Secret Intelligence: Achterkant
van de Internationale Betrekking
Week I (2-7 februari 2020): Inleiding
Samenvatting van de gelezen literatuur
John Hughes-Wilson, On Intelligence; The History of Espionage and the
Secret World
Chapter I – A little history
Het eerste hoofdstuk is vooral een inleiding om aan te tonen wat het belang is
geweest van de geheime dienst. Hierin worden verschillende voorbeelden
gegeven uit de geschiedenis. Zo wordt Sun Tzu maar ook MI6 aangehaald.
Concluderend is dat sinds de jaren 50 van de vorige eeuw de geheime dienst
compleet is veranderd door het gebruik van moderne technologie. Maar sommige
dingen veranderen ook weer niet, zoals de noodzaak van een spion in het veld.
Chapter II – On intelligence
Gaat over het belang van intelligence, bijvoorbeeld om een oorlog te kunnen
winnen. Er is immers altijd een winnende en een verliezende partij. ‘The real task
of intelligence is to tell the truth to powerful decision makers, whether they like it
or not.’ Het is belangrijk dat we de ‘Intelligence Cycle’ begrijpen. Zo kunnen we
beter begrijpen wat intelligence wel en niet kan doen.
Chapter III – The Intelligence Cycle
Dit hoofdstuk legt de Intelligence Cycle uit. ‘Intelligence might be best described
as information that has been systematically and professionally processed and
analysed.’ Twee belangrijke elementen zijn accuracy en timeliness. Het begrijpen
van het verschil tussen potentiële vijandelijke vermogens en zijn bedoelingen is
,cruciaal om de moeilijkheden te begrijpen waarmee de leverancier van
intelligentie wordt geconfronteerd.
Chapter IV – On Direction: ‘What Exactly is Your Intelligence Requirement,
Minister?’
De eerste stap in de Intelligence Cycle gaat over de definitie van het woord
Intelligence. In de meeste gevallen begrijpt de beslisser de problemen bij het
produceren van de EEI niet. In de meeste gevallen begrijpt hij zelfs niet precies
wat u van hem wilt. Zo moet het hoofd van de dienst die belast is met de
beoordeling van de naïeve intelligentie en die belast is met de coördinatie, de
verzamelinspanning zijn voorgestelde plan meenemen ... voor de handtekening
van de beslisser.
Chapter V – On collection
Ken de kracht van de organen binnen een systeem. Daarnaast gaat het over de
technologische veranderingen en de opkomst van sociale media. Aan de ene kant
is dit fijn en aan de andere kant lastig. Collation wordt tegenover Collection
gezet. Vergelijking en verzameling liggen nauw naast elkaar en hebben elkaar
nodig binnen het onderzoek. Vergelijking is vooral vandaag de dag belangrijk
omdat er zoveel data is. Na vergelijking moeten de bronnen worden
geïnterpreteerd. Er moeten de volgende vier basis vragen worden gesteld:
1. Is het waar?
2. Wie is het?
3. Wat is het aan het doen?
4. Wat betekent het?
Interpretatie blijft stevig de provincie van de analist die het onderwerp kent en
begrijpt. De laatste stap is Disseminatie (verspreiding). Het inlichten van de grote
baas.
Philip Davies, Ideas of Intelligence. Divergent National Concepts and
Institutions.
In dit artikel worden verschillende personen besproken die verschillende ideeën
hebben over hoe we Intelligence moeten definiëren.
o Sherman Kent: zijn overtuiging dat intelligentie een brede analytische
discipline moet zijn, wordt belichaamd in zijn stelregel 'intelligentie is
kennis', wat het precedent is voor het volgende debat.
o Michael Herman: Herman merkt terloops op dat de bredere
interpretaties de voorkeur hebben van Amerikaanse schrijvers en smalle
benaderingen van de Britten. Wat Herman echter niet nastreeft, is het
fundamentele verschil dat deze kwestie van definitie beïnvloedt in de
Britse en Amerikaanse benadering van intelligentie en hoe die conceptuele
verschillen zijn weerspiegeld in hun repressieve inlichtingeninstellingen en
in legalisatie.
o Harold Wilensky: het probleem van het verzamelen, verwerken,
interpreteren en communiceren van de technische en politieke informatie
die nodig is voor het besluitvormingsproces.
o Roy Godson: de elementen van het intelligentieschema, waarbij
intelligentie wordt beschreven als de som van het verzamelen, analyseren,
contra-intelligence en geheime acties, een reeks criteria waarvan de
breedte zelfs de officiële retoriek van de overheid achterlaat.
o Ken Robertson: de geheime verzameling geheimen van anderen.
, o John Dziak: Heeft staten als de Sovjetunie gecategoriseerd als 'contra-
inlichtingenstaten' waarin inlichtingendiensten zijn voortgekomen uit een
bijna paranoïde bezorgdheid over bedreigingen voor de overleving van het
regime in plaats van beleidsbehoeften aan informatie.
Er wordt vervolgens verder ingegaan op Herman over het verschil tussen de
Britten en de Amerikanen. In het huidige gebruik verwijst ‘intelligentie’ in de
Amerikaanse taal naar ‘voltooide’ intelligentie die door het analyseproces voor
alle bronnen is gehaald en is omgezet in een product dat advies en opties voor
besluitvormers kan bieden. Kent stelt dat intelligentie bestaat uit drie
‘inhoudelijke’ elementen:
1. Beschrijvende achtergrond
2. Reportorial actuele informatie en bedreigingen
3. Het ‘inhoudelijke-evaluatieve’ analytische proces van evolutie en ‘extrapolatie’
Hoewel de Amerikaanse inlichtingenanalyse is geprofessionaliseerd, is het in de
Britse praktijk eigenlijk niet meer dan het gewone werk van overheidsafdelingen
en ministeries. Vandaar dat in de Britse praktijk ruwe intelligentie rechtstreeks in
beleidscirkels terechtkomt zonder door een wisselend, interveniërend analytisch
stadium te gaan. Korter gezegd, het verschil tussen Britse en Amerikaanse
intelligentieconcepten is dat de VS-informatie als een specifiek onderdeel van
intelligentie benadert, terwijl Groot-Brittannië intelligentie als een specifiek type
informatie benadert. Van de twee is de Britse opvatting niet verrassend van een
grotere oudheid, en waarschijnlijk kan worden gesteld dat het Amerikaanse
gebruik van de term vóór WO II dichter bij het Britse gebruik lag.
Belangrijke traumatische gebeurtenissen die het falen van intelligentie in elk land
aantonen, hebben geleid tot nationale percepties van wat intelligentie zou
moeten zijn. En dergelijke normatieve concepten zijn cruciaal in hoe we denken
dat we moeten werken aan het bouwen van een inlichtingengemeenschap, net
zoals belangrijke normatieve concepten een intellectueel kader bieden voor
andere activiteiten. Verschillende Amerikaanse en Britse opvattingen over
intelligence zijn ook een onderliggende factor geweest in de verschillen in de
geschiedenis van het publieke debat en de wetgeving inzake inlichtingen in de
twee landen.
Michael Warner, Wanted. A definition of ‘Intelligence’
Dit stuk gaat over de zoektocht naar de definitie van het woord ‘Intelligence’. Er
is namelijk geen één aangenomen geaccepteerde definitie. Er komen diverse
mensen aan bod.
- De Clark Task Force van de Hoover Commission (1955): inlichtingen
behandelen alle dingen die bekend moeten zijn voordat een actie wordt
gestart.
- Woordenboek van militaire en bijbehorende termen: het
resulterende product uit de verzameling, verwerking, integratie, analyse,
evaluatie en interpretatie van beschikbare informatie over het buitenland
of gebied. En informatie en kennis over een tegenstander verkregen door
observatie, onderzoek, analyse of begrip.
- Central Intelligence Agency: teruggebracht tot de eenvoud,
intelligentie is kennis en voorkennis van de wereld om ons heen - de
opmaat naar besluitvorming en actie door Amerikaanse beleidsmakers.
Al deze definities benadrukken het ‘informatieve’ aspect van intelligentie meer
dan de ‘organisatorische’ facetten. Is intelligentie dan een ander woord voor
, informatie? Er is op zichzelf niets mis met deze definitie, maar het is niet
helemaal correct. Het is te vaag. Sherman Kent speelt een grote rol bij het
definiëren van intelligentie. Het is informatie en organisatie.
- Mark Lowenthal: Intelligentie is iets breder dan informatie en de
verwerking ervan voor beleidsmakers en commandanten, zelfs wanneer
die informatie op de een of andere manier vertrouwelijk of clandestien is.
Intelligentie is verschillende dingen: het is informatie, processen en
activiteiten, en het wordt uitgevoerd door wettige autoriteiten.
- Abram Shulsky: Het lijkt moeilijk om een rode draad te vinden die ze
samenbindt. Deze activiteiten worden uitgevoerd door organisaties, en die
organisaties hebben iets gemeen: ze hebben als een van hun 'meest
opvallende kenmerken ... het geheim waarmee hun actieven moeten
worden uitgevoerd.' Het doel van intelligentie is waarheid, maar de
zoektocht naar die waarheid 'houdt een strijd in met een menselijke vijand
die terugvecht.
- R.A. Random: Intelligentie is de officiële geheime verzameling en
verwerking van informatie over het buitenland om het buitenlands beleid
te formuleren en te implementeren en geheime activiteiten in het
buitenland uit te voeren om de uitvoering van het buitenlands beleid te
vergemakkelijken.
- Martin Bimfort: Intelligentie is het verzamelen en verwerken van die
informatie over het buitenland en hun agenten die een overheid nodig
heeft voor dit buitenlands beleid en voor de nationale veiligheid.
Conclusie: Intelligent is iets veel geavanceerder dan een spion versus spion
cartoon. Voor producenten van intelligentie gaat het meer om geheimhouding
dan om informatie.
Week I Secret Intelligence;
Achterkant van de internationale
betrekking
Hoorcollege week I, dinsdag 4 februari 2020, E. Braat, Inleiding
Wie is Harold ‘Kim’ Philby? Was een belangrijke spion die als oud-werknemer van
MI6 was gaan werken voor de Russen. Hij was de belangrijkste spion van de 20 ste
eeuw (waar we vanaf weten). We weten niet alles van inlichtingendiensten. Hij
was onderdeel van de legendarische Cambridge Five. Dit waren 5 agenten die
voor WOII die in Cambridge gerekruteerd door de NKVD. Deutsch was hier de
leider van. Philby werkte ten tijde van WOII op het ministerie van Oorlog en later
bij MI6 op de afdeling contra, het opsporen en tegen gaan van vijandige
spionnen. Dit was voor de Russen heel erg interessant. Na WOII ging hij naar
Istanbul waar hij instorten en daarna naar Washington, allemaal uit naam van
MI6. Philby werd steeds belangrijker voor de NKVD (op dit moment de KGB).
Drank begon steeds meer een belangrijke rol te spelen in het leven van Philby. In
1961 loopt een KGB-leider over naar het westen. De KGB vond dit vervelend
maar ze wisten dat er een mol zat bij de CIA en MI6. Vingers werden steeds meer
gewezen naar Philby. Philby is op dit moment in een van zijn diepste punten. In
1963 is er een vlucht van Philby naar Moskou. In Moskou wordt hij