WC 5 – Jongvolwassenheid
Fysieke ontwikkeling
In de meeste opzichten zijn de lichamelijke ontwikkeling en rijping aan het begin van
de vroege volwassenheid, rond het twintigste levensjaar, voltooid. De meeste
mensen zijn dan op het hoogtepunt van hun lichamelijke mogelijkheden. Mensen van
begin twintig zijn over het algemeen gezond, sterk en energiek. Hoewel veroudering
is ingezet, worden deze leeftijdgebonden veranderingen gewoonlijk pas op latere
leeftijd duidelijk zichtbaar. Tegelijkertijd gaat de groei nog steeds door. Bepaalde
delen van het lichaam beginnen nu pas volledig volgroeid te raken. Zo blijven de
hersenen zowel in omvang als in gewicht doorgroeien tot ze hun top hebben bereikt.
De myelinisering loopt door. Deze veranderingen in de hersenen ondersteunen
uiteraard de cognitieve vorderingen in deze periode. De zintuigen zijn in deze
periode gevoeliger dan ooit. Ook het gehoor is nu op zijn best, waarbij vrouwen iets
gevoeliger zijn voor hoge tonen dan mannen. De gevoeligheid van de zintuigen
begint pas na de veertigste of vijftigste af te nemen.
De lichamelijke topvorm die kenmerkend is voor de vroege volwassenheid komt
echter niet vanzelf. Om onze lichamelijke mogelijkheden volledig te kunnen benutten,
moeten we veel bewegen en gezond eten. De voordelen van lichaamsbeweging
lijken algemeen bekend. Niet alleen kan je door te bewegen ernstige ziekten helpen
te voorkomen, je houdt ook je gewicht en bloeddruk op peil. Het gebrek aan
beweging verhoogt de kans op hart -en vaatziekten, darm -en borstkanker,
osteoporose, diabetes, depressiviteit en zwaarlijvigheid in belangrijke mate.
Regelmatige lichaamsbeweging levert veel voordelen op. Het verbetert de conditie
van het cardiovasculaire systeem, de longcapaciteit neemt toe, de spieren worden
sterker en het lichaam wordt soepeler.
Stress is de lichamelijke en emotionele respons op gebeurtenissen die ons
bedriegen of uitdagen. Stress hoort bij het leven. Ons bestaan wemelt van
gebeurtenissen en omstandigheden die we stressoren noemen en die een
bedreiging kunnen vormen voor ons welzijn. Stressoren hoeven niet onaangenaam
te zijn: zelfs heel prettige gebeurtenissen kunnen stress oproepen. Stress kan
verschillende gevolgen hebben. Het meest rechtstreekse gevolg is meestal een
biologische reactie die optreedt als bepaalde hormonen worden geproduceerd. In
sommige situaties kunnen deze onmiddellijke reacties heilzaam zijn, omdat ze het
sympathische zenuwstelsel prikkelen tot een noodsituatiereactie, waardoor mensen
beter in staat zijn zichzelf te verdedigen tegen een plotselinge en bedreigende
situatie. Langdurige en voortdurende blootstelling aan stressoren kan ertoe leiden
dat het lichaam steeds slechter in staat is om stress te hanteren. Een constante
uitscheiding van hormonen verslechtert de conditie van hart, bloedvaten en andere
lichaamsweefsel.
Er worden een aantal stadia doorlopen die bepalen of iemand wel of geen stress
ervaart.
o Primaire inschatting. Dit is de eerste stap. De betrokkene beoordeelt de
gebeurtenis om te bepalen of de gevolgen positief, negatief of neutraal zijn.
, Als de gebeurtenis in eerste instantie negatief overkomt, schat de betrokkene
aan de hand van de schade die de gebeurtenis in het verleden heeft
veroorzaakt hoe bedreigend de gebeurtenis waarschijnlijk zal zijn en hoe groot
de kans is dat hij de dreiging kan afwenden.
o Secundaire inschatting. Dit is de tweede stap. Secundaire inschatting is het
antwoord op de vraag: ‘Kan ik dit aan?’ Het is een inschatting of zijn
copingvaardigheden en hulpbronnen voldoende zijn om de dreiging het hoofd
te bieden.
Stress varieert met de inschatting van de betrokkene, en die inschatting varieert met
het temparement van de betrokkene en met de omstandigheden. Er zijn echter
enkele algemene principes aan de hand waarvan we kunnen voorspellen of een
gebeurtenis als stressvol zal worden opgevat. Dat zijn de volgende:
o Gebeurtenissen en omstandigheden die negatieve emoties oproepen, leiden
eerder tot stress dan positieve gebeurtenissen.
o Situaties die onbeheersbaar of onvoorspelbaar zijn, veroorzaken eerder stress
dan situaties die beheerst en voorspeld kunnen worden.
o Gebeurtenissen en omstandigheden die ambigu en verwarrend zijn,
veroorzaken meer stress dan situaties en gebeurtenissen die eenduidig en
overzichtelijk zijn.
o Mensen die tegelijkertijd veel taken moeten vervullen die veel van hun
capaciteiten vragen, zullen waarschijnlijk meer stress ervaren dan mensen die
minder dingen te doen hebben.
De fysiologische prikkeling die optreedt wanneer het lichaam probeert de stress het
hoofd te bieden, leidt tot een slijtageslag die op de lange termijn allerlei negatieve
gevolgen kan hebben. Als de stress groot genoeg is, kan er een ernstige schade
ontstaan. Hoofdpijn, rugpijn, huiduitslag, verstopping, chronische vermoeidheid en
zelfs verkoudheid zijn stress gerelateerde aandoeningen. Bovendien kan het
immuunsysteem beschadigd raken door stress. Stress kan dus de oorzaak zijn van
psychosomatische aandoeningen, medische problemen die worden veroorzaakt
door de interactie tussen psychologische, emotionele en lichamelijke problemen.
Niet alle jongvolwassenen zijn even bedreven in het hanteren van stress, oftewel in
coping, de poging om de dreiging die tot stress leidt te beheersen, te reduceren of te
verdragen. Er zijn vier coping strategieën:
1. Probleemgerichte coping: Een stressvol probleem of een stressvolle situatie
het hoofd te bieden door de situatie rechtstreeks te veranderen, waardoor die
minder stress oproept.
2. Emotiegerichte coping: Emoties worden bewust gereguleerd.
3. Sociale steun: hulp en troost van anderen zorgt ervoor dat stress makkelijker
te hanteren is. In de vorm van emotionele steun (schouder om op te huilen),
maar ook tastbare steun (tijdelijke lening).
4. Defensief: onbewuste strategieën die de ware aard van een situatie
verdraaien of ontkennen. Het werkelijke probleem wordt vermeden of
genegeerd.