Het is een samenvatting van het boek Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht. De samenvatting is 34 pagina's lang, ik heb opgenomen wat ik het belangrijkste vond gecombineerd met de verplichte leesstof. Niet het hele boek is opgenomen en samengevat!
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
~ Strafrecht ~
Hoofdstuk 1 – Inleiding
1.2 – Plaats van het strafrecht
Het strafrecht houdt zich bezig met het bestraffen van een persoon, die een strafbaar feit heeft
gepleegd. Er zijn twee soorten recht:
- Strafrecht = burgers en overheid
- Civielrecht = burgers onderling
Het verschil tussen strafrecht en civiel recht, is dat bij civielrecht burgers elkaar kunnen
dagvaarden via een advocaat. Bij strafrecht kunnen burgers alleen door de officier van
justitie een dagvaarding krijgen.
Strafrecht is niet het enige rechtsgebied dat de verhouding tussen burger en overheid regelt. Je
hebt ook bestuursrecht.
- Bestuursrecht = regelt onder meer de wijze waarop het openbaar bestuur moet
functioneren bij het nemen van beslissingen die de burger direct of indirect raken.
Bijvoorbeeld: het afgeven van een horecavergunning (Awb)
1.3 – Doelen van strafrecht
In het strafrecht zijn er 2 doelen:
Vergelding = het kwaad dat de dader veroorzaakt bij het slachtoffer, kan worden vergolden
met leedtoevoeging.
Preventie = het straffen moet leiden naar dat mensen niet gestraft willen worden en daarom
niks fout doen.
2 soorten preventie:
- Speciale preventie = de dader zal na de eerste straf de volgende keer beter nadenken
- Generale preventie = moet potentiële wetovertreders afschrikken
1.4 – Materieel strafrecht, formeel strafrecht en sanctierecht
Materieel strafrecht = bepaalt welk gedrag niet is toegestaan en welke personen daarvoor
kunnen worden gestraft. Het gaat om:
- Strafbepalingen (moord/diefstal)
- Uitsluiting van strafbaarheid (noodweer)
- Uitbreiding van strafbaarheid (poging/medeplichtigheid)
(Wetboek van Strafrecht)
Formeel strafrecht = houdt het strafprocesrecht of strafvordering in.
(Wetboek van Strafvordering)
Sanctierecht = heeft betrekking op de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen
worden opgelegd.
(Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering)
Je moet niet het materiele/formele strafrecht verwarren met wetten in materiele/formele
zin.
,1.5 – Commuun en bijzonder strafrecht
Het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen, duidt men vaak aan als het commune
strafrecht. En de bijzondere strafwetten vormen het bijzondere strafrecht. In bijzondere
strafwetten treft men strafbepalingen aan die behoren tot het materiele strafrecht, maar ook
bevoegdheden die behoren tot het formele strafrecht.
,Hoofdstuk 2 – Inleiding materieel strafrecht
2.1 – Plaats en structuur van strafbepalingen
Het materiële strafrecht bepaalt welk gedrag strafbaar is. Dit wordt in de eerste plaats
aangegeven door de wet. De inhoud van die bepalingen wordt soms verder ingevuld door de
rechtspraak.
De strafbepaling bestaat uit
- Een delictsomschrijving = geeft aan welke ongewenste gedraging de wetgever strafbaar
heeft willen stellen.
- Een kwalificatie-aanduiding = maakt duidelijk hoe het gedrag in juridisch opzicht moet
worden benoemd.
- Een strafbedreiging = bepaalt welke soort straf mag worden opgelegd en wat het maximum
daarbij is.
2.2 – De opbouw van het strafbare feit in vier componenten
2.2.1 – Het vierlagenmodel
De volgende definitie wordt gebruikt om aan te geven wat in de materieelstrafrechtelijke zin
de inhoud is van een strafbaar feit: een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt
binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld
te wijten. Hierin liggen vier componenten van het strafbare feit besloten, die cumulatief zijn
en waaraan voldaan moet worden voordat iemand gestraft kan worden. Deze vier
componenten zijn:
1. Menselijke gedraging (MG)
2. Wettelijke delictsomschrijving (DO)
3. Wederrechtelijkheid (W)
4. Schuld, als verwijtbaarheid (V)
De menselijke gedraging
Als eerste voorwaarde voor strafbaarheid geldt dat er sprake moet zijn van een menselijke
gedraging. De gedraging moet dus verricht zijn door een mens. Verder moet het gaan om een
menselijke gedraging, je kan niet vervolgd worden voor je gedachtes.
