Tot tijd van pruiken en revoluties deden mensen vooral dingen met de hand en werktuigen. Dit
veranderde rond 1800, in GB maakten handwerktuigen voor machines. Dit ging gepaard met
schaalvergroting en dus ontstond er industrie. Fabrieken werden gebouwd die werden aangedreven
door stoommachines. Deze verandering wordt de industriële revolutie genoemd. De industrie
breidde zich uit in de Vs en Europa en daarna in andere delen van de wereld.
Nieuw soort samenleving namelijk industriële samenleving. Grootste deel van bevolking werkte in de
stad en fabrieken en diensten werden de belangrijkste middelen van bestaan. In 1850 woonde meer
dan de helft in de stad in GB. Mensen vertrokken van het platteland om in de stad te gaan werken.
Zo ontstond een grote klasse van arbeiders en kapitalisten die hun geld belegden in industrie en
handel. Tussen deze klassen ontstond een middenklassen die bestond uit mensen die diensten
verleende.
Oorzaken industriële revolutie
Uitvinders en ondernemers speelde een belangrijke rol. Ook was het Britse kolonialisme belangrijk.
De revolutie begon in textielnijverheid. Ondernemers importeerden katoen uit India wat een Britse
kolonie was. Deze grondstof was makkelijker te bewerken dan de oude wol. De plattelandsnijverheid
kon het niet meer aan en dus investeerde ondernemers in nieuwe technieken. De doorbraak was dat
de aansluiting van weefgetouwen en spinnenwielen op stoommachines konden gaan werken.
Stoommachine was ontwikkeld in de mijnindustrie en werden gebruikt om water weg te pompen.
James Watt maakte een verbeterde stoommachine, waarmee met stoomdruk wielen in beweging
gezet konden worden en deze machine bleek bruikbaar in veel industrieën. Alles werd nu sneller
geproduceerd en de kwaliteit van producten nam toe. Door de Britse overheersing van de
wereldzeeën konden ze volop exporteren en kort na 1800 werd al meer geëxporteerd dan in het
binnenland verkocht werd. Stoommachines werden aangedreven door stoomdruk die werd
opgewekt door steenkolen te verbranden. De stoommachines maakte ook de stoomtrein mogelijk
die in 1830 tussen Manchester en Liverpool voor het eerst reed. Dit maakte grootschalige transport
van producten mogelijk. 20 jaar later had GB een goed spoorwegennet.
De Tweede industriële revolutie
Door de technologische vooruitgang nam de productie sterk toe en ontstond nieuwe industrieën
met nieuwe producten. Vooral na 1890 veranderde er zoveel dat er wordt gesproken van een
tweede industriële revolutie, waarin Duitsland en de VS de rol van GB overnamen. Ijzer werd
vervangen door staal en hiermee werden de eerste wolkenkrabbers gebouwd. Ook kwam er
elektriciteit wat zorgde voor telefoons en verlichting op straat. Kunstmest ontstond waardoor
voedselproductie steeg en plastic ontstond. Bedrijven werden groter en ze kregen laboratoria waar
wetenschappers werkten aan vernieuwingen en verbeteringen van producten. Kapitalisten waren
voortdurend aan het kijken naar goedkopere en betere producten te maken om de winst op te
voeren en de strijd met hun concurrenten te behouden.
, Samenvatting 8.2
Liberalisme, nationalisme en conservatisme
Na ondergang Napoleon maakten Europese regeringsleiders op het Congres van Wenen afspraken
over de naoorlogse orde. Ze wouden machtsevenwicht zodat Frankrijk de vrede niet opnieuw kon
bedreigen. Pruisen kregen veel gebied en Nederland en België werden bij elkaar gevoegd.
Frankrijk kreeg weer een koning net als Nederland. Burgerrechten werden beperkt in heel Europa en
de voorrechten van de adel en kerk werden hersteld. In het verzet tegen deze orde ontstonden
bewegingen met eigen opvattingen over de samenleving. Dit noem je politiek maatschappelijke
stromingen. Een hiervan was het liberalisme wat vrijheid vooropstelde die vooral bestond uit
burgerij: de mensen tussen de adel en de arbeidersklasse. Liberalen waren aanhangers van de
verlichting en wouden: een grondwet die de koninklijke macht beperkte, persvrijheid en de regering
moest ondergeschikt zijn aan een gekozen volksvertegenwoordigers en de wet moest voor iedereen
gelijk zijn. Ook moest er economische vrijheid zijn en regels voor ondernemers moesten afgeschaft
worden.
Ook het nationalisme was zo'n stroming. Ze hadden liefde voor hun eigen volk en dat volken recht
hadden op een eigen staat, een natiestaat. Hierom kreeg het nationalisme vooral aanhang in landen
die geen staat waren.
Ook had je het conservatisme, conservatieven vonden het idee van vrijheid en gelijkheid gevaarlijk.
Als mensen vrij spel kregen werd het een chaos. Volgens hen was de leiding van de kerk, adel,
koning en leger het beste.
Nieuwe natiestaten en agressief nationalisme
Door het groeiend verzet tegen de monarchieën hield het Congres van Wenen op den duur geen
stand. Landen maakte zich los van elkaar en in Frankrijk kwam er na een opstand een koningshuis
wat meer rekening hielt met de burgerij. Ook rellen in Brussel en Luik waardoor België in 1830
loskwam van Nederland. In 1848 kwam na een opstand het einde van de Franse monarchie en de
liberalen namen de macht en Frankrijk werd een republiek. Deze rellen sloegen over naar andere
Europese steden, maar de machthebbers wisten de orde te herstellen. De burgerij kon niet
genegeerd worden en Italië maakten liberalen en nationalisten in de jaren 1859-1870 een einde aan
de aparte staatjes en stichtten het koninkrijk Italië die net als België een liberale grondwet kreeg.
In Duits gebied begreep de leider Bismarck die conservatief was dat hij het nationalisme beter kon
gebruiken. Hij wakkerde nationale gevoelens op en wou dat Duitsland zonder Oostenrijk onder
leiding van de Pruisen geleid werd. Hij lokte oorlogen uit die de Pruisen wonnen en dit maakten veel
nationalistisch enthousiasme op wat gebruikt werd op Duitse vorsten zich aan te laten sluiten bij de
Pruisen. In 1871 erkenden ze de koning van de Pruisen als nieuwe keizer en er ontstond een
bondsstaat die het Duitse rijk ging heten.
Eind 19e eeuw groeide in heel Europa agressief nationalisme dat het eigen vol verheerlijkte en
andere volken als minderwaardig beschouwde.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper victorsanders2008. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.