HC 14: Staatssteun - II
Vandaag 2e deel van 107 lid 1 VWEU. Als ik een overheidsinstantie zou moeten adviseren zou ik
zeggen; probeer niet aan het begrip staatsteun te ontkomen door een beroep op selectiviteit, omdat dit
een onduidelijke uitzondering is. Kans op verlies is groot. Over het referentiekader kan je behoorlijk
discussiëren en Hof doet hier verschillende dingen. Ook over de objectieve rechtvaardiging zijn er
verschillende afwegingskaders. Weinig rechtszekerheid.
Invloed op de handel tussen de LS - I
› Zeer ruim begrip ‘invloed op de handel tussen de lidstaten’
• Per se-redenering
• Ook bij regionale steun (Altmark Trans, ro. 77-79) & minimale steun (Altmark Trans, ro. 81)
• Zie ook Eventech, r.o. 70
• Maar ook een paar besluiten van de Commissie inzake puur lokale maatregelen
› Commissie beleid ten aanzien van minimale steun: De Minimis Verordening (Vo. 1407/2013)
Invloed op handel tussen lidstaten is een zeer ruim begrip. In de rechtspraak van het Hof zien we een
per se redenering; dus het enkele feit dat je een bepaalde onderneming bevoordeeld als overheid
maakt dat er sprake is van de invloed op de handel tussen lidstaten. Het maakt niet uit of het daarbij
gaat om regionaal beperkte steun of minimale steun (Altmark Trans). Heel makkelijk om invloed op
handel tussen lidstaten te vinden. Redenering van Hof hier; kijken naar wat het doet met de toetreding
door ondernemingen. Op moment dat bestaande ondernemingen bevoordeeld worden, ookal is het
maar een klein beetje, dan maakt dat het voor bestaande ondernemingen moeilijker om toe te treden
tot de markt. Als je redeneert vanuit toetredingsbarrières is er al snel een mededingingsbeperking met
invloed op handel tussen lidstaten. Eventech: sommige taxi’s mochten in spits op busbaan rijden en
anderen niet. Hof: handel tussen lidstaten, want onaantrekkelijk voor buitenlandse dienstenaanbieder
om toe te treden tot deze markt voor personenvervoer. Er zijn ook een paar besluiten van commissies
die gaan over puur lokale maatregelen; gemeente die zijn zwembad subsidieert. Alleen als het
zwembad dan in de buurt van de grens ligt kan er sprake zijn van invloed op de handel tussen
lidstaten. Dus je moet dit misschien wat genuanceerder bekijken, maar toch snel sprake van invloed op
de hand tussen lidstaten. Enige uitzondering De Minimis Verordening.
Invloed op de handel tussen de LS - II
› De Minimis Verordening
› Bevat een vrijstelling van de aanmeldingsverplichting en het standstill-beginsel (art. 108(3)
VWEU) voor
› Steun < € 200.000 gedurende drie jaar
• Geldt niet in de landbouwsector (lagere drempel)
• Lagere drempel voor wegvervoer (<€ 100.000)
• Geldt alleen voor transparante steun (dat wil zeggen steun waarvan het steunbedrag
zonder risicoanalyse kan worden vastgesteld, dus geen kapitaalinjecties)
De Minimis: verordening van de Commissie. Commissie zegt dat steun beneden een bepaalde drempel
niet aangemeld hoeft te worden. Drempel zie je hierboven. Jullie moeten deze voorwaarden lezen.
Waarom wegvervoer? Omdat deze sector juist een grote grensoverschrijdende impact heeft. Deze
vrijstelling geldt alleen voor transparante steun. Je moet van te voren kunnen uitrekenen wat het
voordeel is dat de onderneming gaat ontvangen en dat dit niet meer is dan de drempel. Begrip
voordeel: er moet sprake zijn van een begunstiging.
Begunstiging en het beginsel van de private marktdeelnemer - I
› Alleen bij begunstiging is er steun
• Geen begunstiging bij overheid die handelt als private marktdeelnemer (MEOP), dus ook
geen staatssteun
› Beginsel van de private marktdeelnemer (Stardust Marine, ro. 68 -70)
• Vergelijken met particuliere investeerder uitzicht op lange termijn rentabiliteit van de
investering (ex ante, EDF)
• Lastig! (Openbare middelen, denk aan discussie over investeringen in infrastructuur
(rentabiliteit duurt lang), haakt aan bij Altmark problematiek)
• Dus onderscheid tussen toepasselijkheid en toepassing van MEOP
1
, Belangrijke uitzondering. Wat als het ding dat je krijgt van de overheid hetzelfde is als je krijgt van
ieder andere partij in de markt? Dit is het beginsel van de private marktdeelneming. Er moet
dus sprake zijn van begunstiging en er moet sprake zijn van steun. Er is geen sprake van
begunstiging als de overheid handelt als een private marktdeelnemer (MEOP: market economy
operator principal). Overheid die handelt als een MEOP begunstigt niet en daarmee is er geen sprake
van staatssteun. Stardust Marine: als een private partij, een niet overheidsbank, de lening onder
dezelfde voorwaarden zou geven, dan is de lening geen staatssteun. Dus je moet een vergelijking
maken tussen het optreden van de overheid en het gedrag van een particuliere investeerder. Hof: de
gedraging moet uitzicht bieden op lange termijn rentabiliteit (ex ante, EDF). Dit moet je wel van de
voren doen, dit kan je niet achteraf beredeneren. EDF: Frans elektriciteitsbedrijf. Overheid schold een
belastingschuld kwijt. Commissie: dat is staatssteun, want belastingsteun kwijtschelden is niet iets wat
een private partij kan doen. Hof: Nee, want het staatssteunbegrip gaat niet over de vorm maar
over de inhoud. In feite is het kwijtschelden van een belastingschuld hetzelfde als het
kwijtschelden van een andere schuld. Investeerder die geld heeft geleend aan EDF kan de schuld
ook kwijtschelden. Franse overheid moest toen aantonen dat haar investering conform het beginsel
van de private marktdeelnemer was. Dat kon ze alleen achteraf en niet goed doen. Dat is niet
voldoende. Hof: je moet van tevoren aantonen dat het een zinvolle investering is die uitzicht biedt op
een rentabiliteit op de lange termijn. Doe je dit niet van tevoren, dan is de MEOP hier niet van
toepassing.
