100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting; Goederenrecht €7,16
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting; Goederenrecht

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting; Goederenrecht

Voorbeeld 4 van de 35  pagina's

  • 4 december 2024
  • 35
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
yelinvdberg
Leerdoelen Goederenrecht
Week 1. Goederen en Rechten op Goederen
Kenmerken van het goederenrecht.
Het goederenrecht kent vele kenmerken, dit zijn de belangrijkste:
1. Absolute werking: rechten op goederen die de rechthebbende in beginsel
tegenover iedereen kan inroepen. (Derdenwerking)
a. Eigendomsrecht
b. Vordering = relatief recht (kan alleen worden ingeroepen tegenover wie
jij een vordering hebt).

2. Gesloten systeem: absolute rechten hebben rechtstreeks invloed op de
positie van derden. Wij kennen daarom een gesloten systeem. Dit houdt in:
a. Alle goederenrechtelijke rechten zijn geregeld in de wet.
b. De wet bepaalt de inhoud van deze goederenrechtelijke rechten.

3. Dwingend recht: goederenrecht is voornamelijk dwingend recht. Dat houdt in
dat partijen vaak niet contractueel van de wet kunnen afwijken. (2b)

De student herkent de basisbegrippen vermogensrechten, zaken, (natuurlijke en
burgerlijke) vruchten, registergoederen en goede trouw in een casus.
Goederenrecht: relatie tussen een persoon en een goed.
Goederen:
Alle zaken en vermogensrechten
- Art. 3:1 BW

Goederen kan je in tweeën delen:
1. Zaken  Er moet sprake zijn van menselijke beheersing en stoffelijke objecten
- Onroerende zaken: Artikel 3:3, lid 1 BW (grond, gebouwen)
- Roerende zaken: Artikel 3:3, lid 2 BW (alle zaken die niet onroerend zijn)

2. Vermogensrecht  Goederenrecht en verbintenissenrecht samen (recht met
een waarde die je in geld kan uitdrukken)

Vermogensrechten:
Een recht waarmee je geld mee kunt verdienen, het heeft een financiële waarde. Je
kunt het niet fysiek vastpakken. Alle rechten die op geld waardeerbaar zijn.
 Voorbeeld = huur
- Art. 3:6 BW

Zaken:
Het is stoffelijk (kunnen vastpakken) en je moet er controle over kunnen hebben.
 Voorbeeld = woning of fiets  NIET = zee of planeten.
- Art. 3:2 BW

Binnen zaken heb je roerende en onroerende zaken:
Roerende zaken:
- Art. 3:3 lid 2 BW
- Een auto kan je in eigendom overdragen zonder dat het in een registergoed
ingeschreven hoeft te worden.  Een auto is een roerende zaak.

,Onroerende zaken:
- Art. 3:3 lid 1 BW
 Voorbeeld = grond, gebouwen

Binnen zaken heb je ook registergoed: art. 3:10 BW
- Er moet een register bestaan, waarin de vestiging of overdracht van het goed
kan worden ingeschreven.
- Dat register moet openbaar zijn.
- De inschrijving in het register moet constitutief zijn (= vestiging/overdracht
treedt pas in door de inschrijving).

Drie categorieën registergoederen: artikel 3:89 BW
1. Onroerende zaken
2. Teboekstaande schepen en luchtvaartuigen
3. Beperkte rechten op registergoederen:
a. Voor de vestiging van beperkte rechten moeten dezelfde regels worden
gevolgd als voor de overdracht van het goed waarop het beperkte recht
wordt gevestigd.  Voorbeeld = hypotheekrecht

Binnen zaken heb je ook natuurlijke vruchten:
- Natuurlijke opbrengsten van een andere zaak.
- Art. 3:9 lid 1 BW

- Zelfstandige natuurlijke vrucht: een dier dat geboren wordt.
- Onzelfstandige natuurlijke vrucht: als het dier nog niet geboren is.

RECHTEN:
Burgerlijke vruchten:
- Rechten die volgens het volk als vruchten van goederen worden aangemerkt.
 Voorbeeld: huur en rente
- Art. 3:9 lid 2 BW

Goede trouw:
 Artikel 3:11 BW
- Je bent te goeder trouw als je niet wist en niet hoefde te weten dat feiten of
het recht waarop jouw goede trouw betrekking heeft, niet juist waren.

Hoofdzaak en bestanddeel:
Hoofdzaak:
- Als het geen bestanddeel is, is het een hoofdzaak.

