Hoorcolleges en werkgroepen straf(proces)recht I
Inhoudsopgave
Hoorcollege week 1: Doel en aard strafproces...................................................................................... 2
Werkgroep week 1: Controle en opsporing ............................................................................................ 8
Hoorcollege week 2: EVRM ..................................................................................................................... 12
Werkgroep week 2: Verhoor ..................................................................................................................... 22
Hoorcollege week 3: Opsporing............................................................................................................. 26
Werkgroep week 3: Bijzondere opsporingsmethoden ....................................................................... 39
Hoorcollege week 4: R-C en processtukken ........................................................................................ 47
Werkgroep week 4: Verdiepingswerkgroep – Mr. Big ........................................................................ 54
Hoorcollege week 5: Vervolging ............................................................................................................ 57
Werkgroep week 5: Vervolgingsmonopolie OvJ ................................................................................. 68
Hoorcollege week 6: Onderzoek ter terechtzitting .............................................................................. 72
Werkgroep week 6: Getuigenbewijs ....................................................................................................... 83
Hoorcollege week 7: Getuigen, deskundigen & slachtoffers ............................................................ 89
Werkgroep week 7: Verdiepingswerkgroep – De kroongetuige ...................................................... 98
Hoorcollege week 8: Vormverzuimen ................................................................................................. 100
Werkgroep week 8: Sanctionering van vormverzuimen .................................................................. 110
Hoorcollege week 9: Bewijs .................................................................................................................. 115
Werkgroep week 9: Bewezenverklaring ............................................................................................... 122
Hoorcollege week 10: Uitspraak en motivering ................................................................................. 128
Werkgroep week 10: Beslissen en motiveren .................................................................................... 136
Hoorcollege week 11: Internationaal en Europees strafrecht ......................................................... 143
Werkgroep week 11: Rechtsmachtproblematiek en secundaire rechtshulp .............................. 151
Hoorcollege week 12 Rechtsmiddelen ................................................................................................ 155
Werkgroep week 12: Verdiepingswerkgroep - Politiegeweld ......................................................... 166
Hoorcollege week 13: Responsiecollege............................................................................................ 170
,Hoorcollege week 1: Doel en aard strafproces
Dit college
1. Doelen van het strafproces
• Inventarisatie doelen
• Welke prevaleert?
• Spanning: criminaliteitsbestrijding versus machtsbeheersing
• Belangrijker dat zaak wordt opgelost of dat rechten van verdachte in acht te worden
genomen? Kan met elkaar conflicteren. Als politie onrechtmatig bewijs heeft
vergaard, wat moet je daar dan mee? Vrijspraak of toch gebruiken. Daarmee komt
spanning heel duidelijk tot uitdrukking.
2. Aard van het strafproces/wijze van procederen
• Inquisitoire versus accusatoire procedures
• Inrichting en bijzonderheden van het Nederlandse strafproces
3. Relevante ontwikkelingen
• De toegenomen rol van het slachtoffer
• Buitengerechtelijke afdoening
• Modernisering van het Wetboek van Strafvordering en ‘de beweging naar voren’
Het strafproces(recht)
• “Het strafprocesrecht bepaalt hoe en door wie wordt onderzocht of een strafbaar feit
is begaan en door wie en naar welke maatstaven daarover en over de daaraan te
verbinden sancties beslist.” C/B/K, p. 7
• Het strafproces vormt de schakel tussen feit en reactie. Het strafprocesrecht regelt
die schakel.
• Maar het strafproces is meer dan het onderzoek ter terechtzitting.
o Ook beslissingen die voorafgaan aan onderzoek ter terechtzitting.
o Niet alleen wat in rechtszaal afspeelt, maar alles wat eraan voorafgaat.
Doel van het strafproces
• Mogelijk maken toepassing materiële strafrecht
o Enge benadering, want strafprocesrecht heeft ook eigen functie die losstaat
van materiele recht, denk aan spreekrecht slachtoffer en laatste woord
verdachte, dat is niet ten behoeve van toepassing van materiële recht. Die zijn
er om andere redenen. Niet het hoofddoel.
