5. Functionele Managementgebieden
Verantwoording aantekeningen & literatuur
*SV&LD: Alle literatuur + aantekeningen samengevat & verwerkt in leerdoelen.
*x: niet samengevat vanwege gebrek aan relevantie / niet aanwezig tijdens bijeenkomst.
5.1 Aantekeningen college SV&LD
Hoofdstuk 2 in Liliane Pintelon en Frank Van Puyvelde (2011). SV&LD
Zorglogistiek Basisboek. Leuven: Acco ISBN 978-90-334-8239-7.
Hoofdstuk 5 pag 70-82 , in Vissers and Beech. Health Operations SV&LD
Management. Patient Flow Logistics in Healthcare.
Document: Wat zijn zorgpaden.pdf SV&LD
Internetpagina: 7 fasenmodel voor de ontwikkeling, implementatie, SV&LD
evaluatie en continue opvolging van zorgpaden
5.2 Aantekeningen werkgroep SV&LD
5.3 Aantekeningen college SV&LD
Hartmann & Bouwens (2014) – H2 (introductie en 2.1) SV&LD
Hartmann & Bouwens (2014) – H3 (behalve 3,5 en 3.6) SV&LD
Hartmann & Bouwens (2014) – H4 SV&LD
5.4 Aantekeningen college SV&LD
> Medical Informatics, Practical guide for the health care SV&LD
professionals, third edition, Robert E. Hoyt. Pagina 32 t/m 40.
> Foundations of Health Information Management: 4th Edition; SV&LD
Authors: Nadinia Davis, Melissa LaCour. ISBN: 9780323378116
Hoofdstuk 2 (volledig) en hoofdstuk 3 (pagina 73-83, 88-92).
5.5 Aantekeningen werkgroep SV&LD
Legenda leerdoelen per discipline:
- AVV
- Management Accounting & Control
- Information Management
- Operations Management
5.1 Operations Management van processen en
ketens
Vissers & Beech
Om deze processen te kunnen ontwerpen moeten patiënten in groepen ingedeeld worden.
Het gaat hierbij om het definiëren van de ‘producten’ die een ziekenhuis ‘produceert’. Dit
kan bijvoorbeeld aan de hand van diagnostische criteria, waaruit subgroepen patiënten
ontstaan, of zoals de in Nederland gehanteerde DBC’s.
Homogeen marktgedrag: gaat om eenduidige set criteria die wordt gehandhaafd.
Homogeen proces: groep patiënten die hetzelfde proces doorlopen (aka zelfde zorgvraag).
Louise Beuze - Gezondheidswetenschappen Bachelor 1 EUR 2019-2020
1
,Uit deze verdeling ontstaan vaak nog grote, globale groepen, die niet in dezelfde mate
gebruik maken van dezelfde resources (CT-scans bijv.).
Het gaat erom dat de processen vanuit het patiëntenperspectief zo efficiënt mogelijk zijn
georganiseerd. Ondanks verschillende indelingen, zijn de volgende karakteristieken
belangrijk voor het onderscheid van patiëntengroepen:
- Routine proces (duidelijke diagnose) vs. non-routine process (onduidelijke
diagnose)
- Voor routine processen kan een zorgpad opgesteld worden
- Voor non-routine processen wordt alles stap voor stap gedaan, zonder
zekerheid van de toekomst.
de belangrijkste principes van operations management van processen en ketens
toepassen + de belangrijkste kenmerken van zorgprocessen uitleggen.
Proces: serie van bewerkingen (operations) die moeten worden uitgevoerd om een
bepaald product of service te leveren/verlenen. Bij een service is de klant onderdeel van het
proces.
Bewerkingen bestaan uit input, richtlijnen (informatie), resources en wordt output. Dit zijn
vooral interacties tussen zorgverlener en patiënt (diagnostiek, gesprek, onderzoek, maar ook
administratief).
De resources kunnen in de geval vaker gebruikt worden, bijv. apparaten.
Bij een bewerking gaat het om de activiteit die een waardeverandering teweeg brengt (bijv.
een operatie).
Keten: serie van bewerkingen die
moeten worden uitgevoerd om een bepaald product of service te leveren/verlenen, waarbij
meerdere organisaties betrokken zijn. Bij complexe processen in grote processen kan dit
ook als keten gezien worden, wanneer er verschillende organisatieonderdelen betrokken
zijn. De bottleneck binnen de keten bepaalt de snelheid van bewerkingen.
Ontkoppelpunt: het punt in de keten waarbij processen klantspecifiek worden →
hoe verder dit punt aan het einde van de keten zit, hoe hoger de standaardisatie.
Buffer: is nodig wanneer twee bewerkingen in de tijd niet volledig op elkaar afgestemd zijn
(bijv. wachtkamers). Dit zorgt voor ruimte voor kleine schommelingen, maar kost ook geld en
verhoogt de doorlooptijd, maar zijn wel noodzakelijk om te plannen.
Louise Beuze - Gezondheidswetenschappen Bachelor 1 EUR 2019-2020
2
, Coördinatie van kennis:
- Operationele coördinatie: afstemming binnen een patiëntenzorg proces, op niveau
van de ‘klanten’.
- Structurele coördinatie: toewijzing capaciteit aan patiëntengroepen + afweging
tussen servicegraad en bezettingsgraad van capaciteiten → staat boven de
patiënt.
zorgprocessen en zorgketens analyseren + logistieke performance indicatoren
toepassen voor een proces.
Het zichtbaar maken van de belangrijkste
patiëntenstromen: → volgende symbolen
gebruiken:
- Waar is het begin en einde van de stroom?
- Welke bewerkingen vinden plaats binnen de
stroom?
- Wat zijn de keuzemomenten?
- Wat zijn de wachtmomenten?
Lead time: wachttijd maar functioneel (herstellen na operatie)
Voorbeeld:
Serial processing: keten, 2 verschillende specialisten achter elkaar.
Parallel processing: 2 verschillende specialisten tegelijk, communicatie met elkaar kan wel,
maar geen coördinatie.
Team processing: verschillende specialisten werken samen, wordt gecoördineerd.
Cyclical processing: bij 1 specialist onder behandeling, soms bij een andere specialist.
Soorten wachttijd:
- Queue waiting time (rij wachttijd)
→ determinant: aantal ‘loketten’ (beschikbare zorgverleners op de SEH)
- Platform waiting time (perron wachttijd): wachten tot de service
plaatsvindt.
Louise Beuze - Gezondheidswetenschappen Bachelor 1 EUR 2019-2020
3