Dit document is een document die alle begrippen uit hoofdstuk 1 van aardrijkskunde - HAVO 3 uitlegt in een tekst vorm, de begrippen staan ook allemaal onderaan de tekst. De belangrijke woorden hij gemarkeerd en de uitleg van alle begrippen staat ook onderaan de tekst bij het kopje "Begrippen - 1.(1...
1.1
Heel lang hebben de rijke landen de wereldeconomie beheerst. Uiteindelijk rond 1990
komen de niet-westerse en de BRICS-landen op. Vooral de BRICS-landen nemen een groot
deel van de dienstverlening en de industriële productie in handen.
Oorzaken:
- Mno’s (mobile network operator) schuiven hun fabrieken naar lagelonenlanden. De
productieketen van goederen wordt opgedeeld, daardoor neemt wereldhandel snel
toe.
- Goederentransport wordt beter en sneller.
- Handelsgrenzen verdwijnen onder druk van WTO.
- De afzetmarkt in arme landen wordt groter en daardoor worden ze rijker.
Gevolgen:
- Globalisering versnelt.
- Global shift neemt toe.
- Er kunnen meer economische kerngebieden ontstaan.
BEGRIPPEN - 1.1:
- BRICS = Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika (maakten na 2000 een snelle
economische ontwikkeling).
- Lagelonenlanden = Landen in de (semi)periferie waar lonen veel lager zijn dan in
centrumlanden.
- Productieketen = Proces van goederen van begin- tot eindproduct.
- WTO = World Trade Organization.
- Afzetmarkt = Gebied waar goederen en diensten worden verkocht.
- Globalisering = Proces waarbij handelsgebieden steeds dichter bij elkaar komen.
- Global shift = Verschuiving van economisch kerngebied.
1.2
Europese landen stichten rond de 16e eeuw (de tijd van handelskolonialisme)
handelkoloniën op. In de fase van industrieel kolonialisme (1800 - 1950) greep in koloniën
het moederland sterk toe. Door rijke moederlanden en arme koloniën werd in dit tijdperk het
wereldbeeld bepaald. Na WOII werden veel koloniën zelfstandig (dekolonisatie). Het
economisch wereldbeeld bestaat uit 3 delen: de westerse, communistische landen en
derdewereldlanden. Toen de koude oorlog voorbij was (1990) veranderde het beeld weer.
Rond 1990 komt de vrijemarkteconomie op, op dat moment is er veel vrijhandel.
Vrijhandel heeft als voordeel dat:
- Een land zich kan specialiseren
- Mno’s groeien omdat de hele wereld hun afzetmarkt is
Alleen een nadeel is de toename van internationale concurrentie.
Daar heeft vooral de (slechte) industrie in rijke landen last van.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dokmantom. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.