Samenvatting gebaseerd op de colleges van de module: 'Onderwijsleerproblemen'. Dit vak wordt gegeven in de 3e periode van het 2e jaar van de WO-opleiding Pedagogische Wetenschappen (aan o.a. de universiteit van Leiden). Deze samenvatting is gemaakt met behulp van de college-slides en de informatie ...
Samenvatting Onderwijsleerproblemen
Algemeen:
• Meerkeuze en open vragen. Ook zijn er verplichte opdrachten (zie bb): formuleren van
tentamenvraag op basis van college/literatuur. Ook artikelen. De uitroeptekens in de
kantlijn staan voor: moeilijk te onthouden stof (dus vergt herhaling: kan verschillen per
persoon in hoeverre dit nodig is). Succes!
College 1: 5-2-2020
“Leren is een actief proces in het verkrijgen en behouden van kennis, zodat het toegepast kan
worden in toekomstige situaties” (Sousa, p. 38).
Kinderen met speciale onderwijsbehoeften (Sousa, p. 2):
• Kinderen die gediagnosticeerd zijn met specifieke onderwijsleerproblemen, waaronder
problemen in spreken, lezen, schrijven, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en gedrag.
• Kinderen die aanvullende instructies/ondersteuning krijgen om basisvaardigheden te
verbeteren.
• Kinderen die problemen ervaren in het leren op school.
Onderwijsleerproblemen: problemen die kinderen hebben bij het leren van de kennis en
vaardigheden die zij op school moeten verwerven (van Lieshout, p.343). Dit zijn problemen
op basis van de volgende gebieden: Cognitieve ontwikkeling, Sociaal-emotionele
ontwikkeling, Werkhouding en motivatie & Zintuiglijke ontwikkeling (valt buiten de cursus)
→ Ondersteunen van kinderen met onderwijsleerproblemen door Passend Onderwijs:
• Passende plek passend bij onderwijsbehoeften (zorgplicht)
• Kwaliteit ondersteuning (basisondersteuning, schoolondersteuningsprofiel,
handelingsbekwame leerkrachten, preventief werken, expertise delen/samenwerking)
• Monitoring ondersteuning(ontwikkelingsperspectief)
Korte geschiedenis Voor 2014 -WSNS beleid
• Speciaal onderwijs (4 clusters: losse scholen die expertise hebben in een specifiek
onderdeel: kunnen op een goede manier inspelen op problemen die leerlingen hebben)
en regulier onderwijs (incl. SBO; speciaal basisonderwijs)
• Cluster 1: Visuele beperking;
• Cluster 2: Auditieve en communicatieve beperking
• Cluster 3: Motorisch en/of verstandelijke beperking + langdurig zieke kinderen
• Cluster 4: Psychische stoornissen en ernstige gedragsproblemen
• Landelijke regels plaatsing speciaal onderwijs
• Leerlinggebonden financiering (‘rugzakje’)
2014 -Wet Passend Onderwijs: Her-organisatie zorg/budget binnen scholen.
Passend onderwijs: Wordt rekening gehouden met individuele onderwijsbehoefte van kind.
• Alle kinderen krijgen een passende plek die past bij de ondersteuningsbehoefte.
→ Kinderen komen niet langdurig thuis te zitten, omdat er geen passende plek is.
• Een kind gaat naar een gewone (reguliere) school als dat kan.
→ Een kind gaat naar het speciaal onderwijs als intensieve begeleiding nodig is
• Scholen hebben mogelijkheden voor onderwijs ondersteuning op maat. De kwaliteiten
en onderwijsbehoefte van het kind zijn bepalend, niet de beperkingen.
Aanvullende doelen passend onderwijs: Budgettaire beheersbaarheid en transparantie →
noodzaak tot labelen vervalt daardoor (leerlingen die lichtere ondersteuning nodig hebben
kunnen dat nu krijgen want er is nu budget voor). Minder bureaucratie, handelingsbekwame
leerkrachten & afstemming met andere sectoren (expertise/kennis tussen verschillende
scholen wordt met elkaar uitgewisseld - dus ook tussen speciaal onderwijs en regulier
onderwijs).
,Belangrijke begrippen vanuit het Passend Onderwijs:
• ‘Nieuwe’ samenwerkingsverbanden (het budget van passend onderwijs wordt
verdeeld over verschillende scholen: zowel van speciaal en regulier onderwijs →
cluster 1 en 2 horen daar niet bij)
• Zorgplicht (de school waar de leerling is aangemeld is verantwoordelijk voor het
regelen van een passende plek voor het kind: dus past het onderwijs op de school bij
de leerling of moet er naar andere scholen gekeken worden?)
• Basisondersteuning (er is vastgesteld wat voor ondersteuning er voor kinderen met
speciale onderwijsbehoeften nodig is: denk aan kinderen met adhd of autisme. Ook dit
is afgestemd tussen verschillende scholen. Ook kunnen scholen zich hierbij van elkaar
onderscheiden omdat ze extra ondersteuning bieden: dus bijvoorbeeld gespecialiseerd
in het ondersteunen van hoogbegaafde kinderen).
• Schoolondersteuningsprofiel (zie punt hiervoor: ‘basisondersteuning) - welke
ondersteuning mogelijk is op scholen voor hulpbehoevende kinderen (kinderen met
ontwikkelingsproblemen).
• Ontwikkelingsperspectief: Er wordt een onderwijsperspectief opgesteld voor
kinderen met extra onderwijsbehoeften → denk aan doelen die omschreven worden en
hoe die bereikt kunnen worden).
Hoe leren wij?
• Brein: netwerk van verbindingen. Bestaat uit meerdere neuronen (86 miljard) → geven
alle boodschappen door. Deze neuronen vormen samen allerlei kettingen/verbindingen
=neuronaal netwerk.
• Dendrieten: binnenkomende informatie
• Axon: vervoer van informatie
• Myeline: snelheid van het vervoer
• Axon uiteinde: Uitgaande informatie
• Synaps: Plek tussen neuronen
• Neurotransmitters: chemische informatie
Dendrieten (takachtige dingen): bevatten voelsprieten (receptoren):
Interpreteren chemische signalen in de buurt:
• chemische informatie van andere neuronen (neurotransmitter)
• Chemicaliën (medicatie)
• Hormonen
Iedere dendriet zoekt naar zijn eigen soort signalen (dopamine, acetylcholine: waakzaamheid).
Extra info van dit proces:
Dendrieten krijgen dus signalen binnen en in de axonale heuvel wordt dit afgevuurd
(doorgeven van het signaal) → gebeurd door een actiepotentiaal (kleine kanaaltjes hierop
gaan open waardoor Natrium binnen kan stromen) - wordt positief geladen waardoor
kaliumkanalen open gaan (positieve deeltjes gaan eruit). Zo wordt dus een chemisch verhaal
door de axon geschoten. Gliacellen vormen soort kussentje om neuronen (zodat erbinnen een
goede weerstand is → het proces verloopt daardoor sneller). (ZIE NEUROBIO)
→ Opgeteld signaal sterk genoeg: axonale heuvel besluit om te vuren
• Axon: elektrochemisch signaal doorgeven
• Myeline: geleid het signaal → Sneller signaal door knopen van Ranvier
• Axon uiteinde: stuurt neurotransmitters naar andere neuronen via de synapsen
• Neurotransmitter: triggert of inhibeert de volgende neuron
• Soma: onderhoud van de neuron
,Hoe zorgt ons brein voor leren: Leren komt voor wanneer synapsen fysiek en chemisch
veranderen, zodat de invloed van een neuron op de andere neuron ook verandert.
Twee belangrijke principes:
1. Cells that fire together wire together
Leren: Elke keer dat neuronen met elkaar communiceren wordt hun relatie versterkt
• Long-term potentiation (tijdelijk efficiënter): Meer bloedtoevoer en meer
onderhoudsstoffen & Soms extra dendrieten, of meer receptoren op de dendrieten
• Wanneer nodig ook neurogenese
• Long-term depression: minder receptoren op de neuronen (minder efficiënt): zorgt
voor het vergeten van dingen
2. Use it or lose it. Neuronen moeten met elkaar communiceren. als dat niet zo is:
• Neuronen/receptoren die niet of nauwelijks gebruikt worden krijgen weinig hulpstoffen
en bloedtoevoer (pruning: laten verdwijnen van ongebruikte oude verbindingen)
• Neuronen sterven uiteindelijk af
→ brein zorgt dus voor versterken van verbindingen en het afbreken van ongebruikte
verbindingen.
