100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Gezondheidswetenschappen VU - Psychologie €7,16
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Gezondheidswetenschappen VU - Psychologie

 2 keer verkocht

Samenvatting en alle aantekeningen van de hoorcollege's van het vak Psychologie (Gezondheidswetenschappen VU).

Voorbeeld 4 van de 47  pagina's

  • 12 december 2024
  • 47
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (28)
avatar-seller
willemijnlinde
Psychologie
Maandag 28 oktober – HC1 intro, genen en evolutie

Genexpressie = de mate waarin het DNA van een gen vertaald is naar een
aminozuursequentie (eiwit)
 De biochemische omgeving binnen de cel controleert welke genen tot
expressie zijn gekomen
 Epigenetica = veranderingen in genexpressie zonder code verandering

Genetische basis
 Genotype -> complete set van organisme
 Fenotype -> eigenschappen en gedragingen van een organisme
-> wordt bepaald door genotype X omgeving (ervaringen, omgeving
vroeger en nu)

Polygenetische overerving: type genetische overerving waarbij meerdere genen gezamenlijk
bijdragen aan één kenmerk

Evolutie door natuurlijke selectie -> Charles Darwin
 Hij hypothetiseerde dat alle moderne organismen
o Afstammen van beperkt aantal voorouders
o Product zijn van evolutie over tijd

Natuurlijke selectie ligt aan de basis van biologische evolutie
 Er is variatie tussen individuen van een populatie
 Sommige eigenschappen voeren tot een hogere reproductiekans dan andere
 Deze eigenschappen worden doorgegeven van ouders op kinderen
Deze eigenschappen zullen sterker gerepresenteerd zijn in volgende generaties

Organismen verschillen in genotype en variaties in genotype en variaties in genotype worden
doorgegeven van generatie op generatie

Nadruk ligt dus op overleving van/ genen (niet van individuen!)
Sommige organismen vertonen levensgevaarlijk gedrag -> levert wel voordeel op
voor hun genen (kinderen, verdere familie)


Evolutie door natuurlijke selectie
 Evidentie voor de evolutietheorie
o Fossielen
o Overeenkomsten in genoom van verschillende soorten
o Pseudogenen (zijn DNA-segmenten die lijken op echte genen, maar niet
(meer) functioneren. Ontstaan vaak door mutaties in genen. Kunnen wel
inzicht geven in evolutie van genen en soorten)
o Verspreiding soorten over de aarde
 Continentale eilanden versus oceanische eilanden

,-> hieruit volgt niet dat evolutie
 Organismen op de een of andere manier verbetert
 Alleen kan leiden tot starre gedragspatronen (= vaste, instinctieve reacties of
gedragingen die automatisch en zonder variatie worden uitgevoerd door een dier of
mens in reactie op een specifieke prikkel)

Genen en gedrag
 Nature (genen) versus Nurture (omgeving)
o Het nature-nurture debat is steeds irrelevanter geworden
o -> daarvoor in de plaats: er is een constante interactie tussen genen en
omgeving
 Wie we zijn wordt bepaald door hoe onze genen tot uitdrukking komen in
verschillende omgevingen




Vrijdag 1 november - HC2 brein en zenuwstelsel

Bouwstenen van het zenuwstelsel
Neuron: doorgeven van signalen aan andere neuronen.
o Receptorcellen: verantwoordelijk voor
omzetten van fysische energie in elektrisch signaal
(transductie).
o Afferente neuronen: geleiden impulsen naar
zenuwstelsel toe.
o Interneuronen: aan beide kanten verbonden
met andere zenuwcellen. e.g. in brein.
o Efferente neuronen: van zenuwstelsel naar
spieren; zorgt voor samentrekking.
 Membraan van neuron is semipermeabel.
o In rust is de binnenkant van het neuron
negatief geladen; meer elektronen dan aan de
buitenkant van de cel.
o Potentiaalverschil in rust: -70 mV.
o Actiepotentiaal: membraan wordt positief geladen aan binnenkant neuron.
 Ontstaat door natrium kalium pomp.
 Grenswaarde van -55 mV geeft actiepotentiaal: alle poorten gaan
open.

,  Neuronen generen actiepotentiaal of ze doen niks; all-or-none law.
o Intensiteitsvariaties door:
 Variatie in aantal neuronen dat reageert.
 Variatie in reactiefrequentie.
o Interactie tussen neuronen d.m.v.:
 Synapsen.
 Neurotransmitters.




Synapsen en neurotransmitters
 Presynaptisch.
 Postsynaptisch neuron: verandering in potentiaalverschil; wordt alleen
actiepotentiaal gegenereerd vanaf -55 mV.
 Neurotransmitters: chemische substanties die in de synapsen zenuwimpulsen
overdragen tussen neuronen.
o Lock and key model: neurotransmitter alleen invloed op postsynaptisch
membraan als de neurotransmitter past op de receptor van het membraan.
o Effect wordt beëindigd door:
 Autoreceptoren.
 Synaptische heropname.
 Cleanup enzymen: ruimen neurotransmitter op, dus geen
voortdurende activatie.
o Voorkomen dat postsynaptisch membraan gaat reageren: zorgen dat
potentiaal verder weggaat van de grenswaarde; hyperpolarisatie.

Neuronen en hun interactie
 Drugs:
o Agonisten: versterken werking van neurotransmitters.
 Toename van precursor.
 Blokkeren cleanup enzymen: neurotransmitter langer beschikbaar in
synaps.
 Blokkeren van heropname.
 Imitatie van transmitterstof op receptor.
o Antagonisten: belemmeren werking van neurotransmitters.
 Afname van precursor.

,  Toename van werking cleanup enzymen.
 Toename van heropname.
 Blokkeren van receptor op postsynaptisch membraan.

Het zenuwstelsel
 Centrale zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg.
 Perifiëre zenuwstelsel:
o Somatische zenuwstelsel: ontvangt signalen van zintuigen, stuurt deze
signalen naar de spieren.
o Autonome zenuwstelsel: werkt vanzelf.
 Parasympatische deel: rust.
 Sympathische deel: actie.
 Endocriene systeem: hormoonklieren die hormonen afgeven aan de bloedbaan.
o Hebben effect op grote afstanden.

Het brein
 Neuropsychologie: klinische observaties van patiënten met hersenletsel.
 Experimentele technieken:
o Invasief, meten van kleine gebieden in de hersenen (vaak bij dieren).
o TMS (transcraniële magnetische stimulatie): reeksen van magnetische pulsen
worden gegenereerd, bepaalde hersengebieden kunnen tijdelijk uitgeschakeld
worden.
 Andere technieken:
o Elektrofysiologische technieken.
o EEG (ERP, event related potential): potentiaalverschil in de tijd.
o MEG: indirecte registratie van magneetvelden die gegenereerd worden door
elektriciteit in de hersnenen.
 Brain imaging:
o (f)MRI.
o PET scan

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper willemijnlinde. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62774 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,16  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd