100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Estate planning voor de DGA Hoorcollege & Werkgroep week 4 volledig uitgetypt €3,99   In winkelwagen

College aantekeningen

Estate planning voor de DGA Hoorcollege & Werkgroep week 4 volledig uitgetypt

5 beoordelingen
 66 keer bekeken  0 keer verkocht

Volledig uitgetypt hc en wg week 4

Voorbeeld 2 van de 13  pagina's

  • 28 maart 2020
  • 13
  • 2019/2020
  • College aantekeningen
  • Onbekend
  • 4
Alle documenten voor dit vak (7)

5  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: juliaelisadevries • 8 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: Ramyliaz • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: irtzacaffreymahmood • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Flatiso • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: nli240 • 4 jaar geleden

avatar-seller
cezannecezanne
Week 4

Stof
S.J. Mol-Verver e.a., Fiscale behandeling van de DGA, hoofdstuk 2 (kwalificatie als DGA), hoofdstuk
4 (de TBS-regeling van artikel 3.92 Wet IB 2001) en paragraaf 11.1 tot en met 11.3
(privébetrekkingen aandeelhouder).

R.P. van den Dool en M.J. Hoogeveen, ‘Dga: aanmerkelijk belang, werkzaamheidsvermogen en
huwelijksvermogensrecht’,TFO2017/153.2. Paragraaf 6.3.1 in dit artikel hoeft niet gelezen te worden,
want het daar beschreven wetsvoorstel (OFM 2018) is eind 2017 ingetrokken.

Jurisprudentie
Hoge Raad 10 maart 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU2004, BNB 2007/15 (huwelijksgemeenschap
en aanmerkelijk belang).
Bij een algehele gemeenschap van goederen worden beide echtgenoten geacht een AB te houden,
ongeacht welke echtgenoot het AB heeft ingebracht. Aangaan van gvg vormt een fictieve
vervreemding voor de DGA die de aandelen in de gemeenschap brengt, art. 4.16 id 1 sub e IB.
Doorschuifregeling art. 4.17 IB.

Hoorcollege
Wat zijn de uitgangspunten van het Nederlandse stelsel? Uitgangspunt Nederlandse wetgever is om
individu centraal te stellen, je doet individueel aangifte. Toch kom je allerlei regelingen tegen waarin
rekening wordt gehouden met de gezinssituatie van de belastingplichtige. Bijv. fiscaal partnerschap.

Hoofdregel in art. 4.6 IB: wanneer aanmerkelijk belang in de zin van de wet IB? Als
belastingplichtige al dan niet samen met zijn partner 5% of meer in een vennootschap houdt. Bezit
fiscale partner wordt hier dus meegerekend, direct of indirect. Partnerschap wordt erbij gehaald.
Waarom doet de wetgever dit? Anti-misbruikkarakter, als partners kan je anders de aandelen onderling
verdelen zodat je beide onder de 5% grens blijft en dus in box 3 zit ipv box 2. Kan natuurlijk ook
nadeliger zijn om in box 3 belast te worden, ligt aan de situatie.

Leefvormneutraliteit? Een belastingstelsel waarbij het niet uitmaakt of je alleen bent of met
meerderen. Andere uitleg is: we maken onderscheid tussen iemand die alleen is en als iemand in een
gezinssituatie is komen er fiscale regels bijv. gemeenschappelijk inkomensbestanddeel en dan is de
vraag: wanneer ben je fiscaal partner? Alleen in selecte situaties of maakt het niet uit hoe je het hebt
ingevuld. Zou iedere vorm van samenleven tot fiscaal partnerschap moeten leiden? D66: als je niet in
een huis samenwoont maar je bent aan het latten zou je ook fiscaal partner kunnen zijn, of vriend of
vriendin die geen geliefde is aanwijzen als partner. Zo ver is de wet nog niet maar kan altijd nog
veranderen.

Wat is het effect van het fiscaal partnerschap? Art. 4.6 IB. Als je het hebt over aanmerkelijk belang in
een adem ook de terbeschikkingstellingsregeling noemen.

VB 1: DGA verhuurt pandje aan eigen BV, tbs situatie.
Wat is het fiscale effect van art. 2.17 IB, wat gebeurt er als iets een gemeenschappelijk
inkomensbestanddeel is? Je begint bij het individu als belangplichtige, die geniet een bepaald
inkomensbestanddeel vervolgens komt er een stempel op gemeenschappelijk inkomensbestanddeel en
dan mag hij kiezen of hij het aan zichzelf toerekent of aan zijn fiscale partner. Voor AB heeft dat geen

, effect want . Alleen leuk bij de eigenwoningregeling want dan kan je het saldo van het eigen woning
gebeuren aan elkaar toerekenen en dan kan je het effect hebben van de tarieven in box 1. Box 2 heeft
standaard tarief voor alles en iedereen dus maakt niet uit aan wie je dat toerekent. Soms toch situaties
waarin het effect heeft:
- wetgever wil soms nog wel het tarief veranderen in box 2
- we hebben een tijd gehad dat er een klein stukje verlaagd tarief was, dan kon je iets aan jezelf
uitkeren en hoefde je maar iets van 20% belasting te betalen. Als je dat 2x deed had je daar
dubbel effect van.

Art. 2.17 lid 2 Wet IB 2001
- AB-inkomen = gemeenschappelijk inkomensbestanddeel
- TBS-inkomen = geen gemeenschappelijk inkomensbestanddeel

VB 2: DGA heeft een vrouw, zijn fiscaal partner en het inkomen uit de tbs is geen gemeenschappelijk
inkomensbestanddeel.
Beetje raar want als deze twee de fiscale aangifte doen dat moet hij als hij dividend krijgt of iets uit
AB dan mag hij kiezen en als hij huur uit het pand ontvangt moet hij dat aan zichzelf toerekenen.
Waarom zou de wetgever dat gedaan hebben? Wetgever wil niet dat je gaat spreiden, tbs valt in box 1
en wetgever wil niet dat je gebruik gaat maken van beiden een laag tarief. Veel anti-
misbruikbepalingen.

Voor Successiewet: recht op partnervrijstelling + toepassen voor art. 25 en art. 26 SW

Wanneer ben je fiscaal partner? Art. 5a AWR. Als je aan die voorwaarden voldoet zit je gebakken
want dan ben je zowel voor de IB als de SW fiscaal partner. Twee smaken:
- gehuwden
- samenwonenden met samenlevingscontract > ingeschreven hetzelfde adres
Uitzondering IB: Wat is er afwijkend aan art. 5a AWR?
- Hoeft voor IB niet gehuwd te zijn als je een kind hebt. Art. 1.2 IB.
- Hoeft niet gehuwd te zijn als je voor toepassing pensioenregeling partner bent.
- Etc. kijken in artikel
Uitzondering SW: art. 1a SW. Beide meerderjarig dan hoeft niet gehuwd als ‘gedurende in het 2e lid
genoemde periode’ in 2e lid staat je moet aan 5a AWR voldoen gedurende een bepaalde tijd voordat
je partner wordt voor de SW. Zes maanden in geval erfbelasting en in geval schenking twee jaar.
Waarom heeft wetgever dat gedaan, je wil niet nog even snel fiscaal partnerschap aangaan om deze
geneugten van de SW te genieten. Lager tarief bij fiscale partners, hogere vrijstellingen.

Huidige HVR
➔ Wettelijke regeling per 1-1-2018 (art. 1:94 BW)
◆ beperkte gvg
➔ Huwelijkse voorwaarden (art. 1:93 BW)
◆ algehele gvg
◆ koude uitsluiting
➔ Bijzondere vorm = verrekenbedingen (art. 1:132 e.v. BW)
◆ periodiek vs
◆ finaal

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cezannecezanne. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99
  • (5)
  Kopen