggen dat de koning buiten staat. Hij
schrikt vreselijk, holt terug en vertelt aan zijn maat wat hij zojuist gehoord heeft. Hij wil
onmiddellijk de benen nemen. Als Elegast de ongelovige Adelbrecht ook een takje in de
mond steekt, hoort die hetzelfde. Hij weet Elegast te bewegen om toch naar binnen te gaan.
Als die zijn kruid terugvraagt, is Adelbrecht het kwijt.Elegast heeft het ongemerkt uit zijn
mond weggenomen en lacht hem uit: 'Ghi en weet van stelen niet een haer!' De koning weet
hoezeer Elegast gelijk heeft en bidt God opnieuw om hem bij te staan. Door toepassing van
toverkunsten verkrijgt Elegast onopgemerkt de kostbaarheden die hij op het oog heeft. Dief
Adelbrecht wil meteen wegrijden, als zijn makker met de buit terugkeert. Die is echter nog
niet tevreden. Er ontstaat een woordenwisseling, maar uiteindelijk gaat Elegast terug om uit
Eggerics echtelijke slaapkamer diens kostbare zadel met rood gouden belletjes te stelen.
Zodra hij het zadel beetpakt, wordt Eggeric wakker van het gerinkel. Bij de ruzie die dan met
zijn vrouw ontstaat, bekend Eggeric dat hij de volgende dag een moordaanslag op de koning
wil plegen. Zij protesteert hevig, maar Eggeric slaat haar een bloedneus. De vrouw buigt
haar hoofd over de rand van het bed en Elegast vangt het bloed in zijn handschoen op als
bewijs.Buiten gekomen brengt hij, geschokt, verslag uit aan zijn maat en wil onmiddellijk
teruggaan om Eggeric te doden. Om Elegast te beproeven stelt Adelbrecht zich onverschillig
op wat betreft de aanstaande moord op de koning. Uit de woedende reactie van Elegast
blijkt nogmaals diens trouw. De koning neemt zich nogmaals voor het met Elegast goed te
maken. Dief Adelbrecht weerhoudt Elegast van onmiddellijke actie en stelt voor de koning te
waarschuwen.Elegast durft niet als boodschapper naar het hof. Die taak neemt Adelbrecht
voor zijn rekening.De buit kunnen ze morgen verdelen. Karel rijdt terug naar zijn kasteel,
waar de toestand onveranderd is, zodat hij ongemerkt zijn slaapvertrek bereikt. Hij heeft de
reden van zijn vreemde opdracht begrepen: God wilde zijn dood voorkomen en daarom
moest hij het complot ontdekken. Hij vraagt advies aan zijn geheime raad. Men besluit om
Eggeric met zijn handlangers bij aankomst binnen de muren te ontvangen en daar te
overmeesteren. De koning zal gewapend en beschermd door een kring van gewapende
ridders klaarstaan om zich, zo nodig, te verdedigen.Ieder lid van Eggerics gezelschap blijkt
onder zijn mantel geharnast en gewapend te zijn. Eggeric verwerpt echter elke
beschuldiging. De koning laat dan Elegast uit het woud halen om te getuigen.Als deze de
handschoen met het bloed laat zien, is het bewijs van Eggerics schuld geleverd, maar die
3
,geeft niet toe. Elegast daagt hem uit voor een tweekamp. Eggeric stelt zich hooghartig op:hij
wil niet vechten tegen een verbannen dief. Elegast werpt tegen dat ook hij hertog is en in elk
geval geen moordenaar. De koning zou hem liever meteen veroordelen. Eggeric kiest dan
toch voor de strijd, mocht hij die winnen, dan zal hij vrijuit gaan.Vóór aanvang van de strijd
bidt Elegast en gekruist hij zijn wapens en zijn paard. Eggeric laat dat na, hij komt woedend
het strijdperk in. Na een urenlange, felle strijd weet Elegast zijn tegenstander uit het zadel te
lichten. Deze krijgt de kans opnieuw zijn paard te bestijgen. De ongeduldig geworden koning
bidt God om een beslissing. Onmiddellijk daarop klieft Elegast Eggerics hoofd doormidden.
De verliezer wordt het strijdperk rond gesleept en vervolgens opgehangen. Elegast krijgt
Eggerics vrouw tot echtgenote.
