Methoden van het wetenschappelijk onderzoek Deel 1
Alle documenten voor dit vak (21)
Verkoper
Volgen
lyanh0104
Voorbeeld van de inhoud
Methoden van het wetenschappelijk onderzoek Deel 1
Hoofdstuk 1
Niet-wetenschappelijke methoden om kennis te vergaren
1. vasthoudendheid - als mensen iets geloven, is het heel moeilijk om hun tegen te
kunnen spreken, op basis van gewoonten. De info kan fout zijn en het corrigeren is
moeilijk
2. Intuïtie - buikgevoel gebruiken - maar niet altijd het beste idee. Wordt vaak gebruikt
als je geen info beschikt over een onderwerp.
3. autoriteit - is heel breed. We vergaren kennis door een autoriteit te raadplegen. Het
kan ook omslaan. We vertrouwen er blind op, zonder twijfel. Autoriteit slaat door naar
methode van geloof. - de donkere kant van de methode van autoriteit
4. Rationalisme - logisch redeneren tot een logische conclusie.
De methode begint pas na de premissen (feiten of assumpties waarvan we weten dat
ze waar zijn). Alternatieven af te wegen en vervolgens logisch te kiezen, maar wel in
ons hoofd. Je vertrek vanuit gekende feiten, en redeneert logisch door.
5. empirie - juist wel informatie verzamelen en waarnemen. maar kan ons ook
misleiden. Door directe waarneming en observatie. Maar een waarneming kan ons
misleiden, waardoor onze interpretatie niet altijd correct is.
De methode van vasthoudendheid, intuïtie en autoriteit zijn handig om vragen te
beantwoorden als je snel een antwoord nodig hebt. Ze hebben geen zware consequenties
als het antwoord foutieve informatie bevat.
De methode van rationaliteit en empirie vergt meer eisen aan de info en antwoorden die ze
produceren.
Wetenschappelijke methoden om kennis te vergaren waarbij er vragen worden geformuleerd
en naar antwoorden gezocht wordt. Het doel is om zo accuraat mogelijke antwoorden te
krijgen.
● Stap 1. observatie - een universele observatie wordt gegeneraliseerd = inductie
op basis van inductie komen tot een algemene conclusie
● Stap 2. hypothese vormen - identificeren van verschillende variabelen in je
observatie. Selecteer 1 van de mogelijke verklaring en ga die evalueren = hypothese.
Deze hypothese bevat een verklaring van een relatie tussen variabelen.
Er komt een voorlopige verklaring.
● Stap 3. predicties vormen - de hypothese observeerbaar maken. De predictie moet
ook toetsbaar zijn.
van de algemene stelling komen we tot specifieke voorbeelden = deductie
deductie is een logisch proces (rationele methode)
● Stap 4. evalueren (empirische methode) - observeren of onze predictie correct is.
zo min mogelijk subjectief, zo veel mogelijk objectief.
● Stap 5. gebruik de observaties om de hypothese te ondersteunen, weerleggen of
herspeciferen - terug naar stap 2: hypothesevorming
Het is een circulair proces.
3 belangrijke principes van de wetenschappelijke methode
, 1. empirisch (dmv observaties)
Observaties zijn gestructureerd (zodat de hypothese duidelijke weerlegging kan
bieden)
Observaties zijn systematisch (zodat ze uitgevoerd kunnen worden en de vraag
accuraat beantwoord kan worden)
2. openbaar
De observaties zijn beschikbaar voor evaluaties van andere wetenschappers.
Het moet herhaald kunnen worden = replicatie. Ook verzekert het de
verifieerbaarheid van de observaties.
3. objectief
De overtuigingen en biases van de onderzoeker mogen geen invloed hebben op de
resultaten van de studie. Soms ook blinde procedures, waarbij de onderzoeker ‘blind’
is voor de details van de studie.
Wetenschap vs Pseudowetenschap
Pseudowetenschap is wetenschap dat niet is gebaseerd op empirische evidentie.
Geen toetsbare hypothese.
De empirische cyclus = onderzoeksproces - wetenschappelijke methoden gaan uitvoeren
- begin en eind stappen zijn hetzelfde. tussenstappen verschillen.
- bestaat uit 10 stappen
- wij starten in stap 2 en eindigen in stap 6
Stap 1: thema kiezen. Wat is interessant?
vertrekken vanuit interesse → een specifieke onderzoeksvraag opstellen
stap 2: vorm een hypothese - voorlopig onderbouwd antwoord op je onderzoeksvraag
stap 3: bepalen van de variabelen en hoe te meten, daarna de hypothese omzetten in
predictie.
stap 4: identificeer de participanten voor je studie
stap 5: Kies een onderzoeksstrategie.
(vb welke onderzoeksstrategie is hier het meeste aangewezen?)
stap 6 onderzoeksdesign
7 dataverzameling
8 evalueer de data
9 rapporteer de resultaten
10 verfijn of herformuleer je onderzoeksidee
Hoofdstuk 2 Hypothese formuleren (boek 45-48)
Stap 1 - niet behandeld dit semester
Stap 2 hypothese opstellen die 4 elementen bevatten.
1. hij moet logisch voortvloeien. Een logische conclusie van een logisch argument.
2. toetsbaar, alle variabelen moeten gemeten en geobserveerd kunnen worden
3. weerlegbaar, het moet mogelijk zijn om resultaten te krijgen die tegengesteld zijn
aan de hypothese. moet niet per se gebeuren, maar wel mogelijk zijn.
4. positief geformuleerd, gaat over het bestaan/aanwezigheid van iets
,Hoofdstuk 3 Variabelen definiëren en meten (boek 51-80)
Stap 3 variabelen bepalen en meten. Je hypothese vertalen naar onderzoekspredicties.
Variabelen kunnen verschillen tussen mensen, en binnen mensen.
Twee type variabelen:
- Onafhankelijke variabele (Predictor X)
- Afhankelijke variabele (Outcome Y) - voorspeld dmv onafhankelijke variabelen.
Concrete variabelen - makkelijk te meten, direct observeerbaar
Abstracte variabelen (constructen) - niet makkelijk om te meten bijv.
persoonlijkheid/motivatie etc.
Theorie → stellingen over mechanismen over bepaald gedrag. Een goede theorie genereert
voorspellingen over gedrag.
Constructen → helpen om menselijk gedrag te verklaren/voorspellen. (maar wel abstract,
dus kunnen niet direct geobserveerd worden).
Constructen kunnen niet gemeten worden. Maar de factoren die het construct beïnvloeden
(externe stimuli), en het gedrag wat er door het construct beïnvloed wordt (extern gedrag),
kunnen we wel meten. Constructen indirect gaan meten.
Beloning(meetbaar) → motivatie → prestatie
Operationele definitie → procedure om indirect variabelen te meten die niet direct meetbaar
zijn.
MAAR! Operationaliseringen zijn niet hetzelfde als het construct zelf. We meten
manifestaties waarvan we hopen dat die een goede indicator zijn voor de constructen.
Een operationele definitie is nodig om een construct meetbaar te maken.
Validiteit en betrouwbaarheid
Hoe de consistentie van 2 metingen nagaan? - Scatterplot - of correlatie
1. validiteit
- Meet de meting wat het hoort te meten?
- verschillende methoden om validiteit te meten:
- indruksvaliditeit (face validity) - oppervlakkig, subjectieve beoordeling
- concurrente validiteit - nieuwe meettechnieken en vergelijken met een
meting waarvan je al weet dat die goed gevalideerd is.
- predictieve validiteit - voorspelt het wat de theorie had voorspeld?
later en achteraf nagaan hoe accuraat de voorspelling was
- construct validiteit - gedraagt de meting zich zoals we verwachten dat het
construct zich gedraagt. Nooit absoluut!
- convergente validiteit - 2 verschillende metingen van hetzelfde construct
convergeren
- divergente validiteit - metingen van verschillende constructen zijn
weinig/niet aan elkaar gerelateerd.
, 2. betrouwbaarheid
- Een meting is betrouwbaar wanneer ze zowat identieke resultaten oplevert wanneer
ze herhaaldelijk gebruikt wordt voor hetzelfde individu in dezelfde conditie.. Het draait
om consistentie. Een meting is nooit perfect, dus meetfouten komen voor.
Als een meetfout te groot is, is de meting niet betrouwbaar.
Som van de fouten = 0
Als een meetfout te groot is, (vb bij reactietijd) → oplossing? De reactietijd meerdere
keren meten en de gemiddelde tijd gebruiken als de meest stabiele maat voor de
reactietijd.
De fout kan uit verschillende bronnen komen
- Proefleider (menselijk oordeel, verwachting etc)
- omgeving (tijdstip, seizoen etc)
- participant (focus, aandacht etc)
Als de meetfout groot is, is de betrouwbaarheid klein, en vice versa.
Je hebt verschillende types van betrouwbaarheid
- test-hertest betrouwbaarheid - in hoeverre heeft een meetprocedure
dezelfde resultaten bij dezelfde groep mensen op verschillende
tijdstippen? Als een verschillende instrumenten zijn gebruikt voor de
meting van de test en her-testen, noem je dat parallel-forms
betrouwbaarheid.
- interbeoordelaarsovereenstemming - in hoeverre geeft een
meetprocedure dezelfde resultaten bij dezelfde groep mensen maar
verschillende proefleiders.
- interne consisten - in hoeverre is er consistentie tussen vragen die 1
construct meten? Elk item meet een deel van het gehele construct.
- split-half-betrouwbaarheid: items in 2 delen splitsen en de correlatie
tussen de scores op beide helften berekenen.
Als een meting valide is, moet hij ook betrouwbaar zijn.
Maar een meting kan ook betrouwbaar zijn, zonder valide te zijn.
4 meetschalen - Het hangt af van de relatie tussen de categorie van je metingen.
- nominale - kwalitatieve verschillen. uitspraak doen over individuen of ze gelijk zijn of
verschillend, niets over de richting of grootte.
- ordinale - wel verband, dus de verschillen maar ook de richting van de verschillen.
maar niet de hoeveelheid van het verschil (groter of beter, maar niet hoeveel groter
of beter)
- interval - alle categorieën hebben dezelfde grootte. De meetschaal bestaat uit een
serie van identieke intervallen (vb meetlat)
grootte van de verschillen. vb 37 vs 39 graden = 23 vs 25 graden)
Maar geen 0-punt.
- ratio - absoluut nulpunt. afstand tot nulpunt berekenen en daarna ratio uitspraak
vb 10/20 is de helft van 20/20.
De keuze van de meetschaal hangt af van wat je wilt meten.
Meet modaliteiten - Welk extern gedrag is de beste index voor het construct?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lyanh0104. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,46. Je zit daarna nergens aan vast.