100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Uitgewerkte Leeruitkomsten - BOK Mens en Gezondheid €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Uitgewerkte Leeruitkomsten - BOK Mens en Gezondheid

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van alle leerdoel voor het vak BOK Mens en Gezondheid (volgens leerjaar '23-'24) Hierin zijn verschillende voorbeelden uit boek en van tijdens lessen gebruikt zowel als beschrijvende plaatjes uit het boek.

Voorbeeld 4 van de 33  pagina's

  • 30 november 2024
  • 33
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
pienvzon
Samenvatting leerdoelen BOK
Mens & gezondheid
Inhoudsopgave
(3) Gezondheid.......................................................................................................................................4
De student kan een definitie van gezondheid geven aan de hand van de dimensies van Blaxter en
de lekentheorie...................................................................................................................................4
De student kan een definitie van gezondheid geven aan de hand van het model van Huber.............4
De student kan de verschillende factoren van het biopsychosociale model ontdekken in een casus. 4
De student kan aangeven wat het onderscheid is tussen het biomedische en biopsychosociale
model.................................................................................................................................................5
(6) Gezondheidsvaardigheden en gezondheidsgedrag...........................................................................5
De student kan verschillende niveaus van gezondheidsvaardigheden ontdekken in een casus..........5
De student kan de invloed van Sociaal Economische Status op gezondheidsverschillen benoemen. .5
De student kan aangeven wat gezondheidsbevorderend gedrag en ongezond gedrag is ..................6
De student kan aangeven welke factoren van invloed zijn op gezondheidsgedrag.............................6
De student kan aangeven wat compliantiegedrag is...........................................................................6
(2) Positieve Psychologie........................................................................................................................7
De student kan de voordelen van positieve psychologie beschrijven.................................................7
De student kan aangeven wat het acroniem van de Seligmans well-being theory is..........................7
De student kan aangeven welke interventies uit de positieve psychologie er zijn. + De student kan
op basis van een casus bepalen welke interventie uit de positieve psychologie passend is...............8
(4) Stress & Coping.................................................................................................................................9
De student kan aangeven wanneer er sprake is van stress.................................................................9
De student kan risicofactoren en beschermende factoren van stress weergeven..............................9
De student kan vaststellen welke invloed coping op stress heeft.......................................................9
! De student kan vaststellen welke persoonlijkheidskenmerken invloed hebben op stress..............10
(2) Stressmanagementtechnieken en interventies...............................................................................10
De student kan beoordelen welke stressmanagementtechnieken en interventies passend zijn bij
stressgerelateerde klachten..............................................................................................................10
(4) Werkstress.......................................................................................................................................12
De student kan de verschillende werkstressmodellen interpreteren aan de hand van een casus....12
De student kan op basis van een werkstressmodel goed advies herkennen....................................14
(5) Burn-out & Bevlogenheid................................................................................................................14
De student kan beredeneren hoe burn-out kan ontstaan................................................................14


1

, De student kan beschrijven wat de verschillende dimensies zijn bij een burn-out...........................15
De student kan beoordelen welke stressmanagementtechnieken en interventies passend zijn bij
burn-out (klachten)...........................................................................................................................15
De student kan beredeneren hoe bevlogenheid kan ontstaan.........................................................16
(3) Normaal/abnormaal gedrag ...........................................................................................................16
De student kan aan de hand van een casus beoordelen of er sprake is van normaal of abnormaal
gedrag...............................................................................................................................................16
De student kan een definitie van psychopathologie geven...............................................................16
(2) DSM-classificatie.............................................................................................................................16
De student kan aangeven hoe de DSM in de dagelijkse praktijk gebruik kan worden. ....................16
De student kan aangeven wat de rollen zijn van de verschillende hulpverleners in de geestelijke
gezondheidszorg...............................................................................................................................17
(1) Stressgerelateerde stoornissen.......................................................................................................17
De student kan de symptomen van stressgerelateerde stoornissen ontdekken aan de hand van een
casus.................................................................................................................................................17
(2) Somatische-symptoomstoornis en verwante stoornissen ..............................................................18
De student kan de symptomen van somatische-symptoomstoornis en verwante stoornissen
ontdekken aan de hand van een casus.............................................................................................18
De student kan de oorzaken van een somatische-symptoomstoornis en verwante stoornissen
aangeven..........................................................................................................................................19
(3) Angststoornissen.............................................................................................................................19
De student kan de symptomen van angststoornissen ontdekken aan de hand van een casus.........19
De student kan de mogelijke oorzaken van angststoornissen ontdekken aan de hand van een casus.
..........................................................................................................................................................20
De student kan aangeven hoe vaak angststoornissen voorkomen...................................................20
De student kan aangeven hoe je mensen met angststoornissen middels een interventie kan
ondersteunen en begeleiden............................................................................................................21
(4) Obsessief-compulsieve stoornissen.................................................................................................21
De student kan de symptomen van obsessief-compulsieve stoornissen ontdekken aan de hand van
een casus..........................................................................................................................................21
De student kan de mogelijke oorzaken van obsessief-compulsieve stoornissen ontdekken aan de
hand van een casus...........................................................................................................................22
De student kan aangeven hoe vaak obsessief-compulsieve stoornissen voorkomen.......................22
De student kan aangeven hoe je mensen met obsessief-compulsieve stoornissen middels een
interventie kan ondersteunen en begeleiden...................................................................................23
(4) Stemmingsstoornissen....................................................................................................................23
De student kan de symptomen van stemmingsstoornissen ontdekken aan de hand van een casus.
..........................................................................................................................................................23



2

, De student kan de mogelijke oorzaken van stemmisstoornissen ontdekken aan de hand van een
casus.................................................................................................................................................24
De student kan aangeven hoe vaak stemmingsstoornissen voorkomen...........................................25
De student kan aangeven hoe je mensen met stemmingsstoornissen middels een interventie kan
ondersteunen en begeleiden............................................................................................................26
(1) Suïcidaliteit......................................................................................................................................26
De student kan aangeven op welke wijze suïcidaliteit in kaart gebracht kan worden. ....................26
(3) Middelgerelateerde- en verslavingsstoornissen..............................................................................27
De student kan de symptomen van middelgerelateerde- en verslavingsstoornissen ontdekken aan
de hand van een casus......................................................................................................................27
De student kan de mogelijke oorzaken van middelgerelateerde- en verslavingsstoornissen
aangeven..........................................................................................................................................27
De student kan aangeven hoe vaak middelgerelateerde- en verslavingsstoornissen voorkomen en
wat de kans op terugval is................................................................................................................28
(2) Eetstoornissen.................................................................................................................................28
De student kan de symptomen van eetstoornissen herkennen........................................................28
De student kan de mogelijke oorzaken van eetstoornissen aangeven..............................................29
(2) Persoonlijkheidsstoornissen............................................................................................................29
De student kan de symptomen van persoonlijkheidsstoornissen herkennen...................................29
De student kan de mogelijke oorzaken van persoonlijkheidsstoornissen aangeven.........................30
(2) Dissociatieve stoornissen................................................................................................................31
De student kan de symptomen van dissociatieve stoornissen herkennen........................................31
De student kan de oorzaken van een dissociatieve stoornissen aangeven.......................................31
(2) Psychotische stoornissen.................................................................................................................32
De student kan de symptomen van psychotische stoornissen herkennen........................................32
De student kan de mogelijke oorzaken van psychotische stoornissen aangeven..............................32
(3) Kwaliteit van leven..........................................................................................................................33
De student kan de stadia bij ziekte ontdekken in een casus.............................................................33
De student kan de rol van psychologie bij de kwaliteit van leven herkennen in een casus...............33
De student kan beoordelen welke interventies passend zijn om de kwaliteit van leven te
verbeteren........................................................................................................................................33
(…) titel = hoeveel vragen ervoer komen op het examen




3

, (3) Gezondheid
Gezondheidspsychologie: H1


De student kan een definitie van gezondheid geven aan de hand van de dimensies
van Blaxter en de lekentheorie.
Dimensies van Blaxter is gebaseerd op 6 onderdelen:

 Gezondheid als niet ziek: geen symptomen, geen bezoek aan arts
 Gezondheid als bezit: hoe bezit je je gezondheid bijv. eet je gezond/op tijd gaan slapen
 Gezondheid als gedrag: goed voor jezelf zorgen
 Gezondheid als lichamelijke fitheid & vitaliteit: je fit/energiek voelen
 Gezondheid als functie: vermogen om taken te verrichten zonder belemmeringen
 Gezondheid als psychosociaal welzijn: mentale gezondheid

Definitie WHO:

Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet louter het
ontbreken van ziekten of gebreken. -> veel kritiek op stelling


De student kan een definitie van gezondheid geven aan de hand van het model van
Huber.
Model van Huber is gebaseerd op 6 onderdelen waarbij je op elk onderdeel een bepaalde score hebt:

 Lichaamsfuncties: je gezond voelen, fitheid, klachten en pijn, slapen,
eten, conditie, bewegen
 Mentaal welbevinden: onthouden, communiceren, vrolijk voelen,
jezelf accepteren, gevoel van controle
 Zingeving: zinvol leven, idealen willen bereiken, dankbaarheid,
blijven leren
 Kwaliteit van leven: genieten, lekker in je vel, veilig voelen, hoe je
woont, rondkomen met geld
 Meedoen: sociale contacten, samen leuke dingen doen, steun van
anderen, intersse in de maatschappij
 Dagelijks functioneren: zorgen voor jezelf, je grenzen kennen, kennis
van gezondheid, omgaan met tijd/geld, kunnen werken


De student kan de verschillende factoren van het biopsychosociale model ontdekken
in een casus.
Biopsychosociale model

 Biologische factoren: leeftijd gender, genen, IQ, temparament, erfelijkheid
 Psychologische factoren: sociale vaardigheden, mate van zelfvertrouwen
 Sociale factoren: omgeving, vrienden, familie, scholen, hobby’s, relaties

alle factoren -> fysiek en mentaal staan samen)



4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pienvzon. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd