Hoorcollege 1 Algemeen Ondernemingsrecht
DE VENNOOTSCHAPS ALS RECHTSPERSOON
EN DEELRECHTSORDE
Welke vennootschappen hebben we?
We hebben de kapitaalvennootschappen BV en NV. Dat zijn de juridische benamingen van ondernemingen. Een
vennootschap is een rechtspersoon die ontstaat door middel van oprichting.
• Vennootschap ontstaat bij oprichting en is zelfstandig rechtssubject
Zie artikel 2:5 BW. Hierin staat dat een rechtspersoon dezelfde rechten en plichten kan hebben als een
natuurlijk persoon. Dat betekent dat een vennootschap overeenkomsten kan aangaan, een
onrechtmatige daad kan plegen, aansprakelijk kan zijn, kan ophouden te bestaan etc.
Dus het kernbeginsel is dat een rechtspersoon gelijk wordt getrokken met een natuurlijk persoon.
• Deelrechtsorde bestaande uit betrokken personen en organen
De deelrechtsorde is een klein systeempje waarbij de vennootschappelijke organen een rechtsorde
vormen. Hoe verhouden de organen zich onderling? Dat wordt uitgemaakt door de wet, statuten,
besluiten en reglementen.
en beheerst door:
o wet
o statuten: Deze geven aan hoe het specifiek voor de vennootschap geregeld is. Deze eigen
regelgeving wordt opgemaakt door een notaris. Wat de statuten van de NV moeten bevatten, is
geregeld in art. 2:66 BW. Volgens dit artikel moeten de statuten een naam, de zetel en het doel
van de vennootschap bevatten. Vooral het doel is van belang, want een overschrijding van het
doel kan leiden tot aansprakelijkheid.
Wat betreft de zetel, geldt dat deze in Nederland moet zijn ex. art. 2:66 lid 3 BW. We kennen in
Nederland de incorporatieleer wat inhoudt dat de plaats van de statutaire zetel bepalend is. Dit
is het land van oprichting / de nationaliteit van de vennootschap.
o Besluiten: Een voorbeeld is het bestuursbesluit. Een vennootschap is niet iets van vlees en
bloed, dus iemand moet namens de vennootschap handelen. Dit kunnen verschillende organen
zijn, zoals het bestuur. De vertegenwoordiging gebeurt dan door besluiten. Enerzijds hanteren
we het besluit om keuzes te maken, anderzijds laten we een paper trail achter: destijds is dit
besloten voor deze redenen.
o Reglementen: Denk hierbij aan reglementen van het managent, de raad van commissarissen
etc. Hierin vind je de taken van het desbetreffende orgaan of regels omtrent de samenstelling,
deskundigheid en onafhankelijkheid van het orgaan. Dit zijn slechts voorbeelden, je kunt van
alles regelen in het reglement.
• Aandeelhouder is deelnemer en derde. Institutionele opvatting: Een aandeelhouder is de eigenaar van
de vennootschap. In principe is de aandeelhouder degene die de vennootschap in eigendom heeft en
kan zeggen wat hij daarmee kan doen. Aan het eigendom bestaan grenzen.
• Bestuurders en commissarissen: “onderdeel van” en derden: Bij ‘onderdeel van’ moet je denken aan de
situatie dat het bestuur als geheel een besluit neemt. Ze kunnen ook derden zijn op het moment dat de
vennootschap een aansprakelijkheidsclaim indient. Ze zeggen dan: bestuurder je hebt iets gedaan wat
niet mag, je bent aansprakelijk.
VENNOOTSCHAP & ONDERNEMING
ONDERNEMING:
Wat is verschil tussen onderneming en vennootschap?
Vennootschap is het juridische stempel wat we aan iets geven, terwijl de onderneming het totaalplaatje is. We
hebben een drietal benaderingen om te bepalen hoe we de onderneming zien.