Ons brein leert door:
1. Oude verbindingen te versterken (synaptogenese)
2. Nieuwe verbindingen aan te maken (neurogenese)
3. Inefficiënte/ongebruikte oude verbindingen te verwijderen (pruning)
Uitleg bij afbeelding: Survival of
the fittest. (gaat over het blijven
bestaan van de best
ontwikkelde neuronen)
Ons brein bestaat uit 2 helften:
verbonden corpus collosum
(twee helften geven heel snel
info aan elkaar door).
Rechterkant doet meer globale
verwerking en linker kant meer
specifieke informatie.
• Corticale (hersenschors) en subcorticale delen
• Subcorticale delen meer basaal
• Regulatie van vitale functies
• Binnenkomende sensorische informatie
• Emoties en geheugen (emoties in de amygdala en geheugen in hippocampus)
Ons brein en de kwabben (Zie neurobio):
• Frontale kwab: zorgt dat info samenkomt, aandacht
verdeling, planning - centrale sturing
• Occipitaalkwab: ogen, visie
• Temporaalkwab: gehoor
• Pariëtaalkwab: analytische kwab
Grijze en witte stof: grijze stof (cortex): veel dendrieten en celkernen en synapsen. & witte
stof: voornamelijk axonen weergeven omgeven door myeline → Snelle interne communicatie.
, Kortom:
1. Ons brein is een netwerk van neuronale verbindingen.
2. Ons brein leert door oude verbindingen te versterken, nieuwe aan te maken en inefficiënte
verbindingen te verwijderen.
3. Neuronale verbindingen ontstaan door een proces van neurogenese, selectie, migratie en
synaptogenese.
4. Alhoewel hersendelen worden geassocieerd met een eigen functie, bepaalt de
samenwerking tussen delen de uiteindelijke functionaliteit
Oorzaken van leerproblemen: niet een oorzaak. = wisselwerking tussen genetische factoren
(nature) en disruptieve en protectieve factoren in de omgeving (nurture).
• Genetische component
• Stressorentijdens de zwangerschap
• Misbruik van middelen: drugs, alcohol bijvoorbeeld.
• Problemen met zwangerschap/bevalling
• Stressoren in de omgeving
• Giftige stoffen
• Verarmde omgeving
Genetisch Component
• Leerproblemen komen vaak in families voor: Eeneiige tweelingstudies →
- Rekenproblemen: als één van de twee, ander 70% kans
- Leesproblemen: als één van de twee, ander 84% kans
- Deel van de oorzaken van leerproblemen is genetisch
→ Wisselwerking tussen algemene leergenen (generalist genes): Vorm van leerproblemen
lijkt te verschillen binnen families
Stressoren tijdens de Zwangerschap
Middelenmisbruik
• Alcohol beïnvloedt het proces van selectie: onnodige apoptose
• Cocaïne zorgt voor verstoringen aan de receptoren van sensorische neuronen
Problemen tijdens de zwangerschap
• Aanval immuunsysteem moeder: problemen met de migratie & Vroeggeboorte: verstoringen
aan witte stof (en corpus callosum)
Stressoren in de omgeving
Giftige stoffen: Lood (demyelinisatie en afsterven van axonen - signalen kunnen minder goed
worden doorgegeven)
Verarmde omgeving:
• Veel stress: teveel corticosteroïden (neurotransmitter), voor een langere tijd: afstoten
van receptoren
• Verarmde omgeving: minder synaptogenese (minder verbinding)
Traumatisch hersenletsel: plaatselijke celdood functieverlies
Wanneer tot uiting: invloed van stress op omgeving/verarmde omgeving
→ Twee belangrijke theorieën:
1. Diathese stress model
• Bepaalde aanleg tot ontwikkelen van leerproblemen
• Veel aanleg: weinig stressoren nodig om tot uiting te komen
• Weinig aanleg: veel stressoren nodig
➔ Verrijkte omgeving: protectief (goede ontwikkeling, tegen uiting leerproblemen)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mjflipsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.