In dit document staan alle samenvattingen van de voorbereidingen die je moet kennen van module 1 (De gezonde start!) voor de kennistoets. Deze lessen zijn bepaald door middel van het toetsmatrijs. Dit zijn de vier geneeskunde lessen,
zes gezondheidsbevorderaar lessen en één vaardigheidsles.
Geneeskunde
De gezonde mens
Hoofdstuk 1 | Anatomie en fysiologie
1.1 Levende organismen vertonen reactievermogen, groei, voortplanting, beweging en
stofwisseling
Alle levende wezens vertonen de volgende functies:
٠ Reactievermogen – organismen reageren op veranderingen in hun onmiddellijke omgeving
(prikkelbaarheid). VB: mensen trekken hun hand terug van een hete pan en een hond blaft
als er een vreemde aankomt. Organismen maken langduriger veranderingen door wanneer zij
zich aan hun omgeving aanpassen (aanpassingsvermogen). VB: een dier krijgt een dikkere
vacht in de winter.
٠ Groei – eencellige organismen groeien doordat de cel groter wordt, terwijl meer complexe
organismen voornamelijk groeien doordat het aantal cellen toeneemt. Specialisatie van
afzonderlijke cellen zodat ze bepaalde functies kunnen vervullen, soms ten koste van andere
functies (differentiatie).
٠ Voortplanting – brengen steeds meer nieuwe generaties van dezelfde organismen voort.
٠ Beweging – organismen kunnen inwendige beweging vertonen zoals transport van bloed of
uitwendige beweging zoals het voortbewegen door de omgeving.
٠ Stofwisseling – onder stofwisseling (metabolisme) worden alle chemische reacties in het
lichaam verstaan. Voor normale stofwisselingsreacties is het nodig stoffen uit de omgeving op
te nemen. De opname, het vervoer en het gebruik van zuurstof door cellen heet respiratie.
Bij stofwisselingsreacties ontstaan vaak onnodige of misschien wel schadelijke afvalstoffen die
via het proces excretie (uitscheiding) uit het lichaam dienen te worden verwijderd.
Voor kleine organismen (maximaal een paar millimeter groot) is opname, ademhaling en
uitscheiding het verplaatsen van stoffen door oppervlakten die in contact staan met de omgeving.
Grotere organismen nemen voedingsstoffen zelden direct op uit hun omgeving. Spijsvertering
bijvoorbeeld treedt op in speciale structuren waarin complexe voedingsstoffen worden afgebroken
tot kleinere bestanddelen die kunnen worden getransporteerd en opgenomen.
Afzonderlijke cellen blijven op hun plek en communiceren met andere delen van het lichaam via
een inwendig transportsysteem -> de bloedsomloop/ circulatie.
1.2 Anatomie is de studie van de structuur en fysiologie is de studie van de functie
Anatomie (structuur) betekend oorspronkelijk ‘opensnijden’. Anatomie is de studie van inwendige
en uitwendige structuren en de fysieke relaties tussen lichaamsdelen Fysiologie (functie) is de
studie van de manier waarop levende organismen hun vitale functies verrichten. Uit anatomische
informatie komen aanwijzingen naar voren over mogelijke functies. Fysiologische processen
,kunnen vaak worden verklaard op basis van de achterliggende anatomie.
Hoofdstuk 1 | Pathologie voor verpleegkundige
1.1 Gezondheid en ziekte: begrippen en concepten
WHO 1948 Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal
welbevinden en het ontbreken van ziekte of gebrek.
WHO 19 Gezondheid definieert als het vermogen om zich aan te passen en een eigen
regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen
van het leven.
Medisch-biologisch Gezondheid is een toestand waarbij er sprake is van handhaving van de
homeostase in het lichaam en waarbij alle orgaansystemen optimaal
functioneren.
Homeostase = het inwendig evenwicht van het lichaam. Interne omstandigheden zoals
temperatuur, zuurgraad, samenstelling van het bloed en het vochtgehalte constant binnen
bepaalde waarden, ook wanneer externe omstandigheden veranderen.
Complementair Niet gezond is een verstoring van het evenwicht in de hele mens, zowel op
lichamelijk, psychisch, sociaal als spiritueel gebied. Het kan bijvoorbeeld gaan
om een beperking of pijn.
