Kennis lijn module 1&2 psychologie
Basis begrippen psychologie
Introductie psychologie en fysiotherapie
Je kunt beschrijven wat psychologie en gezondheid is.
Psychologie is de studie van gedrag en de geest. Het onderzoekt hoe
mensen denken, voelen en zich gedragen in verschillende situaties. Er zijn
verschillende takken van psychologie, zoals cognitieve, sociale,
ontwikkelings- en klinische psychologie.
Gezondheid verwijst naar een toestand van volledig fysiek, mentaal en
sociaal welzijn, en niet alleen de afwezigheid van ziekte of zwakte. Het
omvat zowel lichamelijke als geestelijke aspecten en hoe deze elkaar
beïnvloeden.
Gezondheidspsychologie is een specifiek gebied binnen de psychologie dat
zich richt op hoe biologische, psychologische en sociale factoren de
gezondheid en ziekte beïnvloeden. Het doel is om inzicht te krijgen in deze
factoren om de gezondheid te bevorderen, ziekten te voorkomen en de
gezondheidszorg te verbeteren.
Je kunt beschrijven wat gezondheid is.
Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, mentaal en sociaal welzijn,
en niet alleen de afwezigheid van ziekte of zwakte.
Fysieke gezondheid: Dit verwijst naar de goede werking van het
lichaam en de afwezigheid van ziektes. Het omvat factoren zoals
voeding, lichaamsbeweging, slaap en medische zorg.
Mentale gezondheid: Dit betreft het emotionele en psychologische
welzijn. Het omvat hoe we denken, voelen en omgaan met stress, en
hoe we relaties onderhouden.
Sociale gezondheid: Dit heeft te maken met onze interacties en
relaties met anderen. Het omvat sociale netwerken, ondersteuning
en de kwaliteit van onze relaties.
Gezondheid is dynamisch en kan variëren gedurende het leven. Het is
belangrijk om een evenwicht te vinden tussen deze verschillende aspecten
om een algeheel gevoel van welzijn te bereiken.
Je kunt beschrijven welke visies en modellen op gezondheid
en ziekte er tegenwoordig zijn en gebruikt wordt binnen de
fysiotherapie.
,Er zijn verschillende visies en modellen op gezondheid en ziekte die
tegenwoordig worden gebruikt binnen de fysiotherapie.
Biomedisch model
Dit traditionele model richt zich op de fysieke aspecten van ziekte en
gezondheid. Het beschouwt ziekte als een afwijking van de normale
biologische functie, die kan worden gediagnosticeerd en behandeld
door medische interventies.
Biopsychosociaal model
Dit model, geïntroduceerd door George Engel, erkent dat gezondheid
en ziekte worden beïnvloed door een combinatie van biologische,
psychologische en sociale factoren. Het benadrukt het belang van
een holistische benadering bij de behandeling van patiënten.
Positieve Gezondheid
Dit concept, ontwikkeld door Machteld Huber, definieert gezondheid
als het vermogen om zich aan te passen en eigen regie te voeren in
het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het
leven. Het model omvat zes dimensies: lichaamsfuncties, mentale
functies en beleving, spirituele/existentiële dimensie, kwaliteit van
leven, sociaal-maatschappelijke participatie en dagelijks
functioneren.
ICF-model (International Classification of Functioning, Disability
and Health)
Dit model van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) biedt een
gestandaardiseerde taal en raamwerk voor de beschrijving van
gezondheid en gezondheidsgerelateerde toestanden. Het richt zich
op het functioneren van een persoon in plaats van op de ziekte zelf,
en omvat componenten zoals lichaamsfuncties en -structuren,
activiteiten, participatie, en omgevingsfactoren.
Salutogenese
Dit model, ontwikkeld door Aaron Antonovsky, richt zich op de
factoren die gezondheid bevorderen in plaats van op de oorzaken
van ziekte. Het benadrukt het belang van het begrijpen van hoe
mensen omgaan met stress en andere uitdagingen om gezond te
blijven.
Gezondheidspsychologie
Deze benadering onderzoekt hoe biologische, psychologische en
sociale factoren gezondheid en ziekte beïnvloeden. Het doel is om
, inzicht te krijgen in deze factoren om de gezondheid te bevorderen,
ziekten te voorkomen en de gezondheidszorg te verbeteren.
Deze modellen en visies helpen fysiotherapeuten om een meer holistische
en gepersonaliseerde benadering te hanteren bij de behandeling van hun
patiënten.
Persoonskenmerken
Persoonsgebonden factoren
Je kunt beschrijven welke persoonsgebonden factoren
kunnen worden onderscheiden en waar staan ze binnen het
ICF-model.
Binnen het ICF-model (International Classification of Functioning, Disability
and Health) worden persoonsgebonden factoren onderscheiden als
kenmerken van een individu die geen deel uitmaken van de functionele
gezondheidstoestand, maar die wel invloed kunnen hebben op het
functioneren en de gezondheid. Deze factoren kunnen zowel belemmerend
als stimulerend werken.
Persoonsgebonden factoren:
Leeftijd: Verschillende levensfasen brengen verschillende
gezondheidsuitdagingen en mogelijkheden met zich mee.
Geslacht: Biologische en sociale verschillen tussen mannen en
vrouwen kunnen invloed hebben op gezondheid en functioneren.
Opleidingsniveau: Dit kan van invloed zijn op gezondheidskennis
en toegang tot gezondheidszorg.
Persoonlijkheid: Eigenschappen zoals veerkracht, optimisme en
stressbestendigheid kunnen de manier beïnvloeden waarop iemand
met gezondheidsproblemen omgaat.
Levensstijl: Factoren zoals roken, alcoholgebruik, voeding en
fysieke activiteit spelen een rol in de algehele gezondheid.
Ervaringen en achtergrond: Culturele achtergrond, opvoeding en
eerdere gezondheidsproblemen kunnen invloed hebben op de
huidige gezondheidstoestand.
In het ICF-model worden deze persoonsgebonden factoren niet expliciet
gecodeerd zoals lichaamsfuncties, activiteiten en participatie, maar ze
worden wel erkend als belangrijke contextuele factoren die het
functioneren van een individu kunnen beïnvloeden.