100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Economie samenvatting: Structuur en conjunctuur €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Economie samenvatting: Structuur en conjunctuur

2 beoordelingen
 95 keer bekeken  2 keer verkocht

Samenvatting Economie over structuur en conjunctuur. Duidelijke overzichtelijke samenvatting met stukjes uitleg, theorie, voorbeelden en begrippen. Handig voor het leren van Economie toetsen, tentamens en examens. Gemaakt met: Economie Integraal 2017 Havo bovenbouw H15. Structuur en conjunctuur. ...

[Meer zien]

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 28 maart 2020
  • 5
  • 2019/2020
  • Samenvatting
  • Middelbare school
  • HAVO
  • Economie
  • 102
Alle documenten voor dit vak (1268)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: ilayda6682 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: willemgressie • 4 jaar geleden

avatar-seller
BaukjeAvK
Economie samenvatting H15: Structuur en conjunctuur

15.1 Structuur en productiecapaciteit:
Productiecapaciteit: De hoeveelheid producten die in een jaar maximaal geproduceerd
kunnen worden. Dit is afhankelijk van de productiestructuur (hoeveelheid en kwaliteit van
productiefactoren, arbeid, kapitaal en natuur) in de bedrijven en bij de overheid.
Beroepsbevolking: Alle werkenden en werkzoekenden tussen de 15 en 75 jaar. Dit zal
afnemen door de ontgroening en vergrijzing.
Kwaliteit van de Nederlandse beroepsbevolking: Is fors toegenomen dankzij investeringen in
human capital (kwaliteit onderwijs en opleidingen), de toegenomen deelname aan het
onderwijs, de technische ontwikkelingen, de gestegen verhouding tussen vrije tijd en
werktijd en de toegenomen volksgezondheid.
Arbeidsproductiviteit: De productie per werkende per periode. De hoogte hangt af van de
kwaliteit van arbeid en productiemiddelen.
Arbeidsproductiviteit = bbp : arbeidsvraag
Kapitaalgoederenvoorraad: Hangt af van de al beschikbare hoeveelheid kapitaal en van de
omvang van de investeringen.
Investeren: Het kopen van kapitaalgoederen.

Wanneer bedrijven (meer) zullen investeren:
- Als ze verwachten dat de investering winst oplevert.
- Lagere rentestand, hierdoor wordt lenen goedkoper.
- Stijging van de loonkosten in verhouding van de kapitaalkosten, werknemers door
machines vervangen.
- Technologische vernieuwingen.
- Investeringssubsidies.
- Een gunstig belastingklimaat.

Procesinnovatie: Technologische vernieuwingen worden ingevoerd in het productieproces.
Diepte-investeringen: Oude machines vervangen door nieuw/betere machines. Dit bespaart
arbeid, kapitaal en natuurlijke hulpbronnen en leidt tot stijging van de productiviteit en
arbeid/kapitaalverhouding. De productie wordt kapitaalintensiever en arbeidsextensiever.
Breedte-investeringen: Meer machines kopen van dezelfde kwaliteit. De
arbeid/kapitaalverhouding en productiviteit blijven gelijk.
Kapitaalproductiviteit: De gemiddelde productie per eenheid kapitaal per jaar.
Kapitaalproductiviteit (K) = bbp : waarde van gebruikte vaste kapitaalgoederenvoorraad (Kv).
Omvang natuurlijke hulpbronnen: Afhankelijk van het klimaat, de aanwezigheid van
bodemschatten, de grondoppervlakte, de geografische ligging maar ook de ontdekking van
nieuwe voorraden en het economische gebruik van de natuur.
Ondernemer: Persoon die de productiefactoren arbeid, kapitaal en natuur combineert om
daarmee voor eigen risico goederen en diensten te produceren.
Zelfstandigen: Verdienen inkomen uit winst.
Arbeidsinkomensquote: Geeft aan hoeveel procent van het in bedrijven verdiende inkomen
wordt uitbetaald in de vorm van arbeidsinkomen.
Arbeidsinkomensquote bedrijven = (Totale loonsom bedrijven + toegerekend loon
zelfstandigen) : netto toegevoegde waarde bedrijven x 100%

, Totale loonsom: Het totale aan werknemers betaalde arbeidsinkomen.
Toegerekende beloning voor zelfstandigen = Aantal arbeidsjaren van zelfstandigen x het
gemiddelde loon van werknemers.
Netto toegevoegde waarde bedrijven: De productiewaarde in de bedrijven, dit is het totaal
van in de bedrijven verdiende inkomens. Dit neemt toe als de verkoopprijzen van de
producten toenemen en/of de productiviteit toeneemt.
Vermogensinkomen: Inkomens uit bezittingen, zoals rente, huur en winst.
Vermogensinkomensquote bedrijven: Geeft aan hoeveel procent van het in de bedrijven
verdiende inkomen wordt uitbetaald in de vorm van vermogensinkomen.
Vermogensinkomensquote bedrijven = Vermogensinkomen bedrijven : netto toegevoegde
waarde bedrijven x 100%.
Winstquote: De verhouding tussen de behaalde winsten en de netto togevoegde waarde in
bedrijven.
Arbeidsinkomensquote + vermogensinkomensquote = 100%
Categoriale inkomensverdeling: De verdeling van het in een land verdiende inkomsten in
arbeidsinkomen en vermogensinkomen. Een verandering hiervan heeft invloed op de soort
en omvang van de investeringen en het aantal arbeidsplaatsen.

In sectoren waar de arbeidsinkomensquote sterk stijgt en als gevolg daarvan de ook de
winstquote kan dalen, zijn de volgende ontwikkelingen zichtbaar:
- Minder investeringen.
- Faillissementen
- De kredietwaardigheid van het bedrijf neemt af.
- Vooral arbeidsbesparende diepte-investeringen.
- Productie wordt verplaatst naar lagelonenlanden.

15.2 Conjunctuur en bestedingen:
Effectieve vraag (EV): Is opgebouwd uit vier soorten bestedingen, particuliere consumptie,
particuliere investeringen, overheidsbestedingen en het saldo van export en import.
EV = C + I + O + E - M
Particuliere consumptie (C): Alle bestedingen van de gezinnen.
Particuliere investeringen (I): Alle aankopen van de bedrijven zijn particuliere investeringen.
Dit omvat vaste kapitaalgoederen en vlottend kapitaal. Op korte termijn heeft dit een
bestedingseffect en op lange termijn een capaciteitseffect.
Overheidsbestedingen (O): De aanschaffing van goederen door de Overheid.
Saldo van export en import (E-M): Het verschil tussen export en import, dit is afhankelijk van
de concurrentiepositie, groei van wereldhandel en de koersen van buitenlands geld.
Multipliereffect: Stijging (daling) van de bestedingen leidt tot een sneeuwbaleffect van
verdere stijging (daling) van de bestedingen.
Tegen werkloosheid: Vraag ^ - productie ^ - werkgelegenheid ^ - werkloosheid ,
(^ = omhoog) (, = omlaag)
Vicieuze cirkel van bestedingen: Bestedingen ^ - Productie ^ - werkgelegenheid ^ -
werkgelegenheid , - binnenlands inkomen ^ - bestedingen ^ - etc.
Conjunctuurbewegingen: De verandering van de effectieve vraag.
Conjunctuurcyclussen: Een hele golfbeweging in de conjunctuurlijn.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BaukjeAvK. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  2x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd