HC 1
De centrale vraag in de cursus:
Waarom kappen beleid en besluitvorming vaak zo anders uit dan gewenst of gedacht?
Rationeel model:
1. Goed je verstand gebruiken
2. de juiste dingen eerst doen.
Volgens onderstaand model is het beleidsproces in theorie opgebouwd. Dit is hoe je het zou willen
hebben.
Echter, in de praktijk loopt het vaak niet zoals je in theorie bedacht heb, dit wordt de rode draad
genoemd. In onderstaand model zijn de rode en groene draad samengevoegd om het realistische
beleidsproces weer te geven.
,Groene draad = normatieve benadering.
Zo zou je het beleid MOETEN aanpakken
Rode draad = empirische benadering.
Zo gaat het beleid DAADWERKELIJK
Elke empirische wetenschap is vrij van subjectiviteit en presenteert feiten en informatie die kunnen
worden bewezen, terwijl normatieve uitspraken subjectief, veroordelend en niet aantoonbaar zijn.
Er zijn voorwaarden om de groene draad te kunnen gebruiken:
Unitaire besluitvormer
o Unitaire staat voor eenheidsstaat, dan wel strevend naar een dergelijke staatsinrichting.
Ofwel, de centrale macht ligt in het centrum/bij één iemand.
Volledige informatie
Loyale uitvoerders
o Deze heb je niet altijd. Denk aan staking in het onderwijs. De uitvoerders zijn de docenten en
wanneer ze staken zijn ze geen loyale uitvoerder. Dit is zo omdat ze het niet eens zijn met
het gekozen beleid en daarom gaan staken.
Vermogen om eigen beleid kritisch te evalueren
Wat is het verschil tussen mechanismes en obstakels?
Het idee van mechanismes is iets dat er altijd is. Obstakels zijn aanpasbaar, mechanisme niet.
Mechanisme is namelijk een structureel onderdeel van de besluitvorming. Obstakels zijn vaak een te
kort, dus zoals geld. Mechanismes zijn vaak voorkomende en makkelijk herkenbare causale patronen
, die getriggerd worden door onderliggende onbekende voorwaarden of gevolgen. Mechanismes
zorgen ervoor dat we individueel gedrag kunnen verklaren, maar niet voorspellen.
Obstakels van de rode draad:
Geld te kort.
o Dit kan een structureel onderdeel zijn, omdat er vaak onenigheid is over de doelstellingen.
Vaak is het dan ook een obstakel.
o Achterliggend mechanisme
Tijdsdruk.
o Ook dit kan een obstakel zijn of onderdeel van het mechanisme
o Obstakel/onderliggend mechanisme
Weerstand.
o Dit kan komen door mechanismes of als obstakel beschouwt worden. Dit kan voorkomen in:
samenleving, politiek stelsel, partijen, regering etc.
o Als je obstakels probeert op te lossen, ga je vaak naar halfslachtigheid toe:
Weerstand --> Compromissen --> Vage doelen --> Halfslachtigheid
Bureaucratie.
o Dit is een soort machine: Hierbij is er centralisatie, hiërarchie, formalisatie, standaardisatie,
specialisatie. Het gaat hier van einddoel, naar sub-taak, naar sub-sub taak etc.
o Je kan zo’n organisatie alleen rationeel inrichten wanneer je vanaf de top naar de onderkant
overal kennis van hebt. Dit is een obstakel, maar ook een fout van het mechanisme. Want
een bureaucratie werkt eigenlijk andersom, onderaan ligt de werkelijkheid en wordt alles
gegenereerd.
o Bureaucratic drift -> Doordat de informatie- uitwisseling van beneden naar boven traag is,
kunnen ze niet snel genoeg reageren op maatschappelijke ontwikkelingen. Hier kan de
organisatie aan ten onder gaan.
Begrensde rationaliteit.
o Er is niet altijd toegang tot volledige informatie waardoor er sprake is van begrensde
rationaliteit. Er zitten grenzen aan rationaliteit, tweeledig:
Men probeert het wel, maar kan niet zoveel informatie verwerken (fysieke limieten) om
tot het gewenste doel te komen. Ook zijn er taallimieten, waarbij men niet altijd goed
kan verwoorden of weten waar we het over hebben
Denk aan Simon's Normative model besproken bij GCO.
Bounded rationality (Simons Normative Model)
Intentioneel rationeel.
o We willen we rationeel zijn, maar we kunnen het niet. Simon geeft hier twee
Er zijn twee soorten begrensdheid waarom wij niet rationeel zijn:
Fysieke (cognitieve) limieten
o Wij zijn gewoon niet in staat om alle informatie te verwerken die beschikbaar is. Er is dus een
information overload.
Taallimieten
o Er worden dingen bedacht in heel veel verschillende talen, en die beschikken wij niet
allemaal dus kunnen we nooit alle informatie tot ons nemen.
o Zo hebben bijvoorbeeld inwoners van Ijsland 50 manieren om sneeuw te zeggen, terwijl wij
er in onze taal maar van 2 afweten.
Rode draad mechanismes zitten in systemen vast:
Ontstaan omdat de strategie en beleid plaats vindt in een context van andere handelende actoren.
Een mechanisme werkt als een teveel.