Thema 1 - omgevingsinvloeden
Gezondheidsgedrag: interactie tussen individu en omgeving
Gezond gedrag kunnen door jou als individu uitgevoerd en gecontroleerd worden, maar je gedrag en
zelfperceptie worden beïnvloed door factoren buiten jezelf. Deze omgevingsfactoren beïnvloeden ons
gezondheidsgedrag. Soms zijn we ons bewust van dit fenomeen, maar vaak niet. De mate waarin we
bewegen, onze voedingskeuzes en onze mentale instelling worden beïnvloed door de fysieke, sociale,
economische en politieke omgeving waarin we ons dagelijks leven leiden. Tegelijkertijd is de
perceptie van een individu van zijn of haar omgeving anders. Dezelfde omstandigheden kunnen
anders worden waargenomen door twee verschillende mensen, waardoor elk individu anders
omgaat met zijn of haar omgeving. In elke gemeenschap zijn er positieve uitzonderingen, mensen van
wie het gedrag anders is dan dat van de meeste anderen in die omgeving. Zij vertonen gedrag
waarmee ze betere oplossingen vinden voor een probleem dan hun leeftijdsgenoten, ondanks
dezelfde uitdagingen en zonder extra middelen.
Verschillende modellen en theorieën visualiseren de verschillende
lagen die van invloed zijn op de gezondheid en hoe onze omgeving hier
een rol in speelt. Het regenboogmodel van gezondheid (figuur 1)
plaatst de individuele factoren van samenstelling en levensstijl in het
midden. De sociale omgeving (familie, vrienden, buren, collega’s)
omringt het individu. De volgende laag bestaat uit leef- en
werkomstandigheden. De laatste laag bestaat uit algemene
sociaaleconomische, culturele en omgevingsomstandigheden. Deze
lagen zijn niet gescheiden, maar verweven en interageren. Als je een
laag wilt beïnvloeden, moet je mogelijk een van de andere lagen aanpassen.
Deze cursus richt zich op gezondheidsgedrag en gezondheidsuitkomsten die worden veroorzaakt door
de complexe interactie tussen het individu en de omgeving. Dit betekent dat in gevallen zoals
'Patrick', een gezondheidspsycholoog zou moeten samenwerken met andere experts om hem te
helpen gezonde keuzes de standaard te maken. Financiële steun, maatschappelijk werk,
gezondheidsprofessionals, lokale beleidsmakers, enz., zouden allemaal hun expertise moeten
bijdragen en zich moeten richten op de verschillende gebieden om verandering te initiëren. Deze
cursus biedt empirische en theoretische inzichten in de invloed van de omgeving op individueel
gezondheidsgedrag en de rol van de gezondheidspsycholoog in deze interactie. In de volgende sectie
gaan we dieper in op het 'gezondheidsveldconcept', een construct dat ons door deze cursus zal
leiden. Het perspectief van de gezondheidspsycholoog sluit deze introductie af.
2. Het gezondheidsveldconcept en de impact van de omgeving op gezondheid
2.1 Het gezondheidsveld concept
“Waarom ligt Jason in het ziekenhuis? Omdat hij een ernstige infectie in zijn been heeft. Maar
waarom heeft hij een infectie? Omdat hij een snee in zijn been heeft en die raakte geïnfecteerd. Maar
waarom heeft hij een snee in zijn been? Omdat hij aan het spelen was op het terrein naast zijn
appartement en daar was wat scherp, roestig metaal waar hij overheen viel. Maar waarom speelde
hij op dat terrein? Omdat zijn buurt een beetje vervallen is. Veel kinderen spelen daar omdat er
niemand is om toezicht te houden. Maar waarom woont hij in die buurt? Omdat zijn ouders geen geld
hebben voor een betere plek om te wonen. Maar waarom kunnen zijn ouders zich geen betere plek
veroorloven? Omdat zijn vader werkloos is en zijn moeder ziek is. Maar waarom is zijn vader
werkloos? Omdat hij niet veel opleiding heeft en geen baan kan vinden. Maar waarom …?’
,Het verhaal hierboven toont aan dat Jason lijdt aan een gezondheidsprobleem dat had kunnen
worden voorkomen als zijn interactie met zijn omgeving anders was geweest. Omdat het letsel echter
werd veroorzaakt door verschillende onderliggende problemen, zoals het ontbreken van een
oplettende ouder en het slechte onderhoud van zijn fysieke omgeving, is het een complex
multifactorieel patroon dat leidt tot Jason's gezondheidsproblemen. Dit verhaal illustreert ook het
gezondheidsverschil tussen lagere en hogere inkomensgroepen. Om gezondheidsongelijkheid echt te
begrijpen, moeten we het probleem grondiger analyseren door steeds te blijven vragen, ‘waarom?’
Jason's geval weerspiegelt de verschillende determinanten van gezondheid op verschillende niveaus.
Het toont aan dat om gezond te blijven, levensstijlen, gedrag en de omgeving moeten worden
aangepakt.
Jason's voorbeeld demonstreert een direct negatief effect van de omgeving op de gezondheid.
Andere meer indirecte voorbeelden zijn de toename van fastfoodrestaurants, waardoor het
gemakkelijker wordt om (ongezond) te eten, en de toename van de voorkeur onder tieners voor
scooters in plaats van fietsen. Deze voorbeelden benadrukken het negatieve effect dat de omgeving
kan hebben op de gezondheid. Maar natuurlijk is niet alle omgevingsinvloed negatief voor het
individu. Peers en rolmodellen, bijvoorbeeld, kunnen een positieve invloed hebben door trends zoals
‘superfoods’ of ‘fitgirls’, die mensen kunnen aanmoedigen om gezondere levensstijlkeuzes te maken.
Een ander voorbeeld is regelgeving opgelegd door de overheid, zoals rookverboden, die ook een
positieve invloed kunnen hebben op onze gezondheid. Bovendien zijn sommige omgevingen
bijzonder herstellend. Onderzoek heeft aangetoond dat tijd buitenshuis doorbrengen en in contact
met de natuur zijn gunstige effecten heeft op fysieke en mentale gezondheid.
De verschillende determinanten van gezondheid en de verschillende niveaus van omgevingsfactoren
vormen een breed interessegebied voor de gezondheidspsycholoog. Deze brede scope komt overeen
met het gezondheidsveldconcept van Lalonde (1974). Het gezondheidsveld omvat vier belangrijke
factoren die mogelijk invloed hebben op de gezondheid. Het concept van het ‘gezondheidsveld’
identificeert de verbanden tussen individueel gezondheidsgedrag (levensstijl), aanleg (menselijke
biologie), de kwaliteit en toegankelijkheid van gezondheidszorg, en de persoonlijke omgeving (zowel
fysiek als sociaal en economisch). Het gezondheidsveldconcept wordt weergegeven in Figuur 2:
Figuur 2 Het gezondheidsveldconcept
Omgeving Levensstijl
Alle zaken die betrekking hebben op de Het geheel van persoonlijke beslissingen waar het
omgeving buiten het menselijk lichaam en individu controle over heeft. Zelfopgelegd risico
waar het individu weinig of geen controle door ongezonde levensstijlkeuzes kan bijdragen
over heeft. Omvat de fysieke en sociale aan of oorzaak zijn van ziekte of dood.
omgeving.
Menselijke biologie Gezondheidsorganisatie
Alle aspecten van gezondheid, zowel fysiek De kwantiteit, kwaliteit, arrangementen, aard en
als mentaal, ontwikkeld in het menselijk relaties van mensen en middelen in de voorziening
lichaam als resultaat van organische van gezondheidszorg.
samenstelling.
Hoewel de manier waarop het Gezondheidsveldconcept wordt gevisualiseerd suggereert dat er een
strikte scheiding is tussen de vier ‘velden’ van gezondheid, is dit niet het geval. De gezondheidsvelden
interageren allemaal en beïnvloeden de gezondheid via meerdere, complexe paden. Tenslotte, is
rookgedrag strikt een persoonlijke beslissing waar alleen het individu controle over heeft? Of heeft de
sociale omgeving die peers omvat die roken een grote invloed? En wat is de rol van een mogelijke
genetische aanleg voor verslaving?