Bestanddeel: Art. 3:4 BW
- Als de maatschappij vindt dat iets een bestanddeel is  lid 1
- Iets wat je niet van de hoofdzaak kan scheiden zonder beschadiging  lid 2
 Voorbeeld = Een zadel is een bestanddeel van de hoofdzaak fiets.

Lid 1 = immateriële band  voor het eerst erkend in HR Sleepboot Egbertha
Lid 2 = materiële band

HR Depex/Curatoren Bergel

,De student herkent de verschillen en overeenkomsten tussen absolute en relatieve
rechten. (Vermogensrecht)
Relatieve rechten:
- Geldt slechts ten opzichte van 1 of meer personen.
(bijv. je leent een boek aan iemand, dan gelden de rechten alleen ten opzichte
van dat persoon, vorderingsrecht)
- Heeft vooral te maken met overeenkomstenrecht

Absolute rechten: (artikel 5:1 BW)
- Een persoon heeft een absoluut recht over een goed en dat recht tegenover
iedereen kan handhaven.  Voorbeeld: eigendomsrecht (alleen op zaken)
- Heeft vooral te maken met goederenrecht.

De 8 absolute rechten:
- Vruchtgebruik
- Pand
- Hypotheek
- Eigendom
- Erfdienstbaarheid
- Erfpacht
- Opstal
- Appartement

Beperkte rechten: de eigenaar van een goed vestigt een beperkt recht op het goed,
ten behalve van iemand anders. Beperkte rechten zijn absolute rechten.

Voorbeelden:
- Recht van vruchtgebruik  Art. 3:201 BW (genotsrecht)
- Pandrecht  Art. 3:227 BW (zekerheidsrechten)
- Hypotheekrecht  Art. 3:227 BW (zekerheidsrechten)

- Erfdienstbaarheid  Art. 5:70 BW (genotsrecht)
- Erfpacht  Art. 5:85 BW (genotsrecht)
- Opstal  Art. 5:101 BW (genotsrecht)
- Appartementsrecht  Art. 5:106 BW (genotsrecht)

Het eigendomsrecht is het enige absolute recht dat kan worden aangemerkt als een
volledig recht.




Beperkte rechten moeten gevestigd
worden. Er is dus ook pas sprake van
een beperkt recht als het gevestigd is.
 Artikel 3:98 BW

, Hoe verkrijg je een beperkt recht?
- Verjaring (Als het lang mag zonder officieel …, mag het na X jaar nog steeds)
- Vestiging
Er gelden 3 voorwaarden voor een vestiging:
 Artikel 3:84 lid 1 BW en artikel 3:98 BW
 Een geldige titel
 Een geldige vestiging ( = levering in andere gevallen)
 Beschikkingsbevoegdheid
Dit zijn dus dezelfde voorwaarde als bij een overdracht.

Soorten vestiging:
- Vuistpand  Artikel 3:236 BW
- Stil pand / bezitloos pand  Artikel 3:237 BW

De student duidt de beginselen van het goederenrecht binnen een casus.
3 beginselen van het goederenrecht:
Zaaksgevolg
Prioriteitsbeginsel
Separatist in het faillissement

Zaaksgevolg houdt in dat het absolute recht op een goed blijft bestaan, ook al
bevindt dat goed zich niet meer in de macht van de rechthoudende.
 Voorbeeld = Als je je boek uit het raam gooit, heb je nog steeds recht op het boek.

Prioriteitsbeginsel is wanneer er meer dan 1 absoluut recht op een goed rust, dan
gaat het eerder gevestigde absolute recht voor een later gevestigd absoluut recht.

Separatist in het faillissement van degene die een goed onder zich heeft, kan
degene die een goederenrechtelijk recht op dat goed heeft, zijn recht uitoefenen
zonder dat het faillissement hem treft  artikel 57 Fw.

Alle 3 zijn alleen bij absolute rechten van toepassing.

Corpus Iuris Civilis
Het Corpus Iuris Civilis is een schriftelijk neergelegde verzameling van wetten,
besluiten, rechterlijke uitspraken en juridische leerstukken betreffende het Romeins
recht, samengesteld en geschreven in opdracht van de Byzantijnse keizer
Justinianus I, tussen 529 en 534.

Het Corpus Iuris bestaat uit vier delen: de Codex Justinianus (keizerlijke decreten),
de Digesten of Pandekten (de oude regels), de Instituten (een toenmalig leerboek
voor eerstejaars dat kracht van wet kreeg) en de Novellen (nieuwe decreten).

 Zie de geschreven samenvatting.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yelinvdberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 59804 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,16
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd