1.1: Wat is een rechtsstaat?
- dubbele zekerheid: stemrecht en dus politieke invloed en bescherming tegen
machthebbers → rechtsstaat = een staat waarin de burgers met grondrechten
worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid.
- sociale rechtsstaat: regels en wetten om de welvaart en het welzijn van burgers te
bevorderen.
- rechtsstaat → vertrouwen en wederkerigheid (= “voor wat hoort wat”)
- over en weer rechtszekerheid tussen staat en burger.
1.2: Hoe is het ontstaan?
- 17e eeuw: koningen met absolute macht
- 18e eeuw → verlichting, meer protest tegen onrecht
- rede: mens geloofd dat je door logisch na te denken kon je uit de duisternis blijven
- hoe? Thomas Hobbes, Rousseau en Locke → alle mensen worden geboren in
vrijheid en gelijkheid maar in de praktijk blijft hier weinig van over. Mensen hebben
een krachtig overlevingsinstinct en om te overleven moeten ze om de schaarse
bestaansmiddelen strijden. → sociaal contract = tot afspraken komen om in
natuurlijke vrijheid en gelijkheid te kunnen leven. Staat is de scheidsrechter. Burgers
bepalen zelf de macht die de staat over hen mag uitvoeren en is opgesplitst in de
trias politica.
- beginselen rechtsstaat ontstaan zo; begin grondrechten (iedereen gelijk), sociaal
contract, legaliteitsbeginsel (sociaal contract afdwingen), trias politica
2.1 ontstaan grondwet
- grondwet:
● begrenst macht van de staat en garandeert vrijheid burgers
● fundamentele rechten burgers
● hoe belangrijkste organen bestuur zijn georganiseerd
● drukt eenheid uit van de staat
- 1798: staatsregeling van de bataafse republiek: voorloper grondwet, iedere
burger gelijk voor de wet en onschendbare grondrechten (mening, drukpers etc.).
Geïnspireerd door Franse revolutie.
- 1814: Nederland een constitutionele monarchie = koninkrijk met een grondwet.
Grondrechten burgers weinig sprake van, koning kreeg wel soevereine macht en in
het parlement zat voornamelijk adel.
- 1848: Thorbecke → koning onschendbaar, buiten macht, ministers
verantwoordelijkheid, grondrechten uitgebreid, directe verkiezingen 2e kamer,
censuskiesrecht, nachtwakerstaat (= staat vooral bewaker veiligheid en vrijheid en
noodzakelijke dingen doet voor economische groei).
- klassenstrijd en feminisme
- 1917: algemeen kiesrecht mannen, 1919: vrouwenkiesrecht
, 2.2 Wat staat er in de grondwet?
- (1983): eerste deel burgers, tweede deel organisatie
- vrijheid en gelijkheid individuele burgers basis grondwet.
- niet discrimineren, persoonlijke vrijheid (+privacy, onaantastbaarheid lichaam,
onderwijs, godsdienst), politieke vrijheid (+mening,drukpers en verenigingen
oprichten)
- sociale grondrechten → verzorginsstaat/sociale rechtsstaat
- klassieke grondrechten kan je afdwingen bij de rechter, sociale niet. De overheid
moet zich voor deze inspannen maar hoeft niet volledig te voorkomen of oplossen.
2.3 Wat zijn de grenzen van onze vrijheid?
- wederkerige erkenning
- grondrechten geen absolute gelding maar kunnen in enkele gevallen worden
aangepast.
- verticale werking = door burgers uitgeoefend tegenover de staat
- horizontale werking = burgers tegen elkaar op hun grondrechten beroepen.
LUCAS KOM NAAR DE VU
3.1 legaliteitsbeginsel en de rechtsstaat
- = iemands vrijheid alleen ingeperkt kan worden als de rechtmatigheid van die
beperking is vastgelegd in wetten en regels die door het parlement zijn aangenomen.
- recht = de regels die zijn vastgelegd in wetten
- rechtsorde = rechtsregels, rechtsbeginselen en de manier waarop het recht is
georganiseerd.
- bereidwilligheid om aan wetten te houden hangt af van de kwaliteit
- eisen voor wetten:
● algemeen, voor iedereen gelden
● openbaar en begrijpelijk zijn, iedereen moet de wet kunnen kennen
● geen onmogelijke eisen stellen waar
● burgers niet aan kunnen voldoen
● niet met terugwerkende kracht
● niet onderling tegenstrijdig zijn
● niet te vaak verandert worden
● toepassing moet redelijk en zorgvuldig zijn.
- Legaliteitsbeginsel bestaat uit 2 delen: overheidshandelen rust op wetgeving en de
wetgeving voldoet aan genoemde kwaliteitseisen.
3.3 horizontale en verticale machtsverhoudingen
- horizontaal: burgers onderling, privaatrecht
- verticaal: tussen burgers en overheid, publiekrecht
5.1 burger tegenover burger
- eiser vs. gedaagde
- rechtspersonen: bv’s en stichtingen bijvoorbeeld
- wederzijdse rechten en plichten
- privaat/civiel recht: personen- en familierecht, ondernemingsrecht en
vermogensrecht
- start zaak door dagvaarding; naam eiser, de eis
- als de eiser gelijk krijgt kan de gedaagde verschillende straffen krijgen; bijv.
dwangsom of loonbeslag
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annestommels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,66. Je zit daarna nergens aan vast.