100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Relatievermogensrecht €8,16
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Relatievermogensrecht

 13 keer bekeken  2 keer verkocht

Deze samenvatting bevat de kern van de literatuur, werkcolleges en aanvullende literatuur. Ook wordt de voorgeschreven jurisprudentie beknopt samengevat.

Voorbeeld 4 van de 66  pagina's

  • 6 december 2024
  • 66
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
sannemoens
Samenvatting Relatievermogensrecht

Week 1
Boek
Hfst 1
De wet van juni 1956 stelde de man en vrouw in het huwelijk op vermogensrechtelijk terrein
gelijk. Sinds 1957 is de vrouw niet meer handelingsonbekwaam. In 1838 kwam het artikel
voor dat de man het hoofd der echtvereniging was. Sinds 1 jan 1970 komt de bepaling de
man is hoofd van de echtgemeenschap niet meer voor in de wet door aanname van het
amendement-Wierenga.

Na de aanpassing van het huwelijksvermogensrecht aan de boeken 3,5,6 en 7 NBW in 1992
is het huwelijksvermogensrecht in de jaren negentig van de vorige eeuw nog slechts op
enkele ondergeschikte punten aangepast ten gevolge van de invoering van andere wetten.
Bij wet van 5 juli 1997 is het zogenoemde geregistreerd partnerschap tot stand gekomen. Op
het GP zijn de titels 6,7 en 8 van boek I BW van overeenkomstige toepassing verklaard (art.
1:80b BW). Daarbij is ook het huwelijk opengesteld voor personen van gelijk geslacht.

De commissie rechten en plichten van echtgenoten kwam met de aanbeveling om het
huwelijksvermogensrecht, zoals neergelegd in de titels 6,7 en 8 van boek I BW in dir tranches
aan te passen. Deze tranches zouden achtereenvolgens bevatten:
a. Een wet houdende de wijziging van de titels 6 en 8 van boek I BW
b. Een wet strekkende tot het opnemen van algemene regels inzake verrekenbedingen
in titel 8 van boek I BW
c. Een wet houdende een regeling voor een basisstelsel van huwelijksgoederenrecht

Op 1 sep 2012 werd de wet aangepast tav de wettelijke gemeenschap van goederen.

Beperkte gemeenschap van goederen 1 jan 2018
Sinds 1 jan 2018 is de omvang van de huwelijksgemeenschap aanzienlijk beperkt tov de
situatie van vóór 1 jan 2018. Op grond van het nieuwe art. 94 vallen alle aanbrengsten ten
huwelijk, behoudens van die goederen die reeds vóór de aanvang van de gemeenschap aan
de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden, alsmede alle erfrechtelijke verkrijgingen en
schenkingen voortaan buiten de gemeenschap van goederen. Daarnaast omvat de
gemeenschap, wat haar schulden betreft, slechts alle vóór het bestaan van de gemeenschap
ontstane gemeenschappelijke schulden, alle schulden betreffende de goederen die reeds
vóór de aanvang van de gemeenschap aan de echtgenoten tezamen toebehoorden en alle
tijdens het bestaan van de gemeenschap ontstane schulden met uitzondering van een drietal
type schulden, te weten: a) schulden betreffende van de gemeenschap uitgezonderde
goederen; b) schulden die behoren tot een nalatenschap waartoe een echtgenoot is
gerechtigd; en c) schulden uit door een echtgenoot gedane gift alsmede uit hoofde van
quasi-legaten als bedoeld in art. 4:126 lid 1 en 2 onderdelen a en c BW. Op
huwelijksgemeenschappen die ontstaan zijn vóór 1 jan 2018 blijft het toenmalige artikel 94
van toepassing zodat die huwelijksgemeenschappen in omvang gelijk blijven tov de regeling

,onder het oude recht. Voor die gemeenschappen is bovendien art. 1:96 lid 3 BW niet van
toepassing. Verder is in art. 1:95a BW een vergoedingsregeling opgenomen ten bate van de
gemeenschap voor kennis, vaardigheden en arbeid die een echtgenoot tbv een onderneming
die in zijn privévermogen valt gedurende het huwelijk aanwend.

Hfst 2, par 1-3a
Titel 1.6 geeft algemene bepalingen voor de echtgenoten, ongeacht of zij in de wettelijke
gemeenschap van goederen zijn gehuwd of dat zij door middel van huwelijkse voorwaarden
daarvan zijn afgeweken. De bepalingen zijn grotendeels van dwingend recht, tenzij in de wet
is aangegeven dat partijen van de bepalingen kunnen afwijken bij schriftelijke ovk of bij
huwelijkse voorwaarden.

