Nederlands in de onderbouw - Een praktische didactiek.
H1 Inleiding
1.1 Wat biedt dit boek?
1.1.1 Het onderwijs in het Nederlands
Taalvaardigheidsonderwijs Onderwijs in de taalvaardigheden lezen, schrijven,
spreken, luisteren en gesprekken voeren.
Taalbeschouwingsonderwijs Onderwijs in het beschouwen van taalgebruik, van jezelf
of anderen, ter verbetering van de taalvaardigheid
(reflectie).
Ook onderwijs in taalvariatie, dat leerlingen vertrouwd
maakt met het bestaan van dialecten, groepstalen,
standaardtalen, moedertalen en tweede talen.
Fictieonderwijs Onderwijs dat leerlingen in aanraking brengt en stimuleert
bij het kiezen en lezen van verhalen, romans, films,
gedichten, enz.
Onderwijs in het Nederlands in dit boek is: onderwijs in het Nederlands als eerste taal en bij
het schoolvak Nederlands.
1.1.2 Een praktische didactiek
Didactiek is de wetenschappelijke bezinning (besef/ bewustzijn) op het didactisch handelen
van leraren. Dat didactisch handelen bestaat uit het voorbereiden, geven en evalueren van
lessen. Wetenschappelijke bezinning is aanwezig in dit boek, maar in een sterk toegepaste
vorm. Het boek baseert zich op de wetenschappelijke verworvenheden van de vakdidactiek
en vertaalt deze in een instrumentele handleiding voor de leraar Nederlands in de
onderbouw → gebaseerd op interpretatie van de kerndoelen Nederlands en de
referentieniveaus voor taal.
1.1.3 De onderbouw
In 1993 werd de basisvorming ingevoerd. Voor vijftien vakken stond toen voor het eerst in
kerndoelen beschreven wat alle leerlingen in de onderbouw zouden moeten leren (doel
kwaliteit van het onderwijs verhogen).
In 1998 zijn de kerndoelen herzien. De samenhang tussen de vakonderdelen lezen,
schrijven, spreken en luisteren werd duidelijker en er kwamen concrete doelen voor
procesaspecten als voorbereiden en reflecteren op taalgebruik. Fictie werd ook zelfstandig
domein met vijf kerndoelen.
In 2004 een geheel nieuw plan voor de onderbouw. Scholen een eigen gezicht aan de
onderbouw geven (met hoofdlijnen van de overheid).
Intussen is een actualisatie gestart van het gehele curriculum van basis- en voortgezet
onderwijs (curriculum.nu).
,1.2 De kerndoelen Nederlands
In 2004 zijn door de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming nieuwe kerndoelen voorgesteld
voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Bestaat uit een karakteristiek en de
kerndoelen zelf.
De functie van de karakteristieken omschrijft de Taakgroep als volgt:
Perspectief waarin de kerndoelen moeten worden geplaatst. Belang en kern van het vak- of
leergebied en de relatie met het basisonderwijs, gaan ze in op bijdrage van ICT en belang
van kenmerken van contexten en samenhang met andere vak- en leergebieden.
Over de kerndoelen in algemeen en die voor Nederlands:
De kerndoelen vormen een kader voor het definiëren van kwaliteit op schoolniveau. Ze
geven geen specifiek niveau aan en laten didactisch invullen grotendeels open. Gericht op
communicatieve functie van de Nederlandse taal en kennen een belangrijke plaats toe aan
strategische vaardigheden. Culturele en literaire aspecten plek gekregen in 2 en 8.
Onderwijs in Nederlandse taal → doel de taalvaardigheid van leerlingen vergroten, zodat ze
intensief kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven, nu en in de toekomst.
Taalverwerving en taalonderwijs verlopen als het ware in cirkels: dezelfde inhoud komt in
toenemende complexiteit en mate van beheersing aan de orde.
De kern: verwerven en presenteren van informatie ( het leren communiceren). Ook
mengvormen (mondelinge presentatie ondersteund door teksten en beeldmateriaal).
Strategische vaardigheden wezenlijk onderdeel: lees- en luisterstrategieën, het opstellen
van spreek- en schrijfplannen voor communicatieve handelingen.
Het onderwijs in de Nederlandse taal sluit aan bij het beheersingsniveau en de leefwereld
van de leerling en breidt deze uit. Uitgedaagd tot taalactiviteiten en ontwikkelingen positieve
houding ten opzichte van verschillende vormen taalgebruik.
Vanwege het oriënterende karakter van de onderbouw is het belangrijk dat contexten
tezamen komen: het leven van alledag, andere leergebieden, vervolgonderwijs en
beroepenwereld en de Nederlandse taal zelf. De relatie met andere vakken en leergebieden
is tweezijdig:
- gebruik van teksten en contexten uit andere leergebieden in het onderwijs
- bewust werken aan taalonderwijs in andere leergebieden.
, Kerndoelen
1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken.
2. De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte
zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien.
3. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn
woordenschat.
4. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit
gesproken en geschreven taal.
5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen
en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.
6. De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning en discussie in een groep.
7. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven.
8. De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn
belangstelling tegemoetkomen en zijn belevingswereld uitbreiden.
9. De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig
voor te bereiden en uit te voeren.
10. De leerling leert te reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert
en leert, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken
voor uit uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten.
Vergeleken met de vorige versies van de kerndoelen zijn deze kerndoelen veel globaler
geformuleerd en ook zijn er veel minder. Globale formulering → scholen optimaal
ruimte moeten krijgen om arrangement op maat te maken. Meer vrijheid voor
scholen, docenten, leerlingen en methodemakers heeft een keerzijde. Het is voor
hen niet eenvoudig om concrete invulling te geven. Ook inhoudelijke
veranderingen in kerndoelen.
- Fictie alleen in 8 genoemd. Reden is communicatieve functie centraal gesteld.
- Verdwijnen domein Taal en cultuur (taalvariatie en massamedia).
De essenties van het leergebied zijn benoemd in de vorm van opdrachten die weer
uitgewerkt zijn in kennis en vaardigheden, de bouwstenen. In de toekomst worden de
kerndoelen herzien.