, 2.2 Omgevingsinvloed op gezondheid
Veel theorieën over omgevingsdeterminanten van gezondheidsgedrag maken een onderscheid tussen
verschillende niveaus van invloed. Een vaak genoemd onderscheid is macro (sociale, economische,
culturele en fysieke omgeving), meso (werk- en leefomstandigheden) en micro (gedrag, genetische
aanleg). Dit onderscheid kan niet altijd scherp gedefinieerd worden en, zoals bij het
gezondheidsveldconcept, werken de micro-, meso- en macroniveau factoren op complexe manieren
samen. Zo kan een genetische aanleg voor ademhalingsaandoeningen bijvoorbeeld alleen resulteren
in daadwerkelijke ziekte voor iemand die in een vervuilde omgeving woont met een lage kwaliteit van
gezondheidszorg. Of een individu met een aanleg voor depressie kan alleen daadwerkelijk depressie
ontwikkelen als diegene leeft in een vervallen buurt met beperkte sociale verbondenheid.
Niet alle ecologische modellen gebruiken de micro-meso-macro-onderscheiding, en degenen die dat
wel doen, verschillen in de manier waarop ze de niveaus definiëren of het aantal niveaus dat ze
gebruiken. Een bekend model, dat verschillende soorten omgevingen op macro- en micro-
invloedniveaus toepast, is het ANGELO-model (Analysis Grid for Environments Linked to Obesity). Het
ANGELO-model is ontwikkeld als een kader voor het begrijpen van de obesogene omgeving, dat wil
zeggen omgevingen die het gemakkelijk maken om ongezond te eten en een sedentaire levensstijl te
leiden. Een voorbeeld van het kader toegepast op fysieke activiteit (PA) en voeding (N), met zowel
positieve als negatieve effecten, wordt hieronder weergegeven (Tabel 1).
Tabel 1 Het ANGELO-model toegepast op fysieke activiteit en eetgedrag
Fysieke omgeving Economische omgeving Politieke omgeving Socio-culturele omgeving
Micro PA: wandelbaarheid PA: toegangskosten voor PA: planning van PA: perceptie van
van de buurt speeltuinen sportfaciliteiten veiligheid in de buurt
N: beschikbaarheid N: prijsstructuur van N: kwaliteitscontrole bij N: familiale
van snackautomaten supermarkten catering in kindercentra voedselcultuur
Macr PA: klimaat PA: brandstofprijzen PA: PA: rolmodellen in
o verkeersvoorschriften massamedia
N: marketing door de N: N: vet- en suikertaksen N:
voedingsindustrie productieomstandigheden alcoholconsumptiecultuur.
voor voedsel
Er zijn meerder manieren om om te gaan met gezondheidsproblemen. Veel gezondheidsproblemen
kunnen niet worden voorkomen, maar mensen kunnen leren hoe ze een goede kwaliteit van leven
kunnen hebben, ondanks de beperkingen die hun gezondheidsproblemen veroorzaken. Twee
personen met dezelfde mate van ziektegerelateerde beperking kunnen twee zeer verschillende
perspectieven hebben op de kwaliteit van leven. De gezondheidspsycholoog kan mensen helpen
gezonde keuzes te maken (d.w.z. primaire ziektepreventie) en kan ook helpen bij het voorkomen van
negatieve mentale gezondheidseffecten van fysieke problemen (d.w.z. secundaire en tertiaire
preventie).
3.1 De ontwikkeling van gezondheidspsychologie
De publicatie van het gezondheidsveldconcept door Lalonde markeerde een internationale
paradigmaverschuiving in de medische wetenschap van gezondheid, gedefinieerd door de
afwezigheid van ziekte, naar gezondheid als een gevolg van een complex geheel van verschillende
soorten determinanten. Deze gezondheidsdeterminanten omvatten zowel factoren waar het individu
invloed op kan uitoefenen, als die waar het individu geen of slechts beperkte controle over heeft.
Kort nadat dit nieuwe perspectief op gezondheid officieel werd aangenomen (Het Handvest van
Ottawa voor Gezondheidsbevordering van 1986), sprak de Wereldgezondheidsorganisatie haar steun
uit voor 'gezondheid voor iedereen door betere gezondheidsbevordering'. Deze 'gezondheid voor
, iedereen'-benadering bevestigt sociale rechtvaardigheid en gelijkheid als voorwaarden voor
gezondheid. Deze benadering richt zich niet alleen op het verminderen van
gezondheidsongelijkheden tussen derdewereldlanden en ontwikkelde landen, maar ook op het
verminderen van gezondheidsongelijkheden binnen landen. Een goed voorbeeld van het laatste is het
programma Slimme en Gezonde Stad in Nederland. Dit programma heeft tot doel de luchtkwaliteit en
de verkeerssituatie in steden te verbeteren om zo de leefomstandigheden van mensen in stedelijke
omgevingen te verbeteren, en daarmee hun gezondheid.
De opkomst van dit nieuwe perspectief op gezondheid leidde tot het maatschappelijk besef dat het
begrijpen van gezondheid als geheel (of het gebrek daaraan) rekening houdt met de psychologische
en sociale context van gezondheid en ziekte. Dit resulteerde in een verschuiving in de samenleving
naar een meer holistische of bio-psycho-sociale benadering van gezondheid. Als gevolg hiervan
identificeerde het Handvest van Ottawa vijf verschillende actiegebieden met betrekking tot
gezondheid: het opbouwen van gezond beleid, het versterken van gemeenschapsacties, het
ontwikkelen van persoonlijke vaardigheden, het heroriënteren van gezondheidsdiensten op het
voorkomen van ziekte en het bevorderen van gezondheid, en het creëren van ondersteunende
omgevingen. Dit toont verdere steun voor gezondheidsbevorderingsinspanningen die zich niet alleen
richten op persoonlijke determinanten, maar ook op omgevingsdeterminanten.
Deze verschuiving door gezondheidswerkers en andere experts op het gebied van de volksgezondheid
heeft geresulteerd in verschillende positieve veranderingen binnen het veld. Tegenwoordig, wanneer
een individu ziek wordt als gevolg van ongezond gedrag, beseffen we dat de ‘schuld’ voor deze ziekte
niet alleen bij het individu ligt. Natuurlijk heeft een obees persoon te veel calorierijk voedsel gegeten
en onvoldoende bewogen. Maar de ‘schuld’ voor dit gedrag kan wellicht ook liggen in de
wijdverspreide beschikbaarheid van fastfoodrestaurants, reclames die ongezonde snacks op televisie
promoten en genetische samenstelling. De maatschappelijke verschuiving heeft ook de rol van
gezondheidspsychologen veranderd. In plaats van zich voornamelijk te richten op wat het individu
kan doen om zijn of haar gedrag te veranderen, moeten gezondheidspsychologen ook de gezondheid
van de omgeving in overweging nemen. Bijvoorbeeld, het adviseren van een gemeente over
gezondheidsoverwegingen bij het plannen van herontwikkeling van een buurt (zoals het aanleggen
van groenvoorzieningen en het verbeteren van de wandelbaarheid) kan resulteren in meer positieve
effecten op gezond gedrag dan zich alleen te richten op individuele leefstijlfactoren.
De omgeving speelt ook een rol in rijkere buurten, waar ongezonde verleidingen vaak moeilijk te
vermijden zijn. Zo kan een medewerker van een benzinestation worden gevraagd om klanten te
vragen of ze een stuk taart willen bij hun koffieaankoop. Daarnaast zijn lopen, fietsen of traplopen
nog steeds niet de standaardkeuze wanneer alternatieve, gemakkelijkere vervoersmiddelen
beschikbaar zijn.
De bio-psychosociale benadering komt ook naar voren in de definitie van gezondheid die wordt
aangenomen door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO): ‘Gezondheid is een toestand van
volledig fysiek, mentaal en sociaal welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of gebrek.’
Hoewel deze WHO-definitie de gezondheidstoestand breder maakte en meer dan alleen fysieke
gezondheid benadrukte, is deze sinds de invoering bekritiseerd. Critici merken op dat ‘volledige’
gezondheid bijna onmogelijk is om tegelijkertijd in deze drie domeinen te bereiken. Bovendien wordt
gezondheid in deze formulering beschouwd als een statisch concept, terwijl gezondheid eigenlijk
meer een dynamische toestand is, fluctuerend in de tijd en in verschillende situaties. Daarom werd
een nieuwe definitie van ‘positieve gezondheid’ geformuleerd in lijn met de positieve psychologie die
werkt tegen de medicalisering van de samenleving. Deze definitie omschrijft gezondheid als ‘het
vermogen om het leven te kunnen aanpassen en zelf te managen, in het licht van de fysieke,
emotionele en sociale uitdagingen van het leven’ (Huber et al., 2011). De bio-psychosociale
benadering en de verschuiving van ziekte naar positieve gezondheid, naast andere trends in de
geneeskunde, psychologie en het gezondheidszorgsysteem, hebben een snelle uitbreiding van het
vakgebied van de gezondheidspsychologie gestimuleerd.