De wettelijke delictsomschrijving
Als tweede voorwaarde voor strafbaarheid geldt dat de menselijke gedraging moet vallen
binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving. Gedragingen zijn pas strafbaar als
zij in de strafwet terug te vinden zijn.
De wederrechtelijkheid
Duidt op de situatie waarbij een feitelijke handeling, die een strafbaar feit zou opleveren, in
strijd is met het recht. Er wordt puur en alleen gekeken naar het al dan niet gerechtvaardigd
zijn van de daad. Hiermee wordt niets gezegd over de mate waarin deze gedraging aan de
dader verweten kan worden, dat is het terrein van de schuld.
Er kunnen omstandigheden zijn om aan te nemen dat de gedraging niet wederrechtelijk was.
In zo’n geval spreken we van een rechtvaardigingsgrond.
De schuld (verwijtbaarheid)
Je mag niet gestraft worden als je geen schuld hebt. Schuld moet worden opgevat als
verwijtbaarheid, hiervan is sprake als iemand een andere optie had dan het overtreden van de
wet. Het is mogelijk dat iemand een delictsomschrijving vervuld, maar dat dit hem om een of
andere reden niet te verwijten valt. De reden om aan te nemen dat het vervullen van de
delictsomschrijving niet verwijtbaar is, worden schulduitsluitingsgronden genoemd.
, 2.3 – Legaliteit en interpretatie
Strafbepalingen moeten altijd in de wet terug te vinden zijn, dit heet het legaliteitsbeginsel.
Dit staat in artikel 1 lid 1 Sr. Het gedrag is pas strafbaar als het ten tijde van het begaan van
het feit in de wet strafbaar is gesteld, dit heet het verbod van terugwerkende kracht. En het
staat in artikel 16 Gw en 1 lid 1 Sr.
Artikel 1 lid 1 Sr, heeft tot doel rechtszekerheid te bewerkstelligen. De rechtszekerheid eist
onder andere dat omschrijvingen van wettelijke strafbepalingen voldoende helder zijn uit de
tekst van delictsomschrijving moet duidelijk blijken wat er precies verboden is. Hierdoor
kunnen burgers hun gedrag erop afstemmen. Ondanks deze eis is er toch een zekere vaagheid.
De precieze inhoud is een kwestie van interpreteren.
Voor het interpreteren van de wetstermen bestaat een aantal methoden. De belangrijkste
interpretatiemethoden zijn:
- Wetshistorische interpretatie: er wordt gekeken naar de totstandkomingsgeschiedenis van
de bepaling in kwestie. Meestal wordt er gekeken naar kamerstukken, zoals de MvT.
- Grammaticale interpretatie: de taalkundige betekenis van de woorden in de desbetreffende
bepaling.
- Systematische interpretatie: de wet wordt uitgelegd aan de hand van de systematiek van de
wet.
- Teleologische interpretatie: er wordt gekeken naar het doel van de wet(gever).
Vaak wordt er een combinatie van interpretatiemethoden toegepast.
2.4 – Bestanddelen en elementen
Nogmaals: een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een
wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en verwijtbaar is.
- Menselijke gedraging
- Delictsomschrijving bestanddelen
- Wederrechtelijkheid elementen
- Verwijtbaarheid elementen
Bestanddelen vindt men dus in de wettekst, terwijl elementen de niet in de wet opgenomen
voorwaarden voor strafbaarheid zijn. Een voorbeeld: artikel 188 Sr, het doen van een valse
aangifte. “Hij die aangifte of klacht doet dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het
niet gepleegd is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van
de derde categorie” (de laatste zin hoeft te worden geïsoleerd)
Dit artikel is kort en zal daarom weinig moeite kosten de bestanddelen te isoleren. Als we de
delictsomschrijving van dit artikel in stukjes knippen, zien we twee delictsbestanddelen naar
voren komen:
1. Aangifte of klacht doen dat een strafbaar feit is gepleegd
2. Wetenschap dat het strafbare feit niet gepleegd is.
Iemand die dus voor de grap een moord aangeeft, vervult beide bestanddelen en verricht dus
een gedraging die valt binnen de delictsomschrijving van artikel 188 Sr.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yelinvdberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.