Bespreking verschillende onderwerpen
- Het geloof/God: Wanneer de engel ‘s nachts aan Karels bed verschijnt, weigert hij in
eerste instantie te gehoorzamen aan de engel, maar wanneer hij dit toch doet pakt
dit goed uit. De boodschap is dus dat wanneer je gehoorzaam bent aan God, je
daarvoor wordt beloond.
- Karel de Grote: In dit boek kom je erachter dat Karel de Grote een machtige man is.
Op pagina 2 lees je o.a. dat een heel groot gebied van Karel de Grote en op pagina 5
lees je dat hij machtig genoeg is om andere mensen het land te verdrijven.
- Trouw: In dit verhaal lees je hoe trouw Elegast is tegenover Karel. Elegast wilde nog
steeds niet stelen, ondanks dat Karel hem had verdreven uit zijn land. De ontrouw
van Eggeric versterkt de trouwheid van Elegast aan Karel nog meer. Ook de drang
van Elegast om Eggeric te vermoorden is erg loyaal.
Geschiedenis
- Karel de Grote ondernam een veldtocht tegen de Islamieten in Spanje. Op de
terugreis werd zijn leger aangevallen door de Basken, dit gebeurde in Roncesvalles.
Vanaf 785 wordt zijn strijd succesvoller. HIj slaagt erin om de Islamieten te verdrijven,
waardoor de Spaanse Mark ontstaat. In Galicië wisten de mensen zich aan de
Moorse invloed te onttrekken, de verdrijving van de heidenen was dus onnodig.
- Prinsjesdag lijkt erg op de hofdag in het verhaal. Belangrijke mensen komen bijeen
om te vertellen over hun plannen in de toekomst. Dit wordt verteld aan de ministers
en de vazallen, beide de uitvoerende macht.
- Het feodale stelsel werkt als volgt: de grootste leenheer (de koning) leent een stuk
land van god. Het is makkelijker om dit land te verdelen over meerdere mensen, dus
schakelt de koning leenmannen in. Deze leenmannen waren graven en hertogen. De
graven/hertogen verdeelde hun land vervolgens over vazallen. De vazallen kregen
een stuk land te leen in ruil voor trouw en militaire steun.Op de hofdag komen alle
vazallen, graven en hertogen bijeen. Op deze dag probeerde de koning zijn positie te
versterken en sprak hij zijn beleid uit
- In Nederland werden middeleeuwse verhalen voor de boekdrukkunst meegedragen
door blokboeken. Blokboeken zijn teksten waarbij de letters in een houtblok werden
uitgesneden. De blokboeken werden gemaakt door vaklieden en gelovigen in kerken
en kloosters, voor rijken, gelovigen en het volk. De teksten werden gemaakt om het
volk van een geloof te overtuigen.
4
,Wat is waar?
- Elegast steelde alleen van de rijken of geestelijke mensen en niet van de armen.
Robin Hood steelt ook alleen van de rijken en niet van de armen. Elegast is een
vazal die is verbannen door de koning. Tijdens het verhaal kom je erachter dat erg
trouw is aan Karel, doordat hij weigert het kasteel van de koning te beroven. Daarom
kan je Elegast vergelijken met Robin Hood.
- De volgende gebeurtenissen, zijn waarschijnlijk niet gebeurd:
Pagina 16: Elegast doet een toverkunst met een bepaald kruid en daardoor kan hij
dieren verstaan.
Pagina 17: Elegast laat door een toverkunst iedereen in de burcht slapen.
- Je kan Karel ende Elegast vergelijken met de Hunger Games omdat: in beide
gevallen moeten de mensen proberen te overleven, ten koste van anderen. In het
verhaal van de Hunger Games moeten mensen zoveel mogelijk andere personen
doden en ze moeten zo lang mogelijk in leven blijven. Karel moet van God op pad
om te stelen, anders zal hij sterven, ten koste van anderen.
Personages
- Karel de Grote is gelovig omdat hij gelooft in de boodschap van de engel die van god
komt en hij bidt naar god, angstig, omdat hij bang is om zijn leven kwijt te raken en
bang voor de zwarte ridder in het bos en vriendelijk omdat hij Elegast niet langer laat
verbannen en hij laat Elegast trouwen met zijn zus.
- Elegast is moedig omdat hij het zadel van Eggeric durft te stelen en durft te vechten
tegen Eggeric, trouw omdat hij trouw bleef aan de koning en hij bleef trouw aan god
en hij is oprecht omdat hij durft te bekennen dat hij steelt om te overleven.