Organisatorisch verband, gericht op duurzame deelneming aan het economisch verkeer
o Reële benadering: verband van goederen, onderneming als vermogensobject (hebben): Dit is
de meer goederenrechtelijke benadering die je met name in de VS of in het VK ziet. Je bent
eigenaar en je mag doen en laten wat je wilt met je eigendom. De hele vennootschap en
onderneming is niets meer dan een verband van goederen die op een bepaalde manier met
elkaar in verhouding staan.
o Instrumentele benadering: mensen gebruiken de organisatie voor doel. Ondernemer “drijft” de
onderneming (drijven): Deze benadering kennen we in Nederland bij de BV en de NV. We
gebruiken de onderneming als instrument om een bepaald doel te bereiken. Het doel kan
winstmaximalisatie zijn, of bijvoorbeeld het behartigen van de belangen.
o Institutionele benadering: min of meer zelfstandige organisatie, onderworpen aan beslissingen
en belangen (in stand houden): Dit is de meest vergaande benadering. De voorstanders van
deze benadering zijn van mening dat een onderneming moet worden gezien als een instituut
op zich. Het kan dan wel gebruikt worden om een bepaald doel na te streven, maar de
onderneming is een instituut. Verschillende belangen komen bijeen en met deze belangen
1
, dient rekening te worden gehouden. Je kunt niet zomaar over een instituut bepalen of het mag
bestaan of niet. Je moet rekening houden met alle belangen die spelen.
o Vennootschap en onderneming als convergerende begrippen
ken het onderscheid tussen vennootschap en onderneming.
Bij ondernemingsrecht hebben wij altijd geleerd dat er verschillende ondernemingsvormen bestaan en dat wij
binnen de categorie ‘ondernemingen’ rechtspersonen hebben. Rechtspersonen volgens boek 2 BW kunnen
kapitaalvennootschappen zijn of vrijwillige organisaties. Binnen de kapitaalvennootschappen wordt er een
onderscheid gemaakt tussen een BV of NV. Beiden zijn gericht op het behalen van winst t.b.v. de
aandeelhouders.
NV ex. art. 2:64 lid 1 BW e.v.: Een NV is een rechtspersoon met een in overdraagbare aandelen
verdeeld maatschappelijk kapitaal.
o Openbaar samenwerkingsverband
o Voor grote publieke kapitaalvennootschappen
o De aandeelhouder als belegger
o Aandelen op naam en aan toonder: art. 2:82 lid 1 BW
o Mogelijkheid tot beursnotering
o In beginsel geen blokkeringsregeling: art. 2:87 BW
o Minimumkapitaal: €45,000
BV ex. art. 2:175 lid 1 BW e.v.: Een BV is een rechtspersoon met een in een of meer overdraagbare
aandelen verdeeld kapitaal.
o Besloten samenwerkingsverband
o Voor kleinere vennootschappen en familiebedrijven
o De aandeelhouders zijn meer betrokken bij de organisatie
o Alleen aandelen op naam: art. 2:175 lid 1 BW
o Geen beursnotering mogelijk
o In beginsel wel een blokkeringsregeling: art. 2:195 BW
o Minimumkapitaal: €0,01.
• Vennootschap:
“rechtsvorm van de ondernemer”
“rechtsvorm van de onderneming”
ORGANISATIE & DOELSTELLING
Organisatie van de vennootschap is opgebouwd uit diverse organen
Binnen de kapitaalvennootschappen kennen we:
o Het bestuur
o De algemene vergadering van aandeelhouders
o De Raad van Commissarissen
Ondernemingsraad is formeel gezien geen orgaan, omdat het rechtspersoonlijkheid mist. Een RvC of het bestuur
kan een externe persoon inschakelen namens de vennootschap. De Ondernemingsraad is hier niet toe in staat,
dus formeel gezien zien we het niet als een orgaan.
Bestuur:
Het bestuur kent een duale structuur, dat wil zeggen dat er altijd een bestuur en een AV(A) is. Bij grote
vennootschappen komt soms een derde orgaan kijken, dit is de Raad van Commissarissen. Eerst had je enkel de
mogelijkheid om een RvC in te stellen, maar sinds 2013 bestaat de mogelijkheid om ook niet-besturende
vennoten te hebben.
Wat zijn de taken van het bestuur?
Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vennootschap (art.
2:129/239 lid 1 BW):
o Leiding over de dagelijkse gang van zaken
o Beleidsvoorbereiding
o Strategiebepaling
o Beleidsuitvoering
o Secundaire handelingen
Wat zijn de taken van de Algemene Vergadering Van Aandeelhouders?
Ten eerste hebben heeft de AVA vier dwingendrechtelijke kernbevoegdheden:
o Benoeming en ontslag bestuurders (art. 2:132/242 respectievelijk 2:134/244 BW) let echter wel op, dit
verandert in het geval van een structuurvennootschap.
o Statutenwijziging (art. 2:121/231 BW)
o Vaststelling van de jaarrekening (art. 2:101/210 BW)
o Besluit tot ontbinding (art. 2:19 lid 1 sub a BW)
Andere dwingendrechtelijke bevoegdheden (dus naast de kernbevoegdheden):
2
, o Besluit tot een fusie (art. 2:318 BW)
o Besluit tot omzetting (art. 2:18 BW)
Overige belangrijke bevoegdheden:
o Goedkeuring ingrijpende bestuursbesluiten (art. 2:107a BW)
o Restbevoegdheid (art. 2:107/217 lid 1 BW)
o Instructiebevoegdheid (art. 2:129/239 lid 4 BW)
Voor wat betreft de verhouding tussen het bestuur en de AVA, dient er gekeken te worden naar het Forumbank-
arrest dat gewezen was in 1955. Hierin werden drie belangrijke dingen bepaald:
Geen hiërarchie tussen het bestuur en de AVA
Bestuur is autonoom binnen door de wet gestelde grenzen
Specifieke instructies met betrekking tot de bevoegdheid van het bestuur door de AVA aan het bestuur
worden niet aanvaardbaar geacht.
Dus in dit arrest wordt de autonomie van alle organen onderschreven. Het bestuur is autonoom van de RvC en
van de aandeelhoudersvergadering. In het arrest ABN AMRO / VEB wordt dit nog eens bekrachtigd. Dit is enkel
theorie, dat ieder orgaan autonoom is / gelijkwaardig is.
In realiteit bestaat er een statutair instructierecht. Art. 2: lid 4 BW: De statuten kunnen bepalen dat het
bestuur zich dient te gedragen naar de aanwijzingen van een orgaan van de vennootschap die de algemene
lijnen van het te voeren beleid op nader in de statuten aangegeven terreinen betreffen. Dus de AVA kan statutair
instructierecht hebben, mits dit in de statuten is neergelegd. Verder geldt dat het alleen maar over de algemene
lijnen mag gaan.
De bestuurder die een instructie krijgt, kan zich in een benauwde positie bevinden. Hij kan de instructie na
volgen, maar hij kan ook besluiten de instructie te weigeren. Indien hij dit doet, loopt hij het gevaar om ontslagen
te worden of zijn baan te verliezen. Deze feitelijke instructiemacht is geregeld in art. 2: BW. In het
arrest Meijers / Mast Holding is naar voren gekomen dat de weigering van een bestuurder van een
vennootschap om een door de algemene vergadering van aandeelhouders gewenst beleid uit te voeren, een
redelijke grond kan zijn voor ontslag.
Kortom, de aandeelhoudersvergadering heeft de hoogste zeggenschap in de onderneming.
• Autonomie van organen met eigen functies en bevoegdheden
(vgl. Ook HR 13 juli 2007, JOR 2007, 178 inz. ABN AMRO/VEB)
• OR als orgaan van de onderneming; wellicht materieel maar niet formeel
van de vennootschap
DOEL
• Formeel en “eigenlijk”. Shareholders model vs. Stakeholders model
Er dient een onderscheidt te worden gemaakt tussen het shareholders model en het stakeholders model. Het
Verenigd Koninkrijk kent een shareholders model, terwijl in de rest van Europa voornamelijk het stakeholders
model voorkomt.
Wat is het verschil?
Binnen een onderneming hebben we verschillende soorten belangen, bijvoorbeeld het belang van de
aandeelhouders. Daarnaast hebben we ook de belangen van de werknemers / crediteuren / het bestuur of het
maatschappelijk belang. Al die belangen samen, maakt de onderneming. Je hebt twee verschillende antwoorden
op de vraag; welk belang het zwaarst moet wegen.
Shareholders model: het belangrijkste belang is dat van de aandeelhouders. Als het belang van de
aandeelhouder links ligt en alle ander belangen liggen rechts, dan ga je naar links.
Stakeholders model: Hierbij worden alle belangen op een hoop gegooid en onder de streep komt er
iets uit. Alle belangen worden meegewogen, terwijl dat bij het shareholder model niet het geval is.
Je kunt als AVA niet zomaar doen en laten wat je wilt zonder rekening te houden met anderen. (Nimox-arres,
komt later aan bod).
VENNOOTSCHAPSBELANG & ONDERNEMINGSBELANG
• Belanghebbenden:
o aandeelhouders
o werknemers
o minderheden
o anderen
• Korte termijn vs. lange termijn
• Vennootschapsbelang (als resultante van deelbelangen)?
• Apart ondernemingsbelang? Taakstelling van art. 2:140/250 BW
• Vennootschaps- en ondernemingsbelang nooit absoluut maar telkens een afwegingsproces
3