Kern van het bestuursrecht:
1.1 besturen en bestuursrecht:
Een grote onderneming heeft vaak een bestuur. Dit bestuur is belast met het
besturen van de vennootschap (art. 2:219 BW).
- Het hoogste orgaan van de vennootschap is de algemene vergadering
van aandeelhouders (art. 2:107 lid 1 BW)
Een vennootschap is een juridische samenwerkingsvorm tussen twee of meer
personen of bedrijven met als doel gezamenlijk een onderneming te drijven en
winst te maken.
Ook Nederlands wordt bestuurd: dit is een openbaar bestuur dat deel van de
overheid dat zich bezighoudt met besturen
Besturen = het algemeen belang ordenen, reguleren en beïnvloeden van
activiteiten, gedragingen en nalaten van allen die zich in ons land
bevinden
Het openbaar bestuur is één van de trias politica, en is actief op verschillende
overheidsniveaus (rijk, provincie, gemeente). Alle 3 de machten controleren
elkaar (checks-and-balances)
Het belangrijkste bestuur op nationaal niveau is de regering (ministers + koning),
zij wordt door het parlement (1e + 2e kamer) gecontroleerd.
De waarderingskamer is een gespecialiseerd stukje openbaar bestuur dat
toezicht houdt op de bepaling van waarde van onroerende zaken. Waterschappen
zijn ook openbaar bestuur, wat zij doen staat beschreven in de Waterschapswet.
Bij openbaar bestuur spreken we vaak van ‘reguleren’, want zij reguleert en
stuurt activiteiten van de burgers. Daarom is het begrip ‘besluit’ belangrijk in het
bestuursrecht.
- Het nemen van een besluit is een rechtshandeling met een rechtsgevolg.
- Een besluit is geen fysieke handeling, maar het besluit wordt vaak
uitgevoerd door een feitelijke handeling (plaatsen verkeersbord)
Er is ook een openbaar bestuur op decentraal niveau (gemeentebestuur, die
vergunningen verlenen, omgevingsplannen vaststellen…etc)
Het omgevingsplan is een belangrijk publiekrechtelijk instrument in het
omgevingsrecht waarmee gemeenten regels vaststellen voor de fysieke
leefomgeving, zoals bouwvoorschriften, bestemmingsregels, en milieunormen.
- Het is voor burgers vaak makkelijk waar te nemen waar de gemeente mee
bezig is.
Iemand die over onvoldoende financiële middelen bevat en daardoor niet in staat
is zijn levensonderhoud te voorzien kan bij de burgemeester en wethouder
vragen om bijstand.
- Dit komt ook toe aan de rechtmatig in Nederland verblijf houdende
vreemdeling
,Op provinciaal niveau is de bestuursactiviteit meestal minder zichtbaar voor
burgers omdat zij vooral coördinerende en toezichthoudende functies vervult.
Veel mensen krijgen jaarlijks van de belastinginspecteur een aanslag van
inkomstenbelasting
Geregeld door ministeries en daartoe behorende diensten
Op rijksniveau zijn er echter ook onderdelen van het openbaar bestuur die los
staan van deze ministeries: ‘zelfstandige bestuursorganen’
Vb. is de sociale verzekeringsbank die de kinderbijslag regelt.
1.1.2: de ontwikkeling van het openbaar bestuur in vogelvlucht:
Na WW2 groeide de hoeveelheid bestuurswetgeving explosief, dit ging samen
met een uitbouw van de bestuurlijke organisatie er wordt gesproken over het
ontstaan van een interventiestaat of een verzorgingsstaat.
- In dit type staat is er sprake van een overheid die zich met alle aspecten
van het maatschappelijk leven bemoeit (van wieg tot graf)
De bemoeizucht van de overheid ging volgens sommige te ver. Maar nu is er
weer een tegenbeweging door de kindertoeslagaffaire, waarbij men wil dat er
meer aandacht is voor de dienende functie van het openbaar bestuur, het belang
van de publieke wil staat centraal.
Het belastingrecht is een van de oudste vormen van bestuursrecht: zonder geld
geen bestuur.
De (grote) zelfstandige bestuursmacht van koning Willem I werd beteugeld door
de ontwikkeling van het parlementaire stelsel, de vestiging van de
vertrouwensregel tussen de regering en het parlement en de politieke
ministeriële verantwoordelijkheid.
Meerenberg-arrest (1879) stelde dat aan de koning geen zelfstandige
regelgevende bevoegdheid toekwam binnen het stelsel van de grondwet.
Want de koning is onschendbaar, dus alle ‘fouten’ dienen ertoe een
minister te ontslaan. In dit stelsel past geen koning met autonomie.
De nachtwakerstaat is een overheidssysteem waarin de staat zich beperkt tot
het handhaven van orde en veiligheid, zoals defensie, politie en rechtspraak.
Andere zaken, zoals onderwijs en zorg, worden overgelaten aan de vrije markt en
individuele burgers. (periode na 1848)
De groei van de hoeveelheid bestuurswetgeving gaat samen met de opkomst van
de interventiestaat of de verzorgingsstaat, men spreekt ook wel over de sociale
rechtsstaat.
- De klassieke grondrechten werden aangevuld door sociale grondrechten
(recht op onderwijs en gezondheidszorg)
- Welvaart en welzijn werd steeds belangrijker
1.1.3: bevoegdheden en wetmatigheid van bestuur:
Om te besturen beschikt het bestuur onder meer over bevoegdheden om
algemeen verbindende voorschriften vast te stellen. Deze vind je niet alleen in
,wetten in formele zin maar ook in de algemene maatregelen van het bestuur en
in verordeningen.