- Eggeric van Eggermonde is agressief omdat hij heel erg boos zijn vrouw slaat en
Eggeric was voor het gevecht met Elegast erg boos, hij is onvriendelijk omdat hij
Karel wil laten vermoorden en hij dwingt Elegast om af te stijgen tijdens het gevecht,
anders vermoord hij Elegast en zijn paard en hij is waarschijnlijk jaloers op Karel om
al zijn bezittingen en macht.
- De vrouw van Eggeric is liefdevol omdat ze niet wilde dat haar broer werd vermoord
en omdat ze na het gevecht de vrouw van Elegast werd en ze is hoopvol omdat ze
ondanks dat ze niks negatiefs tegen haar man mocht zeggen en ze door hem werd
geslagen bij hem bleef.
Symboliek
Het verhaal bevat meerdere vormen van symboliek, wat gebruikelijk is voor een
middeleeuws verhaal:
- Getal: Karel krijgt 3 keer een bericht van een engel, 3 is een heilig getal (Vader, zoon
en de Heilige geest). Toen Karel het bericht voor de tweede keer hoorde, vertrouwde
hij de boodschapper niet. Het getal 2 staat voor het evenwicht tussen goed en
kwaad. Daarnaast zijn er nog 7 burchten. Dit staat voor aards element en geloof. Als
laatst is er nog de bende van Elegast, deze bestaat uit 12 leden.
- Kleur: wit staat voor schoonheid en maagdelijkheid. Zwart staat voor woede en
oorlog. Zwart is dus negatief en daarom wordt Elegast in het begin als zwarte ridder
beschreven.
5
, - Locatie: het bos staat voor een plek waar geen regels gelden die normaal gesproken
in de normale buitenwereld wel zouden gelden men tot gedachte komt
-
Moraal
Naam: Slechte dingen: Verzachtende omstandigheden:
Karel - Heeft Elegast - Geeft Elegast later zijn normale
verbannen leven ‘terug’
Elegast - Heeft gestolen - Steelt alleen van de rijken/kerk.
Hij zou nooit van armen stelen.
Eggerik - Wil zijn leenheer Karel - N.V.T.
vermoorden
Ik vind Eggerik het slechts omdat hij zijn leenheer wilt vermoorden. Ik ben immers niet zeker
van mijn antwoord, want ik weet niet wat er speelt tussen Karel en Eggerik. Misschien heeft
Karel enige daden verricht tegen Eggerik zijn gunst in. Alle informatie die ik over Eggerik
weet, is negatief, hij wordt dus in een kwaad daglicht gesteld, om deze reden ben ik van
mening dat Eggerik het slechtste persoon is in dit verhaal.
Elegast komt over als een vriendelijke man, desondanks hij was verbannen uit het rijk van
Karel. Het feit dat Elegast alleen steelde van rijken en de kerk, dus niet van armen, klinkt
positief, maar dat is het echter niet. Daarom vind ik Elegast een combinatie van goed en
slecht.
Godsgericht (Duet Elegast-Eggerik)
Voorafgaand aan het duel knielde Elegast voor een gebed en bidde hij. Hij deed dit om hoop
en steun bij god te vinden. Karel had ook voor Elegast geboden. Na een spannend gevecht
wint Elegast. Eggeric had voor het duel immers niet geboden. Dit is dus een wijze les:
zonder hulp van god zal je sterven. Elegast was niet van plan om Eggeric te doden, daarom
werd hij opgehangen. Eggeric werd vermoord omdat het godsoordeel gold: het godsoordeel
is een rechtsprocedure waarmee de wil van god wordt vastgesteld, dit gebeurt vaak door
een gevecht, zoals in dit boek.
6
,2 - Max Havelaar
Verslag over de toespraak
Historische achtergrond
Modern imperialisme: het cultuurstelsel en kolonisatie
In het koloniale Nederlands-Indië werden veel producten verbouwd
die naar Nederland geëxporteerd werden. Nederland zou hier veel
geld meer verdienen. Maar door de Java-oorlog van 1825 tot 1829
ontstond er een grote staatsschuld. Daarom gaf Koning Willem I
gouverneur-generaal Van Den Bosch de opdracht om in deze situatie
een verandering te brengen.
Van Den Bosch voerde het cultuurstelsel in. Dit betekende dat de boeren uit Java werden
verplicht om op een vijfde deel van hun grond producten te verbouwen die het meest
opbrachten op de wereldmarkt. Dit werd gezien als belasting en moest worden afgestaan
aan het Nederlandse gouvernement. De producten werden dan later verkocht op de
veilingen in Nederland. Het stelsel van Van Den Bosch had succes en de opbrengsten
werden gebruikt voor het spoorwegennet in Nederland.
Een deel van het geld ging ook terug naar Java. Met dit geld werden spoorwegen en
bruggen aangelegd. Dit moesten de inwoners zelf doen zonder betaling. In Indonesië werd
het cultuurstelsel daarom ook wel ‘dwangcultuur’ genoemd. De samenleving in
Nederlands-Indië leek erg op een Middeleeuwse samenleving. In de Middeleeuwse
samenleving was er een kleine bovenlaag van adel die absolute macht had over de
bevolking. In Nederlands-Indië waren de regenten eigenlijk gelijk aan de adel tijdens de
Middeleeuwen. De regenten regeerde te streng over de Javaanse boeren, want de
Nederlandse politiek was erop gericht uitbuiting, slavernij en armoede tegen te gaan. Maar
in de praktijk deden veel ambtenaren hier niks tegen. Het grootste deel ondernam geen
actie, zolang de handelsbelangen maar niet in gevaar kwamen.
Maar niet iedereen deed niks, er waren ook Nederlandse gezagdragers die wel oog hadden
voor de bevolking. Eduard Douwes Dekker was zo iemand. Snel nadat hij als
assistent-resident in Lebak was gekomen, stelde hij maatregelen tegen de regent en zijn
familie, maar zijn superieuren stonden niet achter zijn plannen. Hij nam zelfs ontslag.
Douwes Dekker reisde terug naar Europa en begon met het schrijven van een boek over zijn
ervaringen onder het pseudoniem Multatuli en maakte een verhaal rondom de figuur Max
Havelaar. Max Havelaar is een weerspiegeling van Douwes Dekker als ambtenaar.
7
,Culturele en literaire achtergrond
Het boek speelt zich in de 19e eeuw af. In deze tijd was het nationalisme, de voorliefde voor
het vaderland, erg belangrijk. Het volk werd als een eenheid gezien. Dit kwam terug in de
literatuur en het vaderlandsliefde was erg belangrijk. Maar Multatuli houdt zich daar niet zo
mee bezig. Eigenlijk kraakt Multatuli het Nederlandse volk af. Hij is niet tevreden met hoe ze
zich opstellen tegenover de situatie in Nederlands-Indië. Hij geeft daarom ook de koning de
schuld van de mishandeling en uitbuiting van meer dan dertig miljoen mensen.
Multatuli koos niet voor een verslag van de gebeurtenissen die hij had meegemaakt. Hij
maakte zijn eigen verhaal. Ook zijn in het boek inheems everhalen verwezeb, zoals het
verhaal van Saïdjah en Adinda. In hun liefdesverhaal staat er een felle aanklacht tegen de
uitbuiting en wreedheden waaronder de Javanen te lijden hebben centraal.
Tentamenvragen
1. Hoe trekt Havelaar de aandacht in de inleiding? Hoe belangrijk is de aanspreking?
Hoe vleit hij zijn publiek?
Max Havelaar begint zijn toespraak met iedereen ‘wakker te schudden’. Hij benoemt de
belangrijkste aanwezigen bij zijn toespraak, groet hen allen en benoemt hun functies.
(Raden Adipati, Radens demang, Raden djaksa, Raden kliwon, Radens mantri's). Daarna
spreekt hij de hoofden in het algemeen aan met ‘(...)en allen die hoofden zijt in de afdeling
Banten-Kidoel, ik groet u!’. Hij benoemt ook hun slim- en goedheid: ‘’(...) dat velen onder u
uitmunten in kennis en braafheid van het hart.’’ Verder benoemt hij de mooie aspecten van
de streek. Op deze manier vleit hij zijn publiek; hij laat hen speciaal en vereerd voelen,
evenals hun streek.
2. Hoe bouwt Havelaar de toespraak op?
Havelaar begint met het vleien van iedereen, door ieders naam te noemen en hun functie,
hij prijst hun regio en vervolgens zegt hij dat hij vereerd is om voor hen te spreken. Daarna
gaat hij langzaam over op de kritiek. Wat hij in het grootste deel van de speech doet, is
voordat hij kritiek levert eerst iets goed te benoemen, zodat de kritiek minder hard aankomt.