De in art. 1:82 BW genoemde verzorgingsplicht heeft niet alleen betrekking op gezamenlijke
kinderen van partijen maar ook op de minderjarige kinderen van de ene echtgenoot,
waarvan de andere slechts stiefouder is. Deze bepaling geldt ook voor pleegkinderen. De
bepaling ziet zowel op de persoonlijke activiteiten die daarbij moeten worden aangewend
als op de financiering van de verzorging en opvoeding. De onderhoudsverplichting van de
ouders jegens de kinderen is elders geregeld in boek I BW, zie hiervoor art. 1:247 lid 1 BW,
die tot bekostiging van de verzorging en opvoeding verplicht, met zijn financiële
tegenhanger in art. 1:404 lid 1 BW, beide beperkt tot minderjarige kinderen. Nadat zij
meerderjarig zijn geworden, hebben kinderen jegens hun ouders slechts recht op
levensonderhoud in geval van het behoeftigheid art. 1:392 BW. zolang de kinderen nog geen
21 jaar zijn, zijn de ouders echter verplicht te voorzien in de kosten van levensonderhoud en
studie van hun kinderen en speelt de behoeftigheid nog geen rol art. 1:395a BW. De
echtgenoot, die de minderjarige kinderen verzorgt en opvoedt, maar niet de kinderen alleen
vertegenwoordigt omdat er gezamenlijk gezag is, kan ex art. 1:82 BW tegen de andere
echtgenoot ageren ter vervanging van een actie op grond van art. 1:404 BW tbv de kinderen.
Na scheiding van tafel en bed is het voorschrift van art. 1:82 niet meer van toepassing op
grond van art. 1:92a BW.

De woonplaats van elk der echtgenoten is daar waar ieder zijn woonstede, en bij gebreke
van woonstede zijn werkelijke verblijf, heeft, art. 1:10 BW. indien een van de echtgenoten
onder curatele is gesteld en de curator is een derde dan heeft de curandus woonplaats bij
zijn curator art. 1:12 BW.

Informatieplicht
Vanaf 1 jan 2012 bepaalt art. 1:83 BW dat de echtgenoten elkaar informatie dienen te
verschaffen over het door hen gevoerde bestuur alsmede over de stand van hun goederen
en schulden. De informatieplicht in art. 1:83 BW omvat niet alleen goederen en schulden van
de gemeenschap, maar ook de privégoederen en -schulden. De informatieplicht houdt niet
in het recht om rekening en verantwoording te vorderen.

Volgens de memorie van antwoord behoort de alimentatie, die een van de echtgenoten
moet betalen voor de verzorging en opvoeding van een kind uit een vroegere relatie dat

,elders woont, niet tot de hier bedoelde kosten van de huishouding. Dit kind behoort immers
niet tot dit huishouden.

Draagplicht
Voor het geval zij geen huwelijkse voorwaarden hebben gemaakt of in hun huwelijkse
voorwaarden geen regeling ter zake hebben getroffen, stelt art. 1:84 lid 1 BW voorop dat de
kosten van de huishouding en die van de verzorging en opvoeding van de kinderen zo veel
mogelijk ten laste van het inkomen, en wel in de eerste plaats van het gemene inkomen
komen. Uiteindelijk worden zij door ieder van de echtgenoten voor de helft gedragen. Bij
gebreke van een gemeen inkomen of voor zover dit ontoereikend is, brengt lid 1 de kosten
ten laste van evt eigen, dus niet in een gemeenschap vallende, inkomens van de
echtgenoten in evenredigheid van deze inkomens. Voor zover het totale inkomen van de
echtgenoten ontoereikend is, komen op overeenkomstige voet hun vermogens aan de
beurt: eerst een evt aanwezig gemeenschappelijk vermogen en zo nodig daarna hun
privévermogens, wederom naar evenredigheid daarvan.

Fourneerplicht
Art. 1:84 lid 2 BW bevat de regel, dat de voor de financiering van de in het eerste lid
bedoelde uitgaven benodigde middelen naar rato moeten worden voorgeschoten uit de
daar genoemde inkomens en vermogens.

Tijdens het huwelijk verjaren vorderingen tussen echtgenoten niet (art. 3:320 jo 3:321 lid 1
sub a BW). uit de rechtspraak is af te leiden dat het gebruikelijk is om binnen het jaar,
volgende op het jaar waarover nog moet worden verrekend, alsnog af te rekenen. Daarna zal
in de regel het recht om alsnog verrekening te vorderen, zijn verwerkt. Daarbij spelen twee
aspecten een rol: verslechtering bewijspositie en gewekt vertrouwen dat er geen vordering
meer ingesteld zou worden.

Nihilbeding
Echtgenoten mogen volgens art. 1:84 lid 3 BW afwijken van de regeling in de leden 1 en 2.
Op grond van de redactie van art. 1:84 lid 3 BW is een beding, dat een van de echtgenoten
niet zal bijdragen in de kosten van de huishouding, mogelijk. het nihilbeding laat onverlet de
dwingendrechtelijke bepalingen van de artikelen 81 en 82. Wanneer de ene echtgenoot, die
ingevolge de regeling alle kosten voor zijn rekening moet nemen, niet in staat is alle kosten
te voldoen, zal toch de andere echtgenoot op grond van die artikelen een (aanvullende)
bijdrage in de kosten moeten geven. Het is ook mogelijk om tav de huishoudkosten een
vervalbeding op te nemen. Anders dan het vervalbeding bij verrekenbedingen geldt in dit
kader geen omkering van de bewijslast: de echtgenoot die zicht tegen toepassing van het
vervalbeding wil verweren, dient te bewijzen dat het in strijd is met de redelijkheid en
billijkheid dat de andere echtgenoot zich op dat vervalbeding beroept. De regelingen die de
echtgenoten wensen te treffen, moesten tot 21 jan 2001 op straffe van nietigheid, worden
getroffen bij huwelijkse voorwaarden. Door het overgangsrecht geldt voor de vraag of een
regeling in huwelijkse voorwaarden gewijzigd kan worden door een schriftelijke ovk, de
volgende regel: als partijen voor 22 juni 2001 een regeling aangaande de huishoudkosten

, hadden getroffen bij huwelijkse voorwaarden, zoals voorgeschreven door de oude wettekst,
dan kunnen zij deze wijzigen na die datum door een schriftelijke ovk. Deze nieuwe afspraken
kunnen wederom door een schriftelijke ovk worden gewijzigd. Leggen de echtgenoten
daarentegen de afspraken na die datum vast in huwelijkse voorwaarden, dan is de wijziging
daarvan slechts mogelijk bij huwelijkse voorwaarden.

Onderhoudsplicht na scheiding van tafel en bed en echtscheiding
Door een scheiding van tafel en bed verliezen de bepalingen van titel 1.6 hun werking op
grond van art. 1:92a BW. dan gelden alleen de bepalingen van art. 1:157 jo 1:169 BW. in een
convenant, dat niet bij notariële akte hoeft te worden gemaakt, kunnen partijen ook
afspreken dat er geen levensonderhoud verschuldigd is, het zogenaamde nihilbeding. Het is
niet mogelijk om een nihilbeding op te nemen in voorhuwelijkse huwelijkse voorwaarden,
wel in huwelijkse voorwaarden staande huwelijk gemaakt. Ook biedt de wet mogelijkheid
om de eenmaal gesloten overeenkomsten en eenmaal gegeven rechterlijke beschikkingen
door de rechter te doen wijzigen of intrekken, zelfs met terugwerkende kracht (art. 1:402
BW), wanneer die ovk of beschikking later door wijziging van omstandigheden ophoudt aan
de wettelijke maatstaven te voldoen (art. 1:401 lid 1 BW). door art. 1:400 BW heeft het
levensonderhoud voor kinderen en stiefkinderen voorrang boven dat van andere
onderhoudsgerechtigden als de onderhoudsplichtige te weinig draagkracht heeft om aan alle
verplichtingen te voldoen.

Onderhoudsplicht na overlijden
Dat het recht op levensonderhoud eindigt door de dood van de gerechtigde is
vanzelfsprekend. Er is geen sprake van een rechtens afdwingbare verplichting van de eerst
stervende echtgenoot om onder omstandigheden voor het onderhoud van de langstlevende
maatregelen te treffen. Dat er echter vaak van een morele plicht in dezen zal kunnen
worden gesproken, is evident. Is die plicht zeer dringend, dan zal er sprake zijn van een
natuurlijke verbintenis.

Aansprakelijkheid voor schulden van de gewone gang van de huishouding
Iedere echtgenoot is voor het geheel aansprakelijk voor de tbv de gewone gang van de
huishouding aangegane verbintenissen, aldus art. 1:85 lid 1 BW. Dit geldt ook voor de
verbintenissen die voortvloeien uit de door een echtgenoot als werkgever tbv de
huishouding aangegane arbeidsovereenkomsten. Het gaat bij art. 1:85 BW over externe
aansprakelijkheid en bij art. 1:84 BW over interne aansprakelijkheid. Niet alle uitgaven die
tot de kosten van de huishouding van art. 1:84 BW gerekend moeten worden, vallen onder
art. 1:85 BW. de dubbele aansprakelijkheid is een inbreuk op het beginsel in het
Nederlandse huwelijksvermogensrecht, dat het ontstaan van aansprakelijkheid door het
trouwen niet verandert: normaliter is de echtgenoot aansprakelijk die een verbintenis is
aangegaan. Bepalend voor de vraag wat op de gewone gang der huishouding betrekking
heeft zullen de naar buiten blijkende levensomstandigheden van het betreffende gezin daar
het hier gaat om de relaties van de echtgenoten met derden. Wanneer men wil vaststellen
wat onder gewone gang der huishouding te begrijpen valt, zal men moeten uitgaan van een
objectief criterium, waarbij echter ook rekening gehouden wordt met de omstandigheden

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sannemoens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,16. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,16  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd