het gaat over biologie
1. Organismen en hun omgeving
2. Voedselrelaties en kringlopen
3. Samenleven
4 hoefde ik niet te doen
5. mensen en milieu
6. Duurzaamheid
7. Energiestroom om in ecosysteem
8. Voedsel productie
1. Organismen en hun omgeving
Milieu
Het milieu (leefomgeving) heeft invloed op organisme (een organisme zijn dingen
die leven), maar organisme beïnvloeden ook hun milieu. Een voorbeeld; Planten
geven zuurstof af aan het milieu. Ecologie is het deel van de biologie dat de
relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu onderzoekt. Een
voorbeeld; Leeuwen die zebra`s eten om te overleven.
Biotische factoren is invloed op de levende natuur, deze factoren komen van
andere organismen, invloeden die komen van de levenloze natuur noemen we
abiotische factoren.
De Niveaus van de Ecologie
Er zijn verschillende niveaus die ecologen onderzoeken, bijvoorbeeld een cel of
een orgaan. Ook kan de relatie tussen 1 individu (een organisme) en het milieu
worden onderzocht. Een populatie is een groep individuen van dezelfde soort in 1
gebied. Voorbeeld; de invloed van de hoeveelheid regen op een populatie
olifanten. Een levens gemeenschap zijn alle populaties samen in een bepaald
gebied. Alle abiotische factoren in een bepaald gebied noem je een biotoop. Het
ecosysteem is een gebied waar binnen de biotische en abiotische factoren een
eenheid vormen. Alle ecosystemen samen vormen een biosfeer, de biosfeer is
het deel in, op rond de aarde waar leven mogelijk is.
Voedselketen
Een voedselketen is een reeks soorten, waarbij elke soort een voedselbron is voor
de volgende. Voorbeeld; alg-watervlo-baars-snoek. elke voedselbron noem je een
schakel. Voedselweb/voedselnet is het geheel van voedsel relaties in een
ecosysteem.
Biomassa
De biomassa is de totale hoeveelheid energierijke stof in een organisme.
Accumulatie
Opeenhoping of accumulatie is het doorgeven van giftige stoffen via schakels in
een voedselketen. Voorbeeld; giftige stoffen
1. Planten nemen stoffen op uit hun omgeving, goede stoffen maar ook
gifstoffen
2. Deze gifstoffen komen in het milieu door bijvoorbeeld, uitlaat gassen
3. Planten kunnen de giftige stoffen niet kwijtraken
4. Een dier dat de plant eet krijgt de giftige stoffen binnen, bijvoorbeeld een
vlo
5. Als de vlo wordt opgegeten komt het gif van de plant en de vlo terecht in
bijvoorbeeld het lieveheersbeestje
6. Als de merel vervolgens het lieveheersbeestje opeet krijgt de merel de
giftige stoffen van de plant van de vlo en van het lieveheersbeestje binnen
7. Eet de havik nu de merel dan krijgt de havik het gif binnen van de plant
van de vlo van het lieveheersbeestje en de merel
, Dieren aan het einde van het voedselketen hebben een grotere kans om dood
te gaan door de gifstoffen
2. Voedselrelaties en kringlopen
Producenten, consumenten en reducenten
Fotosynthese weergeven in een vergelijking: water + koolstofdioxide + licht >
glucose + zuurstof. Glucose gebruikt een plant om stoffen te maken waaruit hij
zelf bestaat, de plant heeft hiervoor nodig mineralen (deze haalt hij uit de
bodem).
Planten produceren-producent
Dieren consumeren-consument
Schimmels en bacteriën reduceren-reducenten
De resten van dode planten en dieren die worden gegeten door afvaleters, de
schimmels en bacteriën (reducenten) breken deze verder af.
Dieren consumeren (eten) stoffen door planten gemaakt.
Reducenten (bacteriën en schimmel) zetten de dode resten om in koolstofdioxide,
water en mineralen.
Koolstofdioxide en water worden door de producent (planten) opgenomen en zo
ontstaat fotosynthese.
Stoffen van planten komen via dieren, afvaleters, bacteriën en schimmels
weer terug bij de planten
De kringloop van water
Alle organismen hebben water nodig om te kunnen leven, je krijgt water door
eten en drinken. Water verlaat zich met urine, met zweet of als je uitademt. 75%
van aardoppervlakte is water. Oceanen en zeeën vindt waterdamping plaats
(stijgt op), hoe hoger hoe kouder, waterdamp condenseert (ontstaan wolken),
druppels in de wolken groter worden (gaat regenen), door neerslag komt het
water weer op aardoppervlakte en verzamelt in rivieren en zo gaat het terug naar
oceanen en zeeën.
De kringloop van koolstof
Reducenten – koolstof in energierijke stoffen
Lucht – koolstof in koolstofdioxide
Producenten – koolstof in glucose
Consument – koolstof in dierlijke energierijke stoffen
Koolstofdioxide bestaat uit zuurstof en koolstof.
Koolstof uit koolstofdioxide wordt opgenomen glucose.
Glucose is een energierijke stof in het lichaam en in een plant gebruikt wordt al
brandstof. Planten geven glucose af in het donker en bij dode bladeren, de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noavermeul2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,83. Je zit daarna nergens aan vast.