Stappenplan beschrijven van ziekte::
1. Synoniem -> andere naam 8. Differentiaaldiagnostiek -> waar kan het op
2. Korte beschrijving lijken
3. Epidemiologie -> hoe vaak en bij wie komt 9. Diagnose -> vaststelling wat het is
het voor 10. Therapie -> behandeling
4. Pathofysiologie -> wat is er mis 11. Complicaties -> bijkomende ziektebeelden
5. Etiologie -> wat is de oorzaak 12. Prognose -> hoe verloopt de aandoening
6. Symptomen -> verschijnselen verder
7. Diagnostiek -> aanvullend onderzoek
,De opbouw van de mens
Hoofdstuk 1 | Anatomie en fysiologie
1.3 De verschillende organisatieniveaus: van eenvoudige atomen en moleculen tot een
volledig organisme
Chemisch niveau -> Atomen en moleculen
Celniveau -> Cellen
De functie van de cel wordt bepaald in de celkern. Medicijnen werken op celniveau. Cellen bestaan
uit verschillende moleculen die met elkaar grotere functionele structuren vormen, die elk een
specifieke functie hebben. Alle levende cellen staan in contact met bloed of een andere
lichaamsvloeistof en elke verandering van de samenstelling van deze vloeistoffen zal op een
andere wijze op de cel van invloed zijn. Hieronder staan de verschillende onderdelen van de cel.
٠ Celmembraan Afgrenzing, isolatie en in- en uitgaan van stoffen
٠ Cytoplasma Vloeistof waarin de celorganellen/ celorganen zitten
٠ Celkern Erfelijkheidsmateriaal: regulatie metabolisme en eiwit
aanmaak
٠ Ribosomen Eiwitproductie
٠ (Ruw) endoplasmatisch reticulum Eiwitten maken, opnemen, verwerken en vervoeren
٠ Golgi-apparaat Verpakkingsmachine voor transport en aanpassing
celmembraan
٠ Lysosomen Afbreken van overbodig/ oud materiaal
٠ Mitochondriën Energiecentrale: maakt energiepakketjes (ATP) voor de cel
Weefselniveau -> Weefsel
Weefsels = groep cellen met dezelfde bouw en functie. Hieronder staan de verschillende typen
weefsels.
٠ Bindweefsel ٠ Epitheelweefsel ٠ Botweefsel ٠ Vet kraakbeen
٠ Spierweefsel ٠ Bloed ٠ Zenuwen
Orgaanniveau -> Orgaan
1.4 Het menselijk lichaam bestaat uit elf orgaanstelsels
Orgaanstelselniveau -> Organen die samenwerken
, De organisatie van elk van de niveaus is bepalend voor zowel de opbouw als de functies van de
hogere niveaus. Iets wat een stelsel negatief beïnvloed, zal uiteindelijk een negatieve invloed
hebben op alle onderdelen van dat stelsel. De relatie tussen de verschillende orgaanstelsels is
belangrijk. Totaal zijn er elf orgaanstelsels in het menselijk lichaam:
٠ De huid Warmteregulatie, zweten, bescherming tegen
ziekteverwekkers
٠ Het beenderstelsel (botten) Bescherming organen, beweging mogelijk maken,
bloedcellen maken
٠ Het spierstelsel Bewegen
٠ Het zenuwstelsel Signalen geven en opvangen
٠ Het endocriene stelsel Hormonen maken, signalen aan het lichaam geven
٠ Het cardiovasculaire stelsel Zuurstof naar organen, koolstofdioxide naar longen
٠ Het lymfestelsel Vochtafvoer, afweer
٠ Het ademhalingsstelsel Zuurstof het lichaam in, koolstofdioxide het lichaam
uit
٠ Het spijsverteringsstelsel Aanvoer voedingsstoffen
٠ Het urinaire stelsel Afval, reguleren bloedsamenstelling
٠ Het voortplantingsstelsel Voortplanten
٠ Organismeniveau Alle orgaanstelsels samen
Goed functioneren: hoe houden we het normale in
stand
Hoofdstuk 1 | Anatomie en fysiologie
1.5 Homeostase is het streven naar intern evenwicht
Homeostase = het binnen bepaalde grenzen constant zijn en houden van de samenstelling van
het interne milieu (= weefselvocht rondom de cellen). Door homeostatische regulering worden
aspecten van het interne milieu aangestuurd die van invloed zijn op alle cellen in het lichaam.
Homeostatische regulering omvat meestal:
٠ Prikkel = een receptor die gevoelig is voor een bepaalde verandering in de omgeving.
٠ Besturingscentrum -> ontvangt en verwerkt informatie van de receptor.
٠ Effector (een cel of orgaan) die reageert op de signalen van het besturingscentrum en
waarvan de werking de prikkels tegengaat of juist versterkt.
Negatieve terugkoppeling = de effector die door het besturingscentrum wordt geactiveerd
heeft een effect dat tegengesteld is aan de oorspronkelijke prikkel, zoals de regeling van je
lichaamstemperatuur. Negatieve terugkoppeling is een vorm van homeostase.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LisaJansen03. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,64. Je zit daarna nergens aan vast.