Samenvatting leerdoelen bestuurs(proces)recht
Leerdoelen week 1a en 1b
- De student kan voorbeelden geven van bestuursactiviteiten op verschillende
bestuursniveaus en het verband tussen deze activiteiten, het algemeen belang en het
bestuursrecht beschrijven.
- De student kan de historische verklaring van de toename van de bestuurswetgeving
in de 20e eeuw reproduceren.
- De student kan de eis van wetmatigheid van bestuur omschrijven en in verband
brengen met bevoegdheden van het openbaar bestuur.
- De student kan de verhouding benoemen tussen algemeen en bijzonder
bestuursrecht.
- De student kan wettelijke regels in het algemeen en bijzonder bestuursrecht
opzoeken.
- De student kan de verschillen benoemen tussen het bestuursrecht en andere
rechtsgebieden en bij een casus gemotiveerd aangeven of deze zich afspeelt op het
terrein van het bestuursrecht.
Bestuursrecht in het Nederlandse recht valt onder het publiekrecht.
Publiekrecht: rechtsregels die van toepassing zijn tussen de overheid en de burgers.
In Nederland is een bijzonder type bestuur in het leven geroepen om het land te besturen,
namelijk het openbaar bestuur (wordt vaak in verband gebracht met begrip overheid). De
overheid bestaat uit verschillende onderdelen. Je hebt de gemeentelijke overheid,
provinciale overheid en rijksoverheid.
Het openbaar bestuur is het deel van de overheid dat zich bezighoudt met besturen.
Daarnaast maken andere instanties deel uit van de overheid, zoals de rechterlijke macht
(rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad) (zijn er om recht te spreken, niet om te
besturen).
Ook kennen we de wetgever in formele zin (regering + Staten-Generaal art. 81 Gw). De
wetgever in formele zin heeft als taak het maken van wetten (meestal algemene regels).
Trias politica: wetgevende macht, uitvoerende macht, rechterlijke macht.
Het openbaar bestuur in Nederland bestaat uit verschillende besturen (zie schema volgende
pagina). Je hebt besturen van privaatrechtelijke rechtspersonen (bv. verenigingen) en van
publiekrechtelijke rechtspersonen.
Het bestuur van privaatrechtelijke rechtspersonen behartigt het eigenbelang. Het openbaar
bestuur (publiekrechtelijke rechtspersonen) van Nederland mag geen eigenbelang
behartigen.
Het openbaar bestuur moet het algemeen belang behartigen. De term algemeen belang is
vaag, daarom heeft de wetgever in bestuurswetten taken opgedragen aan het bestuur. Zo is
in hoofdlijnen aangegeven waarop de behartiging van het algemeen belang gericht moet zijn
(bv. milieu, openbare orde, sociale zekerheid etc…).
Als we het over bestuursrecht hebben, hebben we het bijna alleen over de uitvoerende
macht (het openbaar bestuur) neemt voortdurend beslissingen en besluiten. De wetten
zijn er al, maar de uitvoerende macht gaat de wetten uitvoeren.
,Autonomie en medebewind
De besluiten die het openbaar bestuur neemt kunnen ze doen op basis van autonomie en
medebewind. Het Rijk kan daarom via het medebewind van de provincies en gemeenten
vorderen dat ze iets doen. Daarnaast kunnen de provincies en gemeenten via autonomie zelf
ook dingen doen.
De overheid heeft bestuursbevoegdheden en zijn voortdurend aan de slag om voor de
burgers besluiten te nemen. De overheid heeft een monopolypositie jegens de burger.
Nederland wordt bestuurd op verschillende niveaus.
Openbare Rijk Provincie Gemeente Waterschappen
lichamen
Regering (Koning Gemeenteraa Provinciale Algemeen
+ ministers) art. 42 d art. 6 Staten art. 6 bestuur art. 10
Grondwet Gemeentewe Provinciewet Waterschapswe
t t
Ministerraad art. College van Gedeputeerd Dagelijks
45 lid 1 Gw B&W (art. 34 e Staten bestuur
Bestuursorgane lid 1 Gemw)
n Dagelijks
bestuur: art.
160 lid 1 sub
a Gemw
Controle door
gemeenteraad
art. 169
Gemw
Ministers (art. 43 Burgemeester Commissaris Voorzitter
Gw) + van de
Staatssecretarisse Koning
n (art. 46 lid 1
Gw)
Geschiedenis bestuursrecht
In 1800 was er bijna geen bestuursrecht. Bestuursrecht was een jong rechtsgebied. Vanaf
1900 kwamen er enkele bestuurswetten. Vanaf 1950 kwam er een explosieve groei van het
bestuursrecht. Dit kwam door diverse groeifactoren:
- Groei van de bevolking: we zitten met veel mensen, daarom moeten dingen geregeld
worden.
- Technische ontwikkelingen: bv. milieuwetgeving, denk aan fabrieken met giftige
stoffen
- Rampen en crisis: bv. het vuurwerk (ongelukken) verbod op vuurwerk
- Verzorgingsstaat: In NL leven we in een verzorgingsstaat. Dat betekent dat als wij
iets niet kunnen/hebben dan kunnen we aanspraak maken op een uitkering of bv.
pensioen.
Dit moet allemaal in een wet staan vastgelegd.
In 2014 kwam er deregulering. Elke regering zei toen ‘’minder regels’’ (iedereen wil nu
minder regels). Dit is echter niet reëel door de ontwikkeling van de samenleving
(juridisering).
, Bij het nemen van besluiten moet de overheid de volgende dingen in acht nemen:
- Wetmatigheid van bestuur (legaliteitsbeginsel): als de overheid een beslissing neemt
die voor de burgers van belang is, dan moet dat ergens in een wettelijke regeling
staan dat dat bestuursorgaan dat mag doen. Staat dat niet in een wettelijke regeling,
dan hadden ze dat besluit niet mogen nemen.
- Spelregels: de overheid moet zich houden aan een aantal spelregels als zij besluiten
nemen. Deze staan ook in de wet, namelijk de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB).
Bv: de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb’s) het
gelijkheidsbeginsel
- Rechtsbescherming: wij (de burgers) kunne worden beschermt in onze rechten tegen
de overheid (anders dan bij privaatrecht). Je kan namelijk niet kiezen naar welke
overheid je gaat, er is er maar één. In de AWB staat de rechtsbescherming geregeld.
Hierin staat hoe je kan procederen tegen de overheid.
Bestuursbevoegdheden
- Het maken van regels (algemene regels)
- Bestuursbevoegdheid in individueel geval:
Vergunningsbevoegdheid
Ontheffingsbevoegdheid
Bronnen van het bestuursrecht:
- Wet – en regelgeving
- Jurisprudentie
- Europees en Internationaal recht
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb’s)
Regelgeving bestuursrecht
1. Algemeen bestuursrecht
Betreft regels die voor alle delen van het bijzonder bestuursrecht relevant zijn.
Alles wat in de AWB staat hanteer je bij de bijzondere wetgeving als basis.
2. Bijzonder bestuursrecht
Regelt een specifiek onderdeel van het algemeen belang. (bv. milieurecht, sociale
zekerheidsrecht, ruimtelijk bestuursrecht, belastingrecht, etc.)
Strijd tussen twee regels algemeen én bijzonder bestuursrecht over hetzelfde
onderwerp?
Lex specialis gaat vóór lex generalis: de bijzondere wetgeving gaat vóór de algemene
wetgeving.
Als basis val je altijd terug op de AWB.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tanishavanaalst. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.