week 1 11-2-2019:
Goederenrecht I
Van der Linden 1806 `Het tweede voorwerp van het recht betreft de goederen tot welke
personen gerechtigd zijn, of, met andere woorden, waarop zij een recht hebben. Een recht
[op een goed is immers een recht waardoor het goed zelf aan mij verbonden is, zo dat ik het
tegen een ieder die het goed houdt, wie dan ook, kan uitoefenen’
Reehuis p. 2 - Het goederenrecht is dat deel van het objectieve vermogensrecht dat
betrekking heeft op de rechtsverhouding tussen een persoon en een goed (...)
Gaius (161), Instituten I.8 (=Justinianus (533), I. 1.12) Al het recht dat wij toepassen, heeft
betrekking of op personen, of op zaken, (of op verbintenissen) of op acties
Goederenrecht II
Institutensysteem (Romeins): 1. Personen, 2. Zaken, 3. Verbintenissen, 4.
Rechtsvorderingen
BW 10 boeken in systematische ordening
1 personen en familierecht
2 rechtspersonen
3 Vermogensrecht in het algemeen
4 erfrecht
5 rechten op zaken
6 verbintenissenrecht
7 bijzondere overeenkomsten
8 verkeersmiddelen en vervoer
9 intellectuele eigendomsrechten
10 internationaal privaatrecht
Het BW is een codificatie: omvat systematisch het geldende burgerlijk recht
Goederenrecht III
Systematiek
- Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen
- goederen; rechtshandeling; verkrijging en bezwaring van goederen; bezit en
houderschap; goederenrechtelijke rechten: vruchtgebruik, pand en hypotheek;
verhaalsrecht
- Boek 5: Zakelijke rechten
- eigendom; - van roerende zaken; - van onroerende zaken; burenrecht;
goederenrechtelijke (zakelijke) rechten erfdienstbaarheid; erfpacht; opstal;
appartementsrecht
Goederen I
Artikel 3:1 Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten
,Sommige goederen zijn registergoederen:
Artikel 3:10 BW Registergoederen zijn goederen voor welker overdracht of vestiging
inschrijving in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is.
Bijvoorbeeld: artikel 3:89 BW De voor overdracht van onroerende zaken vereiste levering
geschiedt door een daartoe bestemde, tussen partijen opgemaakte notariële akte, gevolgd
door de inschrijving daarvan in de daartoe bestemde openbare registers
Goederen II
Zaak – art. 3:2 Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
Wanneer is sprake van een zaak?
Stoffelijk
Vatbaar voor beheersing
Individualiteit - van andere objecten af te grenzen (specialiteitsbeginsel)
Meer criteria? Ethische (Arine van der Steur, Grenzen van rechtsobjecten (proefschrift
2003); publiek belang? Zaken buiten de handel (bv in Frankrijk, Belgie en andere jurisdicties
– uit Romeins recht)
Goederen III
Zaak – art. 3:2 Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
Die ook een eenheid vormen – eenheidsbeginsel
Art. 3:4 -1 Al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt, is
bestanddeel van die zaak. -2 Een zaak die met een hoofdzaak zodanig verbonden wordt
dat zij daarvan niet kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt
toegebracht aan een der zaken, wordt bestanddeel van de hoofdzaak.
Goederen IV
Zaken zijn onroerend of roerend (waarom?)
Art. 3:3 -1 Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond
verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn
verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken. -2
Roerend zijn alle zaken die niet onroerend zijn.
Wanneer is sprake van duurzaam met de grond verenigd?
Objectieve recht: wet, soms hoogste rechtspraak, gewoonte (?), rechtsgeleerde literatuur (?)
(formele rechtsbronnen)
Goederen V
HR 31 oktober 1997, NJ 1998, 97 (Portacabin)
, Interpretatie – wat is de betekenis van de regel? Tekst van de wet, in systeem, met
behulp van de (wets- of rechts) geschiedenis uitleggen, en met behulp van
beginselen, doel, rechtsvergelijking …
a. Een gebouw kan duurzaam met de grond verenigd zijn in de zin van art. 3:3 BW,
doordat het naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven;
zie de toelichting op de nota van wijzigingen bij art. 3.1.1.2 lid 1 ontwerp NBW
(Parl. Gesch. Boek 3, blz. 70) (...) = parlementaire geschiedenis
Kenbaarheid (van bestemming) - `dit vereiste vloeit voort uit het belang dat de
zakenrechtelijke verhoudingen voor derden kenbaar dienen te zijn.’ (beginsel).
Mbv verkeersopvattingen (?)
Waterwoningen: roerend of onroerend? (HR 9 maart 2012, LJN: BV8198)
Goederen VI
- Vermogensrechten – art. 3:6 - Rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een
ander recht, overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk
voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het
vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel, zijn vermogensrechten.
- Absolute vermogensrechten – goederenrechtelijke rechten en intellectuele
eigendomsrechten (property rights)
- Relatieve vermogensrechten – jegens een persoon (personal rights)
Vorderingsrechten – verbintenis uit overeenkomst – art. 6:1 BW;
Goederenrechtelijke rechten
- Eigendom (art. 5:1 BW)
- Vruchtgebruik (art. 3:201 BW)
- Pand en hypotheek (art. 3:227 BW)
- Erfdienstbaarheid (art.5:70 BW)
- Erfpacht (art. 5:85 BW)
- Opstal (art. 5:101 BW)
- oude zakelijke rechten via overgangswet
- Wat zijn de bevoegdheden die de rechthebbende heeft? Of: wat is de inhoud? Wet –
systematiek - geschiedenis
Rechten op goederen I
Beginselen
- De wet kent een gesloten stelsel van rechten op goederen (of numerus clausus)
- Gesloten stelsel van verkrijging van goederen
- Absolute werking – dus goederenrechtelijk gevolg en dus prioriteit
- Publiciteit of kenbaarheid van goederenrechtelijke verhoudingen
- Specialiteitsbeginsel en eenheidsbeginsel
- Dwingend recht – en dus: Nederlands