Wat je in wezen vraagt van de overheid is om te handelen als een private marktdeelnemer.
Maar de overheid doet dingen die niet rendabel zijn, of indirect, of pas op een lange termijn. Er is geen
private investering die dezelfde investeringen doet, dus dit soort investeringen kunnen nooit op grond
van de MEOP gerechtvaardigd worden. Dat is ook geen probleem; staatssteun is niet verboden, maar
onverenigbaar tot de Commissie het goedkeurt. Als je geen beroep kan doen op MEOP, dan moet je
goedkeuring vragen in Brussel. Dat is de enige extra stap.
Juist vanwege de fundamentele onvergelijkbaarheid van de overheid als investeerder en van een
private partij als investeerder, zie je dat er in de praktijk een onderscheid wordt gemaakt tussen de
toepasselijkheid en de toepassing van de MEOP.
Begunstiging en het beginsel van de private marktdeelnemer – II
1. Toepasselijkheid. MEOP bestaat los van vorm van interventie (EDF), maar als éénmaal publiek
is opgetreden kan daarna niet meer als een private marktdeelnemer worden opgetreden (FIH).
Hof is hier best wel toeschietelijk. Toepasselijkheid bestaat los van de interventie. Als je maar van
tevoren aantoont dat de MEOP van toepassing zou kunnen zijn op jouw gedrag. Als jouw gedrag
maar een vorm van economische rentabiliteit zou kunnen opleveren. Maar keerzijde: als je als
overheidsinstantie eenmaal niet marktconform hebt opgetreden, dan kan je daarna ook niet meer
als een private marktdeelnemer optreden. FIH: gaat om redden van een bank. De Deense regering
investeerde hier toen gewoon in als publieke instelling die ervoor zorg wil dragen dat de bank niet
omvalt. Deze investering was niet rendabel. De overheid moest nogmaals geld stoppen in deze
bank. De overheid zei dat ze dacht dat deze investering wel rendabel zou kunnen zijn door een
private marktdeelnemer; we hebben goede hoop op rentabiliteit van deze bank op de lange
termijn, maar daarvoor is extra geld nodig (MEOP). Hof: nee het kan daarmee geen MEOP zijn,
want als je als publieke partij hebt gehandeld en je moet er daarna nog extra geld bij doen, dan
handel je nog steeds als publieke partij. Dit ookal als je kan onderbouwen dat je 2e investering best
rendabel zou kunnen zijn; het MEOP is dan überhaupt niet meer van toepassing.
2. Toepassing. Inhoudelijke toepassing. Optreden staat vergelijken met particuliere investeerder
uitzicht op lange termijn rentabiliteit van de investering (wel ex ante, EDF). Je moet kijken naar
het optreden van de staat en dat vergelijken met een private investeerder. Is er sprake van een
lange termijn rentabiliteit? Hamvraag blijft: waarom zou je dit überhaupt doen? Waarom zou je dit
als onderneming accepteren? Om het praktisch te maken; ik heb een bedrijf en wil iets risicovols
doen. Ik heb een lening van 50 miljoen nodig. Overheid wil je lenen voor 3,3%. Dit is het
gemiddelde van de andere banken. Als je het gemiddelde neemt wordt je niet begunstigd. Maar
waarom zou je dan met de overheid in zee gaan ipv met de partij van 3,2%? Schijnbaar verwacht je
als kredietnemer iets anders van de overheid dan van een private marktdeelnemer. Je verwacht
dat de overheid misschien ruimhartiger zou zijn dan een private marktdeelnemer. Als dat waar is,
hoe kan je dat dan ex ante (van tevoren) überhaupt calculeren? Hoe kan je van tevoren rekening
houden met het feit dat een overheid als kredietverstrekker ruimhartiger zou zijn en eerder
genegen zou zijn om jouw meer tijd te geven om af te betalen dan een private partij. In de praktijk
is dit een moeilijk toepasbaar criterium, maar wel een vaak gebruikt criterium.
2