Hij geeft een compliment en start vervolgens een tegenstelling met ‘maar’. Hij maakt deze
overgang bijvoorbeeld door het eerst geprezen stuk land te vergelijken met een ander land
(‘‘deze schoonheid is in meerdere gebieden te vinden’’): hij zegt dat er veel armoede is en
dat er nog veel valt te veranderen en dat ze ondanks de prachtige en vruchtbare regio toch
arm zijn. Hij benoemt dus eerst de onderwerpen, vervolgens de daarbij gepaarde
problemen en als laatst een oplossing gecombineerd met Havelaar’s mening.
8
, 3. Hoe onderbouwt hij zijn voorstel tot verandering van het gedrag van de hoofden
met argumenten? Werkt Havelaar de volgende vier bijpassende retorische
‘standaardgeschilpunten’ overtuigend uit of slaat hij er een of meer over?
- Er is een serieus probleem dat om een oplossing vraagt.
- Het probleem hangt samen met het huidige beleid.
- Mijn voorstel zal het probleem oplossen en is uitvoerbaar en doeltreffend.
- De voordelen van het plan wegen op tegen eventuele nadelen.
Max Havelaar vertelt uitbundig dat er een serieus probleem is dat om een oplossing vraagt.
Hij maakt duidelijk dat het land arm is en dat mensen weggaan uit Lebak om naar een
andere plek te gaan waar het beter gaat, waar zij uiteindelijk op een gruwelijke manier
sterven. Ook vertelt hij hier dat het niet Gods wil is, maar dat ze het er zelf naar hebben
gemaakt. Dit sluit gelijk aan bij het tweede standaardgeschilpunt; het probleem hangt
samen met het huidige beleid. Havelaar maakt dit duidelijk door een trikolon. Als eerste
begint hij over de koning: ‘’Wij allen staan in dienst des Konings van Nederland. Maar hij die
rechtvaardig is, (...), is ver van hier.’’ D
aarna gaat hij verder met de gouverneur-generaal:
‘’De gouverneur-generaal is rechtvaardig, maar hij is ver.’’ A ls laatste benoemd hij de
resident: ‘’En de resident te Serang, die heer is over de landstreek Bantam, (...). Doch waar
onrecht is, woont hij verre.’’
In de speech komt Havelaar niet met een duidelijk voorstel dat het probleem zal oplossen
en ook benoemd hij niet dat de voordelen van het plan opwegen tegen de eventuele
nadelen. Hij vertelt alleen dat hij een probleem heeft geconstateerd, maar komt niet met een
oplossing.
4. Hoe werkt Havelaar aan zijn ethos?
Ethos is een term uit de retorica voor de persoonlijkheid van de redenaar die deskundig,
deugdzaam en sympathiek moet overkomen op het publiek om zijn rede geloofwaardig te
maken en gaat samen met pathos en logos. De ethos van Havelaar is bij het begin al heel
groot, omdat hij de assistent-gouverneur is. Maar zijn ethos wordt nog groter wanneer
duidelijk wordt dat hij spreekt vanuit zijn eigen ervaringen. Dit is een van de kenmerken van
ethos, eigen ervaringen zijn immers erg betrouwbaar. Zijn geloofwaardigheid was weinig
waard geweest als Havelaar niet deskundig, deugdzaam en sympathiek was. Dit is hij wel,
want hij groet alle aanwezigen, heeft een hoge functie en prijst de regio en de mensen.
5. Waaraan merk je dat Max Havelaar zich in zijn publiek heeft verdiept?
Havelaar heeft zich in zijn publiek verdiept. Dit wordt al gelijk duidelijk aan het begin. Hij
benoemt namelijk alle mensen die aanwezig zijn en hun functie. Het publiek waarvoor hij
spreekt zijn mensen met een hoge functie in de desbetreffende regio. Daarom is Havelaar
erg positief over de omgeving en geeft hij complimenten. Hij vertelt daarna rustig dat hij een
probleem heeft geconstateerd dat moet worden opgelost. Dit doet hij met veel woorden en
met goede argumenten, zodat het duidelijk wordt voor zijn publiek. Zijn publiek zal
moeilijker problemen zien, omdat ze erg vol zijn van Lebak. Daarom is het van belang dat
Havelaar alles rustig en met goede woorden en argumenten brengt.
9