• Waarheidsvinding à Wat is er eigenlijk gebeurd? Waarom, wie heeft het gedaan. Dat
is voor de nabestaanden en slachtoffers heel belangrijk. Weten wat de feiten zijn
voordat je het recht erop toepast. Als je dat niet weet, dan ontstaat er al snel
rechtsdwaling. Ook niet het hoofddoel en enige doel.
• Gerechtigheid à dader is gevonden en adequaat is gestraft. Niet ultieme doel.
Onopgeloste afgesloten zaken kunnen niet zomaar worden heropend.
• Rechtszekerheid (lites finini oportet) à geding moet tot een einde komen. op een
gegeven moment is het klaar, je kunt zaken niet oneindig behandelen. Maar: er zijn
wel mogelijkheden om een zaak soms toch heropenen, bij bijv. een novum. Dan is
het mogelijk een bijzonder rechtsmiddel in te zetten: herziening. Dat is een inbreuk op
de rechtszekerheid. Herziening is niet alleen mogelijk ten voordele van verdachte,
maar ook ten nadele.
• Rechtsbescherming: in de rechtstaat heiligt het doel niet alle middelen à vaak
worden waarheidsvinding en rechtsbescherming tegenover elkaar gezet. Als
waarheidsvinding het doel is, dan zou je misschien ook alle middelen in mogen
zetten, maar overheid moet regels in acht nemen. Burgers beschermen tegen
almacht van de staat die inbreuk kan maken van jouw grondrechten. Bij geven
bevoegdheden komen ook regels (bevoegdheidsbeperking). Die beperking ligt o.a. in
de verdenkingscriteria. Om een dwangmiddel te mogen inzetten, moet er minimaal
2
, een verdenking zijn en soms zelfs ernstige bezwaren. Dat is een belangrijke
waarborg voor ons als burgers. In kader van terrorisme hoeft er geen verdenking te
zijn.
• Rechtsvrede à voorkomen dat mensen recht in eigen hand nemen, dat er rellen
ontstaan.
Maar ook:
Speciale preventie à als je eenmaal voor de rechter hebt gestaan, hopen we dat je het uit
hoofd haalt om het nog een keer te doen. Gaat om individu
Generale preventie à Als je als samenleving ziet dat bepaalde feiten worden opgespoord,
vervolgd en berecht, dan gaat daar een signaal van uit.
Bij essay: reflecteren vanuit de doelen.
Doel van het strafproces (II)
• Rellen in de VS n.a.v. politiegeweld
• Rellen Schilderswijk n.a.v. dood Mitch Henriquez.
• Wat is dan het doel van het strafprocesrecht?
o Bevoegdheidstoedeling en bevoegdheidsbeperkingà politie en rechter
hebben bevoegdheden gekregen die tegelijkertijd ook aan beperkingen zijn
onderworpen. Als je beperkingen hebt, en die worden overtreden, dan moet
daarop gehandhaafd worden.
Van doel naar feitelijke invulling
• Hoe moeten we het strafprocesrecht/de strafrechtspleging dan inrichten?
• Modernisering Wetboek van Strafvordering
• Welke aard geeft men de strafrechtspleging? Aard mede bepaald door:
o Criminaliteitsbestrijding v. Machtsbeheersing
§ Criminaliteitsbestrijdingà bevoegdheidstoedeling
§ Machtsbeheersing à bevoegdheidsbeperking. Almacht van de staat
beperken. Staat die niet zonder enige beperkingen inbreuk maakt op je
leven.
o Accusatoir (adversair) v. Inquisitoir
§ Accusatoir= rechter lijdelijk
§ Inquisoir= rechter actief en waakt over rechten verdachte
§ Wie is verantwoordelijk voor wat?
§ Wie heeft welke rol?
Criminaliteitsbestrijding v. Machtsbeheersing
• WvSv, MvT 1914 (Kamerstukken II,1913/14, 286, 3, p. 55):
• “Een goed ingericht strafproces moet zooveel mogelijk bevorderen de toepassing van
de strafwet op den werkelijk schuldige en tevens de veroordeling, kan het zijn, de
vervolging van den niet-schuldige naar vermogen verhinderen.”
o De werkelijk schuldige wil je straffen en je wil ervoor zorgen dat de werkelijk
onschuldige burger zo min mogelijk hinder heeft van het strafproces. à
Beheersing van macht.
o Hoe zwaarder de inbreuk, hoe meer belastende informatie van jou als
persoon aanwezig moet zijn.
• Zo ook de Moderniseringswetgever (zie C/B/K, p. 16)
• Algemeen en particulier belang
o Algemeen= niet alleen ten aanzien van algemeen belang. Niet alleen voor
samenleving.
o Particulier= ook ten aanzien van individueel belang. Als slachtoffer vind je het
belangrijk dat je weet wie het gedaan heeft en niet dat je wrok koestert tegen
iemand die het niet gedaan heeft.
3
, Crime control versus Due Process
• Modellen afkomstig van Herbert L. Packer (analytisch instrument)
• Manier waarop je procedure inricht. De spanning is er, maar hoe vind je het
evenwicht. Twee uitersten en ze bestaan in die vorm niet. Analytische manier om te
kijken naar strafproces.
o Crime control (criminaliteitsbestrijding): controleren criminaliteit ultieme
doel, efficiënt en effectief optreden tegen criminaliteit staat centraal. Burgers
leiden onder criminaliteit. Het gaat ten koste aan de vrijheden van de burgers
en de overheid moet dus heel heftig optreden. Controleren van criminaliteit is
het ultieme doel. Je moet zo efficiënt mogelijk te werk gaan. Als het lukt om
voorafgaand het proces tegen verdachte te zeggen: jij bekend en je krijgt die
en die straf. Dus buiten de rechter om iets afdoen of iets aflaten doen door
middel van strafbeschikking. Dat is efficiënt. Efficiëntie komt met een prijs. Als
je iets efficiënt wil inrichten, dan doet dat afbreuk aan de kwaliteit. Als iets snel
gaat, en niet met alle waarborgen dan zal dat effect hebben op de kwaliteit.
Het erkennen hiervan maakt onderdeel van dit model. Je erkent dat er fouten
worden gemaakt, maar dat wordt voor lief genomen.
o Due Process: inperken macht van de overheid, zorgvuldigheid staat centraal
à rechten van burgers tegen overheid. Bescherming tegen almacht van staat
is heel belangrijk. Dat is uiteindelijk van groot belang. Als je dit in uiterste
opvat, dan moet je in elke vorm van onzekerheid verder onderzoek doen. als
je dit ver doortrekt, kan het zijn dat een zaak niet tot afdoening komt. Die
absolute zekerheid is er namelijk niet altijd.
o Je moet een balans vinden tussen bovenste twee. Waar ligt het evenwicht? à
evenwicht kan verschuiven door verschillende opvattingen.
Een efficiënte rechtspleging vs een betrouwbare rechtspleging. Of je nou
meer accent legt op efficiëntie of betrouwbaarheid hangt van veel factoren af.
Zoals van het criminaliteitsbeeld. Criminaliteitsbestrijding wordt bijv. door
Mocromaffia en Peter R de vries groter. Het evenwicht komt dan te
verschrijven. Bij groter criminaliteitsprobleem wordt de criminaliteitsbestrijding
groter.
o Glijdende schaal, steeds wijzigende inzichten, mensenrechten.
Aard strafproces: Accusatoir versus inquisitoir
Bepaalt wie welke rol heeft en waar de verantwoordelijkheden liggen.
1. Verantwoordelijkheid vervolging: particulier of publiek?
• Principe: wie klaagt ‘rechtsschender’ aan? Iedere burger (sycofant)?
Slachtoffer (accusatio; action directe)? Magistraat (schout, OvJ)?
• Geleidelijk overgenomen door Staat, omdat het voor burgers lastig is. in
stelsels zoals Duitsland en Frankrijk is het mogelijk om als burger zelf een
procedure te starten.
• Inquisitoir= de Staat
• Accusatoir= het slachtoffer, de burger
• Het slachtoffer zelf kan niet het initiatief nemen tot vervolging: of art. 12
procedure of ovj.
2. Verantwoordelijkheid waarheidsvinding:
• Burgers of rechter?
• Inquisitoir= overheid. Rechters oordelen en doen het onderzoek
• Accusatoir= burger zelf procedure starten en zelf verantwoordelijk voor
feitenonderzoek.
• De politie is dit langzaam over gaan nemen. Het is niet de burger zelf die
onderzoek verricht, want je hebt daar de middelen niet voor.
• Wat is de rol van het onderzoek terechtzitting?
4