Onrechtmatige daad en schadevergoeding
Week 1
Terug naar 9 april 2011
Zaterdag 9 april 2011, mooi weer, een jonge man (24 jaar) loopt al schietend met een wapen een
winkelcentrum in, in Alphen aan de Rijn.
6 mensen zijn om het leven omgekomen, 16 mensen verwond en enorme ravage in het winkelcentrum
(winkeliers hebben schade) en uiteindelijk brengt hij zichzelf om.
Wie komen in het aansprakelijkheidsrecht allemaal in beeld?
Is dat de dader?
hij heeft zichzelf om het leven gebracht, maar wellicht heeft hij een vermogen ofwel een
aansprakelijkheidsverzekering. Echter, deze verzekeraar zou zich eventueel kunnen beroepen op
opzetuitsluiting.
De gewonden, nabestaande en winkeliers kunnen geen beroep doen op de dader.
Ook de ouders zijn in beeld gekomen en ook aangesproken. Secundaire laedens wordt dat ook wel
genoemd.
De ouders hadden het wellicht moeten voorkomen, omdat ze wellicht moeten weten over de
dader zijn psychologische gesteldheid.
Het Haagse Hof heeft geoordeeld dat de ouders niks kunnen worden verweten.
Vervolgens komt Politieregio Hollands Midden in beeld.
Politie heeft een belangrijke rol in het afgeven van een wapenvergunning. In 2005 wordt de
wapenvergunning verzoek van de dader geweigerd, maar in 2008 wordt zijn poging toch
goedgekeurd en daar worden nu vragen over gesteld.
Wapenvergunning had nooit mogen worden afgegeven geleid op de tijd tussen 2005 en 2008
van de dader: psychiatrische instelling gezeten, suïcidale neigingen
Typisch van deze tijd?
The loss lies where it falls: ieder draagt zijn eigen schade (klassieke uitgangspunt), tenzij er in het
aansprakelijkheidsrecht een goede reden is aangeboren voor verplaatsing van je schade naar een
ander
Pech moet weg: noodlot andermans verantwoordelijkheid (in deze visie). Zie de zaak van Alphen aan
de Rijn, als het niet de dader is, is het de ouders, als hun het niet zijn, dan de politie.
Claimcultuur daar leven we in: een nieuwe ijstijd er wordt meer geclaimd (wordt er gezegd)
Er wordt meer geclaimd dan vroeger; het beeld is er wel inderdaad, maar of het echt zo is, is de
vraag
Toenemende kans op succes, dat heeft alles te maken met de rechtsontwikkeling
Rechtsontwikkeling draagt bij aan het beeld van toenemende kans op succes
Wat kenmerkt Nederlands aansprakelijkheidsrecht?
Naast BW 1992 bijna geen bijzondere wetgeving/regimes, volgende zijn uitzonderingen;
Artikel 185 Wegenverkeerswet; deze regel is sterk bijgesteld in de rechtspraak Hoge Raad
Wetsvoorstel verkeersongevallen gestrand in 1997
Artikel 7:658 voor arbeidsongevallen en beroepsziekten
Gewone regels voor medisch aansprakelijkheid (we pakken in deze situatie steeds Boek 6 erbij)
Geen No Fault of fonds (K II 2011/12 31765, nr. 52) willen wij niet!
Uitdijing van aansprakelijkheidsrecht is al heel lang troef; hoofdrol voor HR
Ambivalentie (bezorgd en positief)
Uitdijende reikwijdte van het aansprakelijkheidsrecht zijn we positief over
Zeker instrumentalisme in beleidskringen zijn we ook positief over.
We zijn bezorgd over een claimcultuur
Vrees voor Amerikaanse toestanden
Aansprakelijkheidsrecht gedijt goed “trend uitdijen”
Meer en ruimere aansprakelijkheden (in het belang van de betrokkene, gedupeerde, slachtoffer)
Artikel 6:169, 170, 171, 173 en 174 en 185 BW
, zorgplichten in kader optiehandel en effecten lease hierin heeft de Hoge Raad veel aan
bijgedragen.
Meer regresrechten
Artikel 6:107a BW; volksverzekeringen (werkgever); dat kon vroeger niet, nu wel
Meer schadeposten in rechte erkend (belangrijkste wordt eruit gehaald door de heer Hartlief)
Abstracte begroting artikel 6:97 BW;
HR NJ 1999/564 Johanna Kruidhof vrije tijd gestoken in verzorging naaste
Abstraheren dat de ouders de vrije tijd in hebben gestoken aan de verzorgde en niet een
professional.
HR NJ 2009/387 Rijstate/Reuvers
Meer aansprakelijkheidsgronden, meer regresrechten en meer schade, maar we zien ook dat er
minder ruimte is voor een succesvol beroep op verjaring
Artikel 3:310 lid 5 BW personenschade en artikel 6:2 lid 2 BW
Hoofdrol voor de HR
Artikel 185 Wegenverkeerswet: bescherming ongemotoriseerde
Overmacht-verweer: artikel 6:101 BW (eigen schuld verweer)
Introductie 100%-regel t.b.v. kinderen onder 14 jaar bij een automobilist aanspreken. (staat niet
in de wet maar voort gekomen uit HR)
HR NH 1993/566 IZA/Vrerink
Introductie 50%-regel t.b.v. oudere slachtoffers; als de bestuurder kan zeggen dat mij niks kan
verwijten (overmacht), dan gaat hij vrijuit. Kan hij dat niet? Dan heeft hij hooguit het eigen schuld
verweer, daar heeft de HR een 50% regel toegepast. Dus kan altijd minimaal 50% van de schade
aanspraak op de bestuurder/aansprakelijke aanspreken. (staat ook niet in de wet, maar voort
gekomen uit HR)
Oplossingen voor causaliteitsonzekerheid
Kanker dochter vrouwen die DES hebben geslikt
Van welke producent hebben zij middel betrokken?
HR NJ 1994/535 DES-dochters
Toepassen alternatieve causaliteit (art. 6:99 BW)
Elke producent aansprakelijk jegens alle getroffenen
Vergaande consequenties
Centrum van de rechtsontwikkeling?
Eerder aan Korte Voorhout dan op het Binnenhof? HR dan de overheid?
Van wetgever niet veel verwachten op terrein van aansprakelijkheidsrecht
“Hoge Raad heeft eigenlijk de initiatief en de regie”
Rechtsvormende taak (art. 81 RO)
Verdere facilitering rechtsontwikkeling door HR
Sinds 1 juli 2013 art. 392 Rv
Prejudiciële vragen van feitenrechters aan de HR, na de antwoorden gaat de feitenrechter verder
met de zaak
Belangrijk voorbeeld is: HR RvdW 2019/914 Gaswinning Groningen
Sprekende zaken zetten de toon: HR Hangmat
Ligt een vrouw te zonnen, op een kwade dag 13 juli 2005 in een hangmat. De hangmat aan een kant
vastgebonden aan een gemetselde pilaar. Op het moment dat ze een van haar kinderen bij haar wil
tillen, breekt de gemetselde pilaar vlak boven de grond af. De gemetselde pilaar valt in het hangmat,
volop de vrouw (33 jaar) en die valt in haar gezicht en breekt alles in haar gezicht. Ze loopt een hoge
dwarslaesie, rolstoel afhankelijk en ook afhankelijk van andere personen.
Er lag een aansprakelijkheidsverzekering in het gezin, die ook dekte gezinsleden die aansprakelijk
kunnen zijn tegenover elkaar. Bijv. als er aansprakelijk zijn van ene partner ten opzichte van
andere partner? Dan zou je eventueel schade vergoed krijgen.
De advocaat had bedacht om de partner van de vrouw aan te spreken.
De gemetselde pilaar is een onderdeel van het huis, opstal, dit hoort niet om te vallen. dat is een
gebrekkig opstal en is in bezit van twee mensen: slachtoffer en aangesproken persoon.
We spreken jouw man aan niet omdat wij hem iets verwijten, maar hij is risico aansprakelijk.
, Verweer; zij valt toch hetzelfde te verwijten als de man? ‘pot verwijt de ketel’, dus moet er nul op
rekest worden gegeven. Art. 6:174 BW is enkel voor derden, bijv. dus een buurman en niet
medebezitters onderling en vallen dus erbuiten.
HR: wat is meest redelijke reikwijdte van art. 6:174 BW? Is er een beperking van bereikbaarheid kan je
dat uit de tekst halen of Parlementaire geschiedenis? Nee, het is een open vraag. Het komt erop aan
om te bepalen van wat naar maatschappelijke opvattingen meest redelijke reikwijdte van deze
aansprakelijkheidsgrond is, mede in aanmerking genomen de belangen van het slachtoffer, belangen
van bezitter en de belangen van de aansprakelijkheidsverzekeraar. De HR gaat de afweging maken.
Belang van het slachtoffer is evident, als geen aansprakelijkheid wordt aangenomen dan blijft ze zitten
met de schade. De bezitter, daarvan niet de dupe, want hij is aansprakelijk bij gebrekkige opstallen (de
eigenaar), mocht het dan gaan om een gebrek van jaren oud dan zoekt de eigenaar/bezitter maar
weer verder uit wie dan aansprakelijk moet zijn en heeft dan daarop regres. Het is ook makkelijk en
relatief goedkoop om er voor te verzekeren tegen deze aansprakelijkheid.
Heeft de verzekeraar er last van? Zou het lijden tot onverzekerbaarheid? Nee, dat is niet aan te
nemen. Als de verzekeraars er zorgen over maakte, dan kan je het uitsluiten in de polis of extra premie
te vragen (je kan er voor wapenen).
Ook medebezitters van een gebrekkig opstal kunnen elkaar onderling aanspraken.
Dat betekent in dit geval dat de vrouw, omdat ze samen met haar partner mede bezitter was, de
helft van de schade op haar man (dus de verzekeraar) kan afwentelen.
Als er geen aansprakelijkheidsverzekering was geweest of enkel en alleen een gebroken enkel was,
dan had de Hoge Raad naar alle waarschijnlijkheid nooit deze stap genomen.
HR NH 2016/173 Imagine
Een manage in Heemstede, wordt door een man en vrouw beheerd (VOF). Mevrouw doet de rijlessen voor
de kinderen. Op het moment dat de rijles in een buitenbak wordt afgerond, op het moment dat zij ook de
buitenbak wil verlaten, slaat een paard (imagine) op hol. Het paard loopt de mevrouw van Biezen –
Macdonald omver). Ze scheurt dijbeenspieren in het rechterbeen.
Wat zij nu doet? Zij spreekt op zelfde spoor, haar man aan. Het paard is van ons, dus ook van jou en jij bent
medebezitter en we gebruiken ook nog voor het bedrijf, dus mede bedrijfsmatig gebruiker, artikel 6:179 jo.
Artikel 6:181 BW. De rechtbank maakt gebruik van de nieuwe regeling: prejudiciële vragen aan de Hoge
Raad over bereik Hangmat-arrest. Kunnen we de Hangmat zaak door trekken bij dieren? Dus de
medebezitter van dieren. Wat de HR doet?
HR: ‘open vraag’, geen duidelijk antwoord in de wet of wetsgeschiedenis hierover? Nee, daar is niks te
vinden. De wettelijke stelsel verzet er niet tegen. Wat naar maatschappelijke opvattingen meest
redelijke reikwijdte van deze aansprakelijkheidsgrond is, mede in aanmerking genomen de belangen
van het slachtoffer, belangen van bezitter/mede bedrijfsmatige gebruiker en de belangen van de
aansprakelijkheidsverzekeraar.
In art. 6:179 geldt niet wat geldt bij art. 6:174 gebrekkig opstallen. Dat heeft te maken met de
grondslagen. De gebouwen gaat het om verborgen gebreken, die ineens manifesteren (gering risico),
dan dien je logischerwijs de eigenaar aan te spreken. Maar bij dieren gaat het niet om verborgen
gebrek, maar de inherente aan dieren gebonden gevaar (energie van het dier). Daar moet je
rekenschap mee houden en ook verzekering hebben. Als je een risico schep voor derden die je moet
kennen? Dan heb je ook een risico voor je zelf. Dus als je paard hebt dan heb je te rekenen met een
risico voor derde, dus ook voor jezelf. Dan ligt een ongevallenverzekering voor de hand om die te
hebben.
Medebezitters van het dier kunnen elkaar niet aanspraken, dit geldt ook voor mede-
bedrijfsmatige gebruikers. Kan ze dan nooit haar man aansprakelijk spreken? Enkel als er echt
haar man iets te verwijten valt.
Rechtsontwikkeling hangmat alweer ten einde?
Of toch nog ruime bij art. 6:173? Is nog niet duidelijk
HR heeft wellicht spijt van de Hangmat arrest
Te veel nadruk op vergoedingsbelang slachtoffer in Hangmat?
Wel vaker nadruk op vergoedingsbelang
Dossier verkeersongevallen in jaren 90
Dossier arbeid gerelateerde schade; arbeidsongevallen en beroepsziekte
Art. 7:658 BW zorgplicht veilig werkomgeving
, HR NJ 2008/460 Bayar/Wijnen
Vergaande schuldaansprakelijkheid
HR NJ 1997/198 Pollemans/Hoondert
Bijzonder eigen schuld-regime
Wie valt in de prijzen bij artikel 7:658 BW? week 3
Beheerder die zich snijdt met broodmes?
Schoonmaakster die uitglijdt in plas?
Maatschappelijk werkster die deur in het gezicht krijgt in ziekenhuis?
Dossierbehandelaar die letsel oploopt tijdens Delta Lloyd Adventure Games?
Hoge Raad als systeembouwer; niet alleen bescherming van art. 7:658 BW, maar ook bescherming geven
aan slachtoffers die net onder het wetsartikel vallen, maar bijv. voor werknemers die in kader van
verkeer een ongeval oplopen.
Artikel 7:658 BW: tekortschieten werkgever in zorgplicht veilige werkomgeving
Ook soelaas bij arbeidsongevallen?
HR NJ 2009/330 Maasman/Akzo
HR creëert aanvullende bescherming zoekt oplossing in artikel 7:611 BW verzekeringsplicht werkgever
voor verkeersongevallen.
Met nadruk op eenzijdige ongevallen, daar dien je als werkgever als enige zekerheid veiligheid bieden.
Ook hier legio vervolgvragen?
Hoe zit het met woon-/werkverkeer?
Geldt verzekeringsplicht ook voor fietsers?
En ook voor struikelende postbodes?
En waarom eigenlijk niet voor ‘gewone’ arbeidsongevallen?
Aandacht van de politiek (i)
Claimcultuur brief regering aan tweede kamer
Behalve contra’s ook pro’s
Prikkel van zorgvuldig gedrag
Van vergoeding naar preventie (is positief)
Verhoging kwaliteit en veiligheid (is positief)
Den Haag ziet de positieve aspecten, soms wordt dat ook gebruik om aan te zetten tot
zorgvuldiger gedrag
Instrumentalisme met de beste bedoeling
Ze worden als het ware ingezet als pionnen op schaakbord van beleidsmakers
‘Mooi’ voorbeeld: HR NJ 2007/141 Eurosportief 2000/Wesselink
mevrouw Kuipers, heeft vier kinderen, ze wil iets aan sport doen en ze kiest voor een beginnerscursus te
doen voor skeelers bij Eurosportief 2000. Het bestaat uit vier lessen, maar bij derde les slaat noodlot toe.
26 april 1999 zij heeft kniepolsen en elleboogbeschermers aan, ze valt opeens op haar zitvlak maar door de
snelheid draait ze door en achterover valt ze met haar hoofd op het asfalt. Ze is even buiten bewustzijn. Ze
is weer bij, ze lijden haar naar een bankje en lijkt goed te gaan maar ze wordt onwel. Ze wordt afgevoerd
en volgende dag is ze overleden.
De nabestaanden zoeken hun hel in het aansprakelijkheidsrecht. Het verwijt is dat mevrouw geen
valhelm droeg.
Verweer van Eurosportief 2000: zij wilde dat niet, we hadden het aangegeven dat iedereen een pols
en elleboogbeschermers draagt, en voor degene die wil kan een valhelm krijgen en dragen. Maar dat
wilde mevrouw niet.
Als het echt nodig was, was het wel verplicht gesteld toch? Daarom hebben ze het niet gedaan..
de instructeur had er ook geen een op.
De nabestaande willen een compensatie, maar willen ook genoegdoening en erkenning, waarheid,
verantwoordelijkheid en verbetering voor de toekomst.
Kamerstukken II 2006/2007, 28781 nr. 13; dit heeft ook in de wetgeving een plek gekregen (PG)
Was het nu voldoende wat Eurosportief 2000 had gezegd?
HR: dit is te weinig, als je werkelijk zorg wil betrachten moet je meer doen, ook gelet op activiteit die
risico’s mee bracht.