Decubitus
Inhoud
Begripsbepaling……………………………………………………………………………………………Blz. 3
Epidemiologie……………………………………………………………………………………………...Blz. 3
Anatomie en fysiologie……………………………………………………………………………………Blz. 3
Etiologie…………………………………………………………………………………...……………….Blz. 4
Complicaties……………………………………………………………………………………………….Blz. 4
Preventie…………………………………………………………………………………………………...Blz. 4
Maatregelen die je kan nemen………………………………………………………………………..Blz. 5, 6
TIME model………………………………………………………………………………………………..Blz. 6
Reinigen van de wond……………………………………………………………………………………Blz. 6
Behandeling/ verbandwisseling…………………………………………………………………………Blz. 7
,Begripsbepaling
De term decubitus is afgeleid van het Latijnse ‘decumbere’, wat ‘zich neerleggen’ betekent. In de
volksmond word het ook wel een doorligplek genoemd. Er is plaatselijke schade van de huid en/of
onderliggend weefsel. Deze schade ontstaat door druk, of door druk gecombineerd met
schuifkrachten. Decubitus ontstaat meestal bij een benig uitsteeksel, op de plaatsen waar het bot vlak
onder het huidoppervlak zit. Bij decubitus kunnen de huid, het vetweefsel, het spierweefsel en het
bindweefsel beschadigd zijn door de onvoldoende bloedtoevoer naar de weefsels.
Epidemiologie
Decubitus kan op elke leeftijd voorkomen, maar komt voornamelijk voor bij patiënten van 65 jaar en
ouder. In de huisartsenpraktijk komt 0,4% van de patiënten per jaar met decubitusklachten. In de
ziekenhuizen is dat 9,6% per jaar en in de chronische zorg sector 6,1% per jaar.
Anatomie en fysiologie
Decubitus kan op alle plekken van het lichaam voorkomen. We zijn het vaak de zelfde plekken
(plekken waar veel gewicht op rust).
De veranderingen die in de huid kunnen ontstaan, worden ingedeeld in vier categorieën:
Categorie 1: niet weg te drukken roodheid. Andere kenmerken zijn een verkleuring van de
huid, warmte, oedeem (vochtophoping) en verharding van het weefsel. De huid is nog wel
, intact. Vooral bij zorgvragers met een donkere huid moet je extra alert zijn, omdat een
eventuele verkleuring niet of nauwelijks te zien is.
Categorie 2: blaarvorming en ontvelling. Het letsel is oppervlakkig en is klinisch observeerbaar
als een ontvelling of een blaar. Ook opengesprongen blaren vallen onder dit stadium.
Categorie 3: oppervlakkige decubituswond. Letsel van de huid met inbegrip van beschadiging
of necrose van het subcutane weefsel. Dit kan doorgaan in het onderliggende spierweefsel,
maar gaat niet verder dan dit. Klinisch zichtbaar als een diepe krater.
Categorie 4: diepe decubituswond. Er is ernstig letsel van de huid, met uitgebreide
weefselschade of weefselversterf (necrose) aan spieren, botweefsel of ondersteunende
weefsels (pezen, gewichtskapsel).
Als een zorgvrager veel op zijn rug ligt, worden de volgende plaatsen het meest bedreigd:
Het achterhoofd, wervelkolom, schouderbladen, elle bogen, stuit (75% van de decubitusgevallen) en
de hielen.
In buikligging zijn de bedreigde plaatsen:
De oorschelpen, ribbenkast, genitaliën (vooral bij mannen), borsten (vooral bij vrouwen), bekkenrand,
knieën, scheenbeenderen, wreef van de voeten en de tenen.
In zijligging zijn de bedreigde plaatsen:
De enkels, zijkanten van de voeten, binnen- en buitenkant van de knieën, heupen, elle bogen,
schouders en de oren.
Bij een zittende houding zijn de bedreigde plaatsen:
De billen ter hoogte van de zitbeenderen, stuit, hielen en elle bogen (als de zorgvrager een zittende
houding in bed heeft).
Etiologie
De oorzaken van decubitus zijn druk en schuifkrachten. Deze druk of schuifkrachten kunnen
voorkomen door directe oorzaken en zorgvrager gebonden oorzaken of invloeden.
Directe oorzaken kunnen zijn:
- Drukkrachten: krachten die loodrecht op de huid worden uitgeoefend. Denk bijvoorbeeld aan
langdurige druk van een prothese, spalk of gips of het gewicht van een zorgvrager op diens
stuit. Een veel te strak zittend sieraad kan ook decubitus veroorzaken.
- Schuifkrachten: krachten die in de lengterichting van de huid worden uitgeoefend, bijvoorbeeld
door een onderuitgezakte houding in bed of (rol)stoel.
- Wrijfkrachten: een combinatie van druk en schuifkrachten, bijvoorbeeld door een laken dat
veel te strak langs een lichaamsdeel is getrokken of een halsketting die te strak om de nek
van een zorgvrager zit.
Iemand met een minder goede of slechte (lichamelijke en/of
geestelijke) conditie loopt meer risico. Hij heeft door
verschillende factoren een grotere kans op decubitus, zoals:
- Slechte voedingstoestand;
- Slechte bloedcirculatie (vaatvernauwing), wat
veroorzaakt kan worden door:
, Neurologische complicaties
Gebruik van bètablokkers, barbituraten, pijnstillers
Hart- en vaatziekten, diabetes mellitus
Coma of shock
- Sensibiliteit- en bewegingsstoornissen: bij ontbrekende sensibiliteit (gevoeligheid) valt de
waarschuwing (pijnprikkel) weg om van houding te veranderen bij te hoge druk op het
weefsel.
- Een algemeen slechte conditie (fysiek en/of psychisch)
Complicaties
Doorligwonden kan ernstige gevolgen hebben. Complicaties die kunnen optreden liggen vooral op het
gebied van infecties:
Abcesvorming onder of aansluitend aan de decubituswond;
Artritis: gewrichtsontsteking bij een diepe decubituswond;
Cellulitis: ontsteking van vooral los bindweefsel;
Wondroos (erysipelas): een snel uitbreidende bacteriële huidinfectie;
Osteomyelitis: ontsteking van onderliggend botweefsel;
Sepsis of bloedvergiftiging.
Preventie
Signaleren is een belangrijke preventieve maatregel bij decubitus. Hoe sneller de kans op decubitus
duidelijk is, hoe groter de kans op het voorkomen ervan. Een hulpmiddel hierbij is een risicoscorelijst
decubitus. Deze lijsten zijn er in diverse variaties
Informeren is een tweede belangrijke preventieve maatregel. Als de zorgvrager en mantelzorgers
goed geïnformeerd zijn over het gevaar van decubitus, dan kunnen zij meedenken en een positieve
bijdrage leveren aan het voorkomen van decubitus.
De decubitus risico scorelijs: bij een score van 20+ punten kun je ervan uitgaan dat de patiënt risico
heeft op decubitus. Zie hieronder.