Consultancy en interventie
Hoorcollege 1 Geschiedenis van consultancy en accountancy
Definitie van consultancy
Consultancy omvat het creëren van waarde voor organisaties door het toepassen van kennis, technieken
en middelen (analyse) om de bedrijfsprestaties (zoals winst) te verbeteren. Dit wordt bereikt door
objectieve diensten te leveren en oplossingen te bieden voor specifieke uitdagingen binnen de
organisatie.
Grondleggers van consultancy:
• James McKinsey
o Gebied: Accountancy
o Boek: Budgetary Control (1922)
o Ontwikkelde de 'General Survey Outline', een vragenlijst met 30 vragen om
organisatieprocessen te analyseren en beleid te reflecteren.
o Speelde een actieve rol in vergaderingen met CEO's om strategisch beleid te bespreken
en te optimaliseren.
• Arthur D. Little
o Gebied: Natuurwetenschappen
o Voorstander van progressieve waarden zoals efficiëntie en rationele organisatie.
o Bekend om de uitspraak: "Other people's problems is our business," waarmee hij de
focus van consultancy op probleemoplossing voor anderen benadrukte.
• Edwin Booz (later Booz Allen Hamilton, nu PWC)
o Beroep: Psycholoog
o Richtte in 1914 de 'Business Research Service' op, een van de eerste professionele
adviesdiensten.
o Ontwikkelde de 'Edwin Booz Survey' met 25 vragen gericht op het blootleggen van
inefficiënties binnen organisaties.
• George S. May
o Zijn werkwijze werd door de branchevereniging bekritiseerd omdat hij zich niet hield aan
de professionele standaarden voor consultants, wat leidde tot discussies over ethiek
binnen de sector.
,Institutionele Ondernemers en Legitimering van Managementconsultancy
David, R. J., Sine, W. D., & Haveman, H. A. (2013)
bespreken in hun studie hoe pioniers in het veld van managementconsultancy door hun vaardigheden en
sociale strategieën de branche legitimeerden en verder ontwikkelden.
• Definitie van institutionele ondernemers
Institutionele ondernemers zijn individuen die door hun sociale vaardigheden anderen weten te
overtuigen van de voordelen van hun innovaties en daarmee bestaande structuren of processen
binnen organisaties kunnen hervormen.
• Inzichten van David, Sine en Haveman (2013): (hoe kwam James McKinsey aan zijn eerste
klanten)
o Theoretisering: Dit houdt in dat consultants niet willekeurig advies geven, maar hun
aanbevelingen baseren op wetenschappelijke kennis en de belangen van de klant
centraal stellen.
o Affiliatie: Om meer legitimiteit te verkrijgen, gingen consultants samenwerkingen aan
met universiteiten en academische netwerken, wat hun oplossingen geloofwaardiger
maakte.
o Collectieve actie: Consultants werkten samen binnen brancheorganisaties, stelden
gedragscodes op en creëerden standaarden om hun vakgebied te professionaliseren.
Impact van Institutionele Ondernemers
Institutionele ondernemers beïnvloeden vaak de gehele context en cultuur binnen een sector op lange
termijn. Hun innovatie en strategische vaardigheden dragen bij aan fundamentele veranderingen en de
professionalisering van consultancy als vakgebied.
Geschiedenis:
Voorafgaande aan de Eerste Wereldoorlog:
• Vóór de Eerste Wereldoorlog was er nog geen formele consultancy-industrie.
• In deze periode was de accountancy-sector nog in opkomst, maar consultancy zoals we die nu
kennen was nog niet ontwikkeld.
1914 – Eerste Wereldoorlog:
• De oorlog benadrukte de noodzaak van efficiënte bedrijfsvoering en financiële controle.
• Vanaf deze periode begonnen bedrijven zich te realiseren dat extern advies van waarde kon zijn.
1929 – De Grote Depressie en de Big Crash (1933):
• De Grote Depressie leidde tot een golf van economische hervormingen, wat resulteerde in
belangrijke wetten:
o Glass-Steagall Act: Deze wet scheidde commerciële banken van investeringsbanken, wat
de vraag naar gespecialiseerde financiële adviseurs verhoogde.
, o Securities Act (1933): Dit beperkte de adviesrol van accountants om belangenconflicten
te verminderen en de onafhankelijkheid te waarborgen.
• Na de Grote Depressie ontstond er behoefte aan onafhankelijk advies buiten de bestaande
financiële structuren, wat de weg vrijmaakte voor consultancy als nieuwe discipline.
1945-1950 – Proto-Institutie:
• In deze periode, vlak na de Tweede Wereldoorlog, begon consultancy langzaam aan belang te
winnen. Er werd toen de basis gelegd voor het vakgebied, wat later zou uitgroeien tot een
erkende industrie.
• Veel organisaties waren op zoek naar manieren om bedrijfsprocessen te optimaliseren en te
vernieuwen, wat leidde tot een vraag naar meer structureel advies.
Jaren 1980 – Volledige Institutionalisering van Consultancy:
• Consultancy werd tegen deze tijd een volledig geaccepteerd en geïnstitutionaliseerd beroep.
• MBA-opleidingen werden belangrijke leveranciers van consultants, wat leidde tot de
professionele en academische onderbouwing van de industrie.
1995-2001 – Dotcom Crash:
• Tijdens de internetboom van de late jaren 90 werden veel consultants ingehuurd door
opkomende internetbedrijven.
• Na de dotcom-crisis in 2001 werden veel van deze consultants ontslagen, wat leidde tot meer
kritiek op de duurzame waarde van consultancy.
2001 – Onthulling van Financiële Schandalen:
• Begin 21e eeuw werden een aantal grote financiële schandalen onthuld (bijvoorbeeld Enron),
wat leidde tot een hernieuwde focus op ethiek en transparantie binnen de consultancy- en
accountancysector.
• Dit leidde tot strengere regelgeving en een scherpere blik op de rol van consultants en
accountants bij het waarborgen van financiële integriteit.
2010 – Opkomst van IT en Outsourcing:
• Vanaf 2010 was er een grote opkomst van IT-consultancy en outsourcing, waarbij vooral IT-
afdelingen naar het buitenland werden verplaatst.
• Klanten werden beter geïnformeerd en de concurrentie nam toe, waardoor consultancybureaus
hun diensten tegen lagere prijzen moesten aanbieden.
2020 en Verder – 'Swing Beweging':
• Onlangs was er sprake van een 'swing beweging' waarbij consultancybedrijven, waaronder de Big
4, grote aantallen nieuwe medewerkers aannamen, maar na enkele jaren weer afscheid moesten
nemen van een groot deel van hen.
, • Deze beweging weerspiegelt de fluctuaties in de consultancysector, die sterk afhankelijk is van
economische trends.
De Opgang van de Big 4 (volgens Shore & Wright, 2018) – Deloitte, EY, KPMG, PWC
• 1880-1970: De Britse Companies Act verplichtte bedrijven om jaarverslagen op te stellen, wat de
vraag naar accountancy vergrootte. De Securities Exchange Act in de VS benadrukte het belang
van betrouwbare accountancypraktijken om faillissementen te voorkomen.
• 1970-1990: Globalisering zorgde voor meer internationale fusies en overnames, waarbij
accountants een belangrijke adviserende rol speelden.
• 1990-nu: De Big 4 ontwikkelden zich tot een 'one-stop-shop' voor klanten, die hier terecht
konden voor managementadvies, belastingadvies, accountancy en andere diensten, wat hun
dominante positie versterkte in de mondiale markt.
Samenvatting van de Rol van Managementconsultants
• Managementconsultants hielpen bedrijven te begrijpen dat traditionele bedrijfsmodellen niet
altijd effectief waren en dat nieuwe strategieën noodzakelijk waren.
• Door hun strategische adviezen wisten ze de marktbehoeften te interpreteren en bedrijven te
overtuigen van de voordelen van innovatie en verandering.
Deze evolutie toont de voortdurende aanpassing van consultancy aan de veranderende economische en
technologische context en laat zien hoe de sector zichzelf blijft hervormen om relevant te blijven.
Shore & Wright (2018): Hoe de Big 4 zo groot zijn geworden: audit, cultuur en de metamorfose
van internationale accountancyfirma’s
Groei en Grote Schandalen
• De Big 4 (Deloitte, EY, KPMG, PWC) zijn zo groot en wereldwijd actief dat ze vaker betrokken
raken bij grote schandalen. Door hun omvang en mondiale bereik nemen ze grotere risico’s.
Toezichthouders, zoals de beurscommissies, houden toezicht en geven boetes, maar stellen de
firma’s zelf zelden aansprakelijk.
Perverse Prikkels (Perverse Incentives)
• Invloed van commerciële consultants op accountants: Accountants beginnen gedrag en
werkwijzen van commerciële consultants over te nemen, wat leidt tot een meer verkoopgerichte
focus.
• Cross-selling maakt accountants kwetsbaarder: Bij cross-selling proberen accountants naast hun
controlewerkzaamheden ook adviesdiensten te verkopen. Dit creëert risico’s, omdat een CFO
mogelijk alle diensten afneemt bij dezelfde partij. Vindt een accountant de cijfers niet goed, dan
kan de CFO besluiten om ook geen andere diensten meer af te nemen.
• Val van Arthur Andersen: Door een gebrek aan kritische houding binnen Arthur Andersen
ontstonden schandalen, zoals bij Enron. Dit leidde tot de invoering van de Sarbanes-Oxley Act.
Deze wet verbiedt bedrijven om zowel accountancy- als consultancy-diensten aan dezelfde klant
te leveren, zodat onafhankelijkheid gewaarborgd blijft.