Er wordt gesproken over bestuurswetgeving.
Een andere bekende bevoegdheid van het bestuur is de
vergunningsbevoegdheid. Door het verlenen van een vergunning vervalt het
strafbare karakter van een activiteit.
Een last onder bestuursdwang is een maatregel waarbij de overheid een
burger of bedrijf dwingt om een overtreding te stoppen of ongedaan te maken,
bijvoorbeeld door zelf in te grijpen en de kosten op de overtreder te verhalen.
Bestuursorganen kunnen in bepaalde gevallen vrijstelling of ontheffing van
verplichtingen of verboden verlenen. Er zijn altijd situaties waarin wettelijke
regels niet kunnen worden toegepast.
Het specialiteitsbeginsel houdt in dat de overheid haar bevoegdheden alleen
mag gebruiken voor het specifieke doel waarvoor ze zijn verleend, en niet voor
andere doeleinden.
De instrumentele dimensie beschouwt het bestuursrecht als een verzameling
van instrumenten voor het bestuur om te kunnen besturen. Zij mag niet de
overhand krijgen. Het bestuursrecht kent daarom ook een waarborgdimensie,
deze ziet op de juridische inkadering en beperking van bestuursbevoegdheid. Ze
vullen elkaar aan.
1.1.4: publiekrechtelijke bevoegdheid:
Bestuursbevoegdheid is gebaseerd op de wet. Het is een bepaald type
publiekrechtelijke bevoegdheid die door bestuursorganen wordt uitgevoerd.
Een rechtshandeling is publiekrechtelijk als bij of krachtens een wet in formele
zin exclusief aan een bestuursorgaan een bevoegdheid is verleend.
- Publiekrechtelijke bevoegdheid zijn verdeeld over de 3 staatsmachten
Burgers beschikken niet over publiekrechtelijke bevoegdheden, het zou raar zijn
als een burger een vergunning zou kunnen verlenen of recht spreken.
1.1.5: formeel en materieel:
Het bestuursrecht houdt zich vooral bezig met de rechtsverhouding tussen het
bestuur en burgers. Als een burger bezwaar maakt tegen een besluit van een
bestuur moet hij eerst bezwaar maken tegen dit besluit bij het betreffende
bestuursorgaan en daarna een beroep instellen bij een bestuursrechter.
- Procedures bij de bestuursrechter worden genormeerd door het
bestuursprocesrecht.
Er wordt bij bestuursrecht onderscheid gemaakt tussen formeel en materieel
recht.
Formeel: ziet op procedures over de totstandkoming van besluiten, de
vorm en inrichting van deze besluiten.
Materieel: betrekking op inhoud van besluiten. (vooral te vinden in
bijzondere wetgeving)
, Formeel recht kunnen we opdelen in:
Bestuursprocesrecht: Regels over hoe juridische procedures tegen
besluiten van overheden verlopen.
Besluitvormingsrecht: Regels voor het tot stand komen van besluiten
door de overheid.
1.1.6: bijzonder en algemeen deel bestuursrecht:
In bestuursrecht wordt onderscheid gemaakt tussen het algemeen en bijzonder
deel:
het algemene deel verwijst naar de algemene regels en beginselen die voor alle
bestuursorganen en besluiten gelden, zoals de Awb. Het bijzonder deel bevat
regels die specifiek zijn voor bepaalde bestuursgebieden, zoals economisch
bestuursrecht, socialezekerheidsrecht en het belastingrecht.
Schema p. 38!
De versnipperde structuur in het bestuursrecht betekent dat de regels en wetten
verspreid zijn over verschillende wetten en bestuurslagen, met elk hun eigen
bevoegdheden en procedures.
de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vevangt niet alle specifieke wetgeving
in het bestuursrecht, maar is vooral bedoeld om algemene principes en
leerstukken vast te leggen die voor het gehele bestuursrecht gelden. Het dient
als een basiswet, maar laat de bijzondere regels voor specifieke gebieden (zoals
milieurecht of sociale zekerheid) intact.
Algemene wet bestuursrecht normeert in algemene zin de besluiten die op basis
van bijzondere wetgeving kunnen worden genomen.
1.1.7: andere rechtsgebieden:
De term bestuursrecht komt men vaak tegen in combinatie met staatsrecht, ze
gaan over:
- De organisatie van de overheid: welke organen zijn er en hoe zijn die
samengesteld?
- Over welke bevoegdheden beschikken deze organen?
- Hoe dienen deze bevoegdheden te worden uitgeoefend en welke
rechtsnormen dienen hierbij in acht te worden genomen?
- Wat zijn de controlemogelijkheden op de bevoegdheidsuitoefening?
De grens tussen staatsrecht en bestuursrecht is heel vaag.
Het bestuur moet bij bijna elke beslissing meenemen of het niet ingaat tegen
grondrechten. Daarom is er een zware procedure voor ‘onteigening’. Het
ontnemen van een eigendom is soms noodzakelijk voor de aanleg van een
weg/spoor.
Uitgangspunt: het bestuurs- en staatsrecht vormen één rechtsgebied. Hierin
houdt het staatsrecht zich vooral bezig met grondrechten, wetgeving in formele
zin, werking van het parlementaire stelsel en de verhouding nationaal en
internationaal recht.