100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Pleitnota poging doodslag €10,49   In winkelwagen

Case uitwerking

Pleitnota poging doodslag

1 beoordeling
 974 keer bekeken  12 keer verkocht

Pleitnota voor het vak pleitoefening. LET OP: dit document dient slechts als voorbeeld en niet om klakkeloos te worden overgenomen. Ik heb zelf een 9 gehaald.

Voorbeeld 3 van de 6  pagina's

  • 7 april 2020
  • 6
  • 2019/2020
  • Case uitwerking
  • Onbekend
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (21)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: 06938tj • 3 jaar geleden

avatar-seller
roansophia
PLUG ADVOCATEN


Rechtbank Amsterdam
Meervoudige strafkamer
Het arrondissementsparket Amsterdam




Zitting: 3 december 2017 te 09:00 uur

Parketnummer: 15/200150-19




PLEITNOTA MR. R.S. PLUG


Inzake:

Frank Bos
Domicilie kiezend ten kantore van
Plug Advocaten,
Concertgebouwplein 19, 1071 LM

verdachte

advocaat: mr. R.S. Plug

Contra:

Het Openbaar Ministerie

,Edelachtbare leden van de rechtbank, mijnheer/mevrouw de voorzitter,

I. Inleiding

1. Vandaag staat cliënt, de heer Frank Bos (hierna ‘’cliënt’’), terecht voor
ernstige ten laste gelegde feiten.

2. Cliënt wordt verweten zich ten eerste primair schuldig te hebben gemaakt
aan poging doodslag subsidiair poging zware mishandeling en zich tevens
primair schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling van een ambtenaar in
functie subsidiair mishandeling van een ambtenaar in functie met zwaar letsel
ten gevolge. Alles draait in het strafrecht echter om verwijtbaarheid. De vraag
in casu is dan ook: hoe verwijtbaar is het handelen van cliënt?

II. Feiten

3. Cliënt reed ‘s avonds rond 22:00 uur op weg naar huis en moest ontzettend
nodig plassen. Zo nodig dat hij het echt niet meer op kon houden. Als we
eerlijk zijn, kennen we dat gevoel allemaal. Op dat moment zag cliënt een
verlaten autosloopbedrijf waarvan het hek open stond. Ik wil niet
concluderen dat cliënt dacht ‘’JACKPOT’’, maar opgelucht haalde hij wel
adem. Niet wetende wat hem te wachten stond.

4. Op het moment dat cliënt zijn blaas leegde tegen een auto die klaar was voor
de sloop, kwam aangever al schreeuwend op zijn racefiets richting cliënt.
Cliënt schrok dusdanig van het geschreeuw, tevens niet wetende dat de
woedende man de eigenaar van het terrein was, dat hij meteen in zijn auto
sprong en wegreed richting het openstaande hek.

5. Wat cliënt echter niet wist is, is dat aangever hem achterna kwam en voor het
hek was gaan staan. Voordat cliënt zich dan ook daadwerkelijk kon realiseren
wat er gebeurde, verscheen aangever voor het hek met zijn fietshelm nog op.
Aangever sprong opzij en cliënt reed vervolgens door het hek.

6. Een kat in het nauw maakt rare sprongen en dat is exact wat er in casu aan
speelt. Want cliënt had de situatie graag willen uitleggen aan aangever,
echter is hij van schrik weggereden. De vraag in casu is echter of deze kat in
het nauw ook daadwerkelijk iets te verwijten valt. Zo niet, dan dient vrijspraak
te volgen.

III. Feit 1 primair poging doodslag subsidiair poging zware mishandeling

7. Het lijkt mij allereerst voor wat betreft de kwalificatie dat het te zwaar
gegrepen is deze te kwalificeren als een poging doodslag. Uiteraard zou de
rechtbank hierbij steun kunnen vinden in de verklaring van aangever; waarin
deze verklaard dat hij genoodzaakt was opzij te springen. Echter, had ik
allereerst graag beelden gezien waarin de positie van het voertuig waarin

, cliënt zich ten opzichte van aangever kon worden opgemaakt. Derhalve had
er kunnen worden vastgesteld of er daadwerkelijk sprake was van
‘’noodzaak’’. Er kan namelijk een wezenlijk verschil liggen in de interpretatie
van de afstand en de daadwerkelijke afstand.

8. Dit gezegd hebbende komt de verdediging graag tot de kern van de zaak. De
verdediging bepleit hierin namelijk vrijspraak van zowel het primair als het
subsidiair ten laste gelegde met betrekking tot feit 1. Uit de bewijsmiddelen
kan namelijk niet worden afgeleid dat cliënt opzet had, ook niet in
voorwaardelijke zin op de dood van het slachtoffer. Van voorwaardelijk opzet
is namelijk sprake indien de verdachte zich willens en wetens heeft
blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat het gevolg – in dit geval de dood –
zou intreden. De beantwoording van deze vraag is afhankelijk van de
omstandigheden van het geval1.

9. Uit onafhankelijk onderzoek is gebleken dat bij een botsing tussen een
(onbeschermde) voetganger en een voertuig dat de snelheid heeft van 25 k/m
per uur de kans op de dood slechts 1% is. In casu droeg aangever wél
hoofdbescherming – zoals ook volgt uit het proces-verbaal van aangever
afgelegd bij de politie – namelijk een helm. Ook is uit het onderzoek van de
NFI gebleken dat cliënt 20 k/m per uur reed. De kans op de dood zal derhalve
lager uitvallen dan 1% en is derhalve niet aanmerkelijk te noemen.

10. Hiermee samenhangend - uitgaande van verklaring van cliënt - heeft hij ook
daadwerkelijk gezien dat Teun zijn racefiets helm nog op had en had hij er
vertrouwen in dat Teun weg zou springen. Cliënt ging derhalve uit van een
goede afloop en heeft de ‘’denkbeeldige aanmerkelijke kans’’ niet aanvaard.

11. Ook met betrekking tot het subsidiair ten laste gelegde van feit 1 is opzet
vereist. Namelijk opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, al dan
niet in voorwaardelijke vorm. Echter ook hiertoe ontbreekt zelfs de lichtste
vorm van opzet. Door de geringe snelheid waarmee cliënt reed, kan niet
worden vastgesteld dat indien cliënt aangever had geraakt, dit zwaar
lichamelijk letsel zou opleveren. Evenmin kan worden vastgesteld dat het
(voorwaardelijk) opzet van verdachte gericht is geweest op zware
mishandeling van Teun. Verdachte is namelijk - uitgaande van zijn verklaring –
uitgegaan van een goede afloop; hij dacht dat Teun wel aan de kant zou gaan.

12. Derhalve pleit de verdediging voor vrijspraak van feit 1 nu hoe je het ook
wendt of keert, cliënt geen opzet had op noch de dood noch op zwaar
lichamelijk letsel van aangever.




1
HR 15 oktober 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZD013 (Porsche) r.o. 5.3 en HR 19 februari 1985, ECLI:NL:HR:1985:AC8716 (Aanmerkelijke kans)
r.o. 5.2

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper roansophia. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77254 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,49  12x  verkocht
  • (1)
  Kopen