Als je een product koopt is het normaal dat je ervoor betaalt, je ruilt het product voor
geld (ruilmiddel). Consumenten willen betalen voor producten daarom zijn bedrijven
bereid om goederen te produceren =( het maken van goederen door bedrijven voor
anderen). Als consumenten zelf een product produceren noem je dit zelfvoorziening je
maakt het zelf en betaal je er niet voor. Het bedrijf, de producent, maakt de producten
geschikt voor consumptie. Tegelijkertijd leveren consumenten ook zelf diensten aan
producenten. Zij werken namelijk voor bedrijven, dit noem je arbeid. Mensen ontvangen
hiervoor loon.
Alle bedrijven die meewerken aan de productie van een product behoren tot de
bedrijfskolom =(De bedrijfskolom is een model dat de stappen van grondstof tot
eindproduct weergeeft.) elk bedrijf voegt iets toe aan het product, waardoor de waarde
toeneemt dit noem je de toegevoegde waarde, De toegevoegde waarde kun je
berekenen door de verkoopprijs te verminderen met de inkoopprijs.
Om te produceren zijn er productie factoren nodig, als ezelsbruggetje kan je KANO
onthouden:
1. Kapitaal; machines, gebouwen, hulpmiddelen, gereedschap, machines en geld.
2. Arbeid; de werknemers die het werk verrichten.
3. Natuur; alles wat zonder bewerking uit de natuur komt.
4. Ondernemerschap; de ondernemer combineert alle productiefactoren op de
meest efficiënte manier met elkaar.
Een fietsenwinkel is een voorbeeld van een handelsonderneming, dit koopt producten
in en verkoopt ze daarna zonder er iets aan te veranderen = een fietsenfabriek is een
voorbeeld van een productieonderneming, dit koopt grondstoffen en produceert
daarvan een product en verkoopt dit door aan klanten (bedrijven of consumenten).
Een dienstverlenend bedrijf verkoopt diensten.
De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten of diensten die een arbeidskracht
in een bepaalde tijd kan maken, dit kan stijgen doordat medewerkers in een bedrijf
efficiënter gaan werken. Hulpmiddelen hierbij zijn mechanisatie, automatisering en
robotisering.
Hier geld een formule voor.
, Handelsondernemingen maken onderscheid tussen de kosten voor het inkopen van
producten en overige kosten. Het bedrag waarvoor producten worden ingekocht,
wordt inkoopwaarde van de omzet genoemd.
Alle overige kosten samen noem je de Bedrijfskosten.
Voorbeelden van bedrijfskosten zijn de lonen van het personeel, de huur van het pand
en de kosten voor elektriciteit en water.
Productieondernemingen hebben dit onderscheid niet, die hebben alleen
productiekosten.
De inkoopwaarde van de omzet stijgt als een bedrijf meer verkoopt. Omgekeerd daalt
de inkoopwaarde als er minder wordt verkocht. Kosten die afhankelijk zijn van de
verkoop (de afzet) of de omvang van de productie noem je variabele kosten, Daarnaast
zijn er kosten die een onderneming altijd heeft, ongeacht of de onderneming veel of
weinig goederen of diensten produceert. Denk bijvoorbeeld aan de huur van het
bedrijfspand.
Of in het bedrijfspand nu veel of weinig producten worden geproduceerd of verkocht, de
huur blijft gelijk. Deze kosten, die niet afhangen van de omvang van de productie of de
verkoop, noem je vaste of constante kosten, Dit betekent niet dat deze kosten nooit
veranderen. Wanneer er bijvoorbeeld een nieuwe machine gekocht wordt vanwege
uitbreiding van de productie, veranderen deze kosten wel.
Je hebt 4 types bedrijfskosten:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dv039028. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,57. Je zit daarna